De waarderingsgrondslag: de wijze waarop activa in de externe balans worden gewaardeerd.
Toegestaan voor de vlottende activa is de verkrijgingprijs: de inkoopprijs plus bijkomende kosten: het werkelijk betaalde bedrag → historische aanschafprijs.
Voor de vaste activa is de actuele waarde de andere toegestane waarderingsgrondslag. De actuele waarde is de waarde op het waarderingsmoment → herwaardering
Financiële vaste activa: deelnemingen in andere bedrijven, effecten die langer dan 1 jaar in bezit blijven
Slide 7 - Tekstslide
Moedermaatschappij <-----> Dochtermaatschappij
meerderheidsbelang bij > 50%
Tot een Groepsmaatschappij behoren alle ondernemingen waarin de moedermaatschappij een meerderheidsbelang heeft
Slide 8 - Tekstslide
Vlottende activa
voorraden (tegen historische uitgaafprijs)
- gereed product, onderhanden werk, grond- en hulpstoffen
vorderingen (debiteuren)
overlopende activa (nog te ontvangen/vooruitbetaalde bedragen)
effecten (tijdelijk overtollig vermogen)
liquide middelen
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Voorzieningen
Een voorziening wordt gevormd om aan een toekomstige verplichting, waarvan de omvang en het tijdstip niet bekend zijn, te kunnen voldoen. De hoogte van de verplichting wordt in redelijkheid ingeschat.
Een voorziening wordt gevormd om de kosten (gelijkmatig) te spreiden over de verschillende perioden.
Indeling voorziening: vreemd vermogen.
Voorbeelden: garantievoorziening en voorziening onderhoud, pensioenvoorziening.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Langlopende en kortlopende schulden
Deel dat we dit jaar gaan aflossen is
KORT vreemd vermogen.
De rest van de lening is LANG vreemd vermogen.
Slide 22 - Tekstslide
Langlopende schulden - deel 1
1. Hypothecaire lening : lening met een onroerend goed als onderpand
2. Obligatielening : een lening die onderverdeeld is in kleine stukjes, dus een lening van 1 miljoen is verdeeld in 1000 obligaties van 1.000 euro.
3. Onderhandse lening : lening waarbij de geldgever en geldnemer
afspraken kunnen maken over de voorwaarden
Slide 23 - Tekstslide
Langlopende schulden - deel 2
4. Converteerbare obligatielening: obligaties kunnen tegen van te voren vastgestelde voorwaarden worden omgewisseld in aandelen; anders krijgt met het geleende geld terug. Op die manier trekt het bedrijf toch permanent vermogen (eigen vermogen) aan, via een omweg.
5. Schulden aan groepsmaatschappij: schulden aan een ander bedrijf uit de groep
6. Schulden vanwege pensioen: verplichtingen aan pensioen-gerechtigden of een extern pensioenfonds afspraken kunnen maken over de voorwaarden
Slide 24 - Tekstslide
Kortlopende schulden: alles wat geen EV en geen lang VV is, zoals:
verplichtingen binnen een jaar van langlopende schulden
crediteuren
vooruitontvangen bedragen; nog te betalen bedragen