V4 - TH4 evolutie - BS4

Thema 4
BS4 
De evolutietheorie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 4
BS4 
De evolutietheorie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen BS4
Na deze BS kun je: 
  1. uitleggen wat de neodarwinistische evolutietheorie inhoudt.
  2. uitleggen wat creationisme is.
  3. de begrippen natuurlijke selectie en genetische variatie toepassen om de evolutie uit te leggen. 
  4. het misconcept weerleggen dat de nek van een giraf steeds langer wordt door gebruik. 

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen BS4
evolutie
neodarwinistische evolutietheorie - neodarwinisme
creationisme
natuurlijke selectie - survival of the uittest
genetische variatie - mutaties
overlevingskans - selectiedruk
fitness - adaptatie 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat viel jullie op in het filmpje over de lange nek?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Evolutie 
Van Dale woordenboek: 

Slide 8 - Tekstslide

EVOLUTIE
Veranderingen in genfrequenties / genenpool / erfelijke eigenschappen in de tijd/over generaties

Slide 9 - Tekstslide

Oorzaak voor evolutie 1: 
(natuurlijke) selectie

Slide 10 - Tekstslide

Andere oorzaken van evolutie
  1. natuurlijke selectie
  2. gene flow  (BS7)
  3. seksuele selectie (non-random mating) (BS6)
  4. kunstmatige selectie / geografische isolatie (BS7)
  5. founder effect  (BS7)
  6. bottleneck effect (BS6)
  7. genetic drift (BS6)

Slide 11 - Tekstslide

Misconcepten.... 

Slide 12 - Tekstslide

soorten evolutie 
divergente: 2 eigenschappen veranderen van elkaar
-> hagedis en hazelworm -> verlies van pootjes
convergente: 2 eigenschappen ontstaan los van elkaar
-> hagedis en slang  -> verlies van pootjes

Slide 13 - Tekstslide

soorten evolutie

Slide 14 - Tekstslide

divergente evolutie 

Slide 15 - Tekstslide

convergente evolutie 
2 eigenschappen 
ontstaan los van
elkaar

Slide 16 - Tekstslide

Welke is het minst verwant aan de anderen?
A) wilde mosterd (Cleome viscosa)
B) courgette (Cucurbita pepo)
C) broccoli (Brassica oleracea var. italica)
D) spruiten (Brassica oleracea var. gemnifera)
A
B
C
D

Slide 17 - Quizvraag

selectie op specifieke eigenschappen

Slide 18 - Tekstslide

Individuen ondergaan evolutie

A
True
B
False

Slide 19 - Quizvraag

gescheiden creatiemodel
polyfyliemodel
evolutiemodel

Slide 20 - Sleepvraag

BS4: Darwinisme - evolutie volgens Charles Darwin
Pijlers van het Darwinisme
  • Er is variatie binnen de populatie / elk individu in de populatie is anders dan anderen
  • Er is te weinig draagkracht voor elk individu in de populatie (struggle for life)
  • Sommige individuen hebben een selectievoordeel ten opzichte van anderen 
  • Individuen met selectievoordeel hebben een grotere voortplantingskans en daardoor een grotere overlevingskans
  • Door onderlinge voortplanting van individuen met selectievoordeel neemt frequentie van eigenschap in populatie toe.

Neo-Darwinisme: de variatie binnen een populatie heeft een genetische oorzaak: mutaties

Slide 21 - Tekstslide

BS4: Het juiste antwoord op een 'Darwinvraag'. Deze vier elementen zitten ALTIJD in je antwoord!!!
Een 'Darwinantwoord' bestaat altijd uit de volgende elementen
  • Benoem letterlijk: "Er is sprake van genetische diversiteit in de populatie" 
  • Beschrijf op welke wijze de omgeving selectiedruk uitoefent op de populatie
  • Beschrijf welk selectievoordeel sommige individuen (dan) hebben
  • Benoem letterlijk: "Door onderlinge voorplanting wordt de gunstige eigenschap doorgegeven aan het nageslacht"

Gebruik nooit: "het organisme heeft zich aangepast" Dit is echt FOUT!

Sleutelwoorden in een Darwinantwoord: genetische variatie, selectiedruk, selectievoordeel, onderlinge voortplanting

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk BS4 
opdrachten bij BS 4: 
49-57




timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Voor welke dilemma's heeft Charles Darwin gestaan?

Slide 24 - Open vraag

Zijn er vragen?? 
Nadenkertje:

Er zijn alleen harde noten en zaden:
Welke vink overleefd?

Slide 25 - Tekstslide

Zijn er vragen?? 
Nadenkertje:

Er zijn alleen harde noten en zaden:
Welke vink overleefd?

Slide 26 - Tekstslide