- Ik kan a.d.h.v. een rubric kwaliteit meten/beoordelen;
- Ik kan de betrouwbaarheid van informatie beoordelen met behulp van checkvragen en journalistieke normen. - Ik kan onderscheid maken tussen manipulatie, propaganda en indoctrinatie. - Ik kan uitleggen wat een referentiekader is en hoe dit communicatie kan beïnvloeden vanuit de zender en de ontvanger van informatie.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Opracht
- Met tweetal (namen en klas op feedbackformulier)
- Evaluatie moet voldoen aan de voorwaarden.
- Inleveren na de les, docent kijkt deze week na.
- Voldoende = klaar!
timer
3:00
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
www.linkedin.com
Slide 12 - Link
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Maken
Vorige week:
§1.1: opdrachten 8, 9, 11 en 12 §1.2: opdrachten 2, 5, 9, 10 en 13
Deze week (hoofdstuk pluriforme samenleving):
§4.1 opdrachten 6, 7, 8, 11 en 12 §4.2 opdrachten 1, 7, 8 en 12
Slide 19 - Tekstslide
Leerdoelen
- Ik kan a.d.h.v. een rubric kwaliteit meten/beoordelen;
- Ik kan de betrouwbaarheid van informatie beoordelen met behulp van checkvragen en journalistieke normen. - Ik kan onderscheid maken tussen manipulatie, propaganda en indoctrinatie. - Ik kan uitleggen wat een referentiekader is en hoe dit communicatie kan beïnvloeden vanuit de zender en de ontvanger van informatie.