Grammatica: Meewerkend voorwerp + bijwoordelijke bepaling

Grammatica: Meewerkend voorwerp + bijwoordelijke bepaling
Welkom 2HF
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas
Stap 2: Pak je leesboek, schrift, boek NL en je laptop
Stap 3: Log in bij LessonUp met eigen naam. Code op whiteboard
Stap 4: Ontleed de volgende zin helemaal: Ik wil dat jij je mond houdt. (pv, ow, wg, lv, zinsdeelstreepjes)
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grammatica: Meewerkend voorwerp + bijwoordelijke bepaling
Welkom 2HF
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas
Stap 2: Pak je leesboek, schrift, boek NL en je laptop
Stap 3: Log in bij LessonUp met eigen naam. Code op whiteboard
Stap 4: Ontleed de volgende zin helemaal: Ik wil dat jij je mond houdt. (pv, ow, wg, lv, zinsdeelstreepjes)

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je doen?
Leerdoel: Ik kan de pv, het ow, wg, lv, meewerkend voorwerp en de bijwoordelijke bepaling uit een zin benoemen.
Hoe bereik je dit doel?
  • Lezen
  • Bespreken oefening
  • Uitleg: Meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling
  • Oefenen
  • Huiswerk: Leren: pv, ow, zinsdeelstreepjes, wg, lv, mv, bwb. Maken: De Brug blz. 257+258 opdracht 4 en 5.

Slide 2 - Tekstslide

Lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken huiswerk
timer
8:00

Slide 4 - Tekstslide

Meewerkend voorwerp
Meewerkend voorwerp: aan wie of voor wie is iets bestemd?
Je ziet het vooral bij werkwoorden als: vertellen, meedelen, uitleggen, zeggen, geven, overhandigen, lenen, toesturen.
Je kunt er 'aan' of 'voor' bijzetten of je kunt het weglaten.
Let op! In zowel een zin met een wg en een ng kun je een meewerkend voorwerp hebben.

Voorbeeld: Ik geef jou een cadeau.


Slide 5 - Tekstslide

Benoem het meewerkend voorwerp: Wie zal jullie dit voorstel gaan toelichten?

Slide 6 - Open vraag

Benoem het meewerkend voorwerp van de zin: Elke woensdag geeft Nienke de plantjes water

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Ontleed de volgende zin helemaal: Waarom vertellen agenten altijd zulke nare verhalen aan de verslaggevers?

Slide 9 - Open vraag

Huiswerk
Leren: theorie blz. 254-257
Maken: blz. 257 opdracht 4 en 5

Je werkt fluisterend.

Slide 10 - Tekstslide