12.3 Specifieke afweer herhaling en immuniteit

witte bloedcellen
macrofagen
lymfocyten
worden gevormd in het rode beenmerg (platte beenderen)

               B-lymfocyt: rijpt in het beenmerg
       T-lymfocyt remt in de Thymus
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

witte bloedcellen
macrofagen
lymfocyten
worden gevormd in het rode beenmerg (platte beenderen)

               B-lymfocyt: rijpt in het beenmerg
       T-lymfocyt remt in de Thymus

Slide 1 - Tekstslide

micro-organismen/toxinen
-worden herkend als lichaamsvreemde stof
-door eiwitten aan de buitenkant van de cel
- antigenen


(let op het verschil tussen antigenen en antistoffen)

Slide 2 - Tekstslide

7

Slide 3 - Video

00:02
Pak voor je verder gaat met het filmpje binas tabel 84L voor je, zodat je mee kan kijken in je eigen binas
Ik heb mijn binas gepakt
Ik heb mijn binas gepakt

Slide 4 - Poll

02:25
Wat haalt de macrofaag van de ziekte maker af, nadat hij deze heeft verslonden?

Slide 5 - Woordweb

03:57
Welke van de onderstaande cellen ontstaat er als eerst bij een afweerreactie?
A
T cytotoxische lymfocyt
B
T helper lymfocyt
C
T c geheugen lymfocyt
D
T-suppressorcel

Slide 6 - Quizvraag

04:13
Wat is de functie van T cytotoxische cellen?

Slide 7 - Open vraag

04:42
Waarom staat er een plus bij de laatstgenoemde pijl van het filmpje?

Slide 8 - Open vraag

06:26
Waarvan heb je geheugencellen na een infectie?
A
B cellen
B
B cellen en T cellen
C
T cellen
D
macrofagen

Slide 9 - Quizvraag

07:08
Kijk goed in de tabel. Welke cel zorgt ervoor dat een afweerreactie weer gaat stoppen? Hoe kan je dat zien aan de tabel?

Slide 10 - Open vraag

3e level   specifieke afweer
werkt specifiek tegen 1 soort ziekteverwekker
Stap 1: macrofaag fagocyteert een ziekteverwekker
dit is nog aspecifiek

Stap 2: de macrofaag presenteert na afbraak het antigeen aan de buitenkant van de cel 
antigeen presenterende cel

Slide 11 - Tekstslide

stap 3
Antigeen presenterende cel gaat in de lymfeknopen op zoek naar de passende T-lymfocyten.
specifieke afweer:
T-helpercel
- > activatie van cytotoxische T-cel, T-suppressorcel en T-geheugencel (cellulaire afweer)
- > activatie B-cel  (humorale afweer)

Slide 12 - Tekstslide

gactiveerde B-cel
geactiveerd door de T-helper cel en direct door het antigeen van de indringer

-> vorming plasmacellen -> antistoffen = humorale afweer
-> vorming B-geheugencel


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

12.3 vaccinaties en immuniteit

Slide 15 - Tekstslide

Vaccins voorkomen ziekten
Antistoffen genezen ziekten

Slide 16 - Tekstslide

§12.3 specifieke afweer: 3e linie
Vaccinaties 
Dit schema niet leren!!

Slide 17 - Tekstslide

vaccinaties
Voorkomen dat je na infectie met de bewuste ziekteverwekker echt ziek wordt.

Je wordt niet ziek door de aanwezigheid van antistoffen (Immunoglobuline)
in het bloedserum.

Slide 18 - Tekstslide

Vaccins
Intacte, sterk verzwakte virussen
Beschadigde virussen (kunnen niet meer vermenigvuldigen)
Stukjes viruseiwit
Nieuw virus: combi DNA/RNA van ziekmakend virus in onschuldig virus
mRNA voor maken spike-eiwitten

Slide 19 - Tekstslide

Hoe kom je aan antistoffen (immunoglobuline)?
actief: je witte bloedcellen maken zelf antistoffen aan door vaccinatie of door gewoon ziek worden.

passief: je krijgt de antistoffen van een ander
moeder: placenta/moedermelk
proefdier: antiserum

Slide 20 - Tekstslide

Papegaaienziekte wordt door een bacterie veroorzaakt. Papegaaien en andere vogels kunnen de ziekte op mensen overbrengen via besmette deeltjes in de lucht. Als iemand die inademt, kunnen de bacteriën via de longen in het bloed terechtkomen. De ziekte geeft soms alleen griepachtige verschijnselen, maar kan ook zeer ernstig zijn.
Na infectie worden antistoffen gemaakt.
Waar bevinden de antistoffen tegen papegaaienziekte zich dan?
A
alleen in de lymfe
B
alleen in de weefselvloeistof
C
alleen in het bloedplasma
D
zowel in de lymfe, als in de weefselvloeistof, als in het bloedplasma

Slide 21 - Quizvraag

De tiendoornstekelbaars

Is die hoeveelheid antistof in het bloed van de tiendoorns op dag 8 groter dan, kleiner dan of gelijk aan de hoeveelheid op dag 3?
A
kleiner dan
B
gelijk aan
C
groter dan

Slide 22 - Quizvraag

Kinderen in Nederland worden ingeënt tegen Hib als ze 2, 3, 4 en 11 maanden oud zijn. Dat gebeurt samen met de zogenaamde DKTP-inenting. Hierdoor wordt tegelijkertijd immuniteit opgebouwd tegen difterie, kinkhoest, tetanus, polio en Hib-ziekten.

Worden bij zo’n DKTP-Hib-vaccinatie antigenen in het lichaam gebracht? Zo ja, hoeveel verschillende soorten?
A
ja, één soort
B
ja, meerdere soorten
C
nee

Slide 23 - Quizvraag