Eindles Project Voeding
1 / 26
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is vertering?
A
Het eten van voedsel
B
het klein maken van voedsel
C
het opnemen van voeding in je bloed
D
poepen
Slide 2 - Quizvraag
Een appel is een ...
A
voedingsmiddel
B
voedingsstof
Slide 3 - Quizvraag
Calcium is een ....
A
voedingsmiddel
B
voedingsstof
Slide 4 - Quizvraag
Waarom is gezond eten belangrijk?
A
Het is lekker
B
dat zegt mijn moeder
C
je hebt de stoffen nodig die er in zitten
D
je wordt er fit van
Slide 5 - Quizvraag
Wat kun je met de schijf van vijf?
A
dammen
B
zien welke voedingsgroepen je moet eten
C
eeehhmmm...
D
kijken welk product het gezondst is
Slide 6 - Quizvraag
Benoem de 6 voedingsstoffen
Slide 7 - Open vraag
beschermende stoffen
reservestoffen
anders
vitaminen
vetten
koolhydraten
water
mineralen
eiwitten
Slide 8 - Sleepvraag
Berend heeft energie nodig om naar school te fietsen. Hij kan het beste .... eten.
A
kip
B
noten
C
brood
D
komkommer
Slide 9 - Quizvraag
Welke woorden horen bij verteringsstelsel?
Slide 10 - Woordweb
kun je voedsel in je lichaam verteren zonder enzymen?
A
ja hoor, geen probleem
B
ja, maar gaat wel minder snel
C
nee
Slide 11 - Quizvraag
Met welke indicator kun je zetmeel aantonen?
A
koolhydraat
B
magnesium
C
jodium
D
glyfosaat
Slide 12 - Quizvraag
Zet de organen in de juiste volgorde van mond naar kont
1:
2:
3:
4:
5:
6:
maag
12-vingerige darm
dunne darm
mond
dikke darm
endeldarm
Slide 13 - Sleepvraag
Wat is de taak van je mond?
A
voedsel klein maken
B
enzym toevoegen
C
voedsel klein maken en enzym toevoegen
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de taak van je maag?
A
met zuur bacteriën doden
B
kneden en mengen
C
enzymen toevoegen
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 15 - Quizvraag
Hoe heet de beweging die je darmen maken?
A
peristaltiek
B
elasticiteit
C
periscoop
D
romantiek
Slide 16 - Quizvraag
Verteringssappen van welke organen komen in de twaalfvingerige darm uit?
A
van de maag en alvleesklier
B
van de maag en de lever
C
van de alvleesklier en de lever
D
van de lurven en de lever
Slide 17 - Quizvraag
Wat doet gal?
A
gal is een enzym
B
gal knipt vet klein
C
gal maakt vetdruppels kleiner
D
gal maakt enzymen stuk
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste taak van de dunne darm?
A
poep maken
B
stoffen in je bloed opnemen
C
stoffen verteren
D
peristaltiek
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het nut van darmplooien en darmvlokken?
A
zij geven de bacteriën eten die in je darm leven
B
zij vergroten het darmoppervlak
C
ze hebben geen nut, ze zijn er gewoon
D
ze zorgen dat je darmen in je buik passen
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste taak van de dikke darm?
A
stoffen opnemen
B
stoffen verteren
C
vitamines uit de resten halen
D
water uit de resten halen
Slide 21 - Quizvraag
Berend wil graag sterker worden. Hij kan het beste .... eten.
A
kip
B
rijst
C
brood
D
komkommer
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de gezondste keus?
A
gekookte aardappelen
B
gebakken aardappelen
C
patat
D
chips
Slide 23 - Quizvraag
Wat is de gezondste keus?
A
gebakken rijst
B
zilvervliesrijst
C
witte rijst
D
kroepoek
Slide 24 - Quizvraag
welke drie eetstoornissen zijn er?
Wat is er bij een eetstoornis aan de hand?
Wat is er bij een eetstoornis aan de hand?
Slide 25 - Open vraag
Welk cijfer verwacht je te kunnen halen?
4
5
6
7
8
9
10
