Hoofd- en bijzaken, KERN les 33

Wat doen we vandaag? 

  • instructie hoofd- en bijzaken (KERN, les 33)
  • interactieve opdracht 

Wat heb je nodig? 
  • Het boek, open op pagina 134 (les 33)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat doen we vandaag? 

  • instructie hoofd- en bijzaken (KERN, les 33)
  • interactieve opdracht 

Wat heb je nodig? 
  • Het boek, open op pagina 134 (les 33)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Ik weet wat een hoofdzaak en een bijzaak is. 
  • Ik kan zinnen met hoofdzaken en zinnen met bijzaken van elkaar onderscheiden. 
  • Ik kan uitleggen waarom zinnen in een tekst hoofdzaken of bijzaken zijn.
  • Ik kan zelf de hoofdzaken van een tekst samenvatten in een alinea. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige week: onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij over
hoofdzaken?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij over
bijzaken?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoofd- en bijzaken
We lezen samen de theorie op pagina 134.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdzaken
ECHT nodig om het verhaal te kunnen begrijpen.
Te vinden op de voorkeursplaatsen:
  • In de inleiding of het slot;
  • In kernzinnen van alinea's;
  • In titels en tussenkopjes.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijzaken ??
- De minder belangrijke onderdelen van een tekst. 
- Voorbeelden of toelichtingen.

Mijn tante kwam binnen, luid roepend ‘Hallo allemaal!’ terwijl zij haar gekleurde sjaal op een stoel legde, haar met glitters versierde haarlokken naar achteren gooide en haar enorme dijen tussen twee leuningen van de oude stoel van mijn opa probeerde te proppen.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijzaken ??
- De minder belangrijke onderdelen van een tekst. 
- Voorbeelden of toelichtingen.

Alleen hoofdzaak:    Mijn tante kwam binnen.

Mijn tante kwam binnen, luid roepend ‘Hallo allemaal!’ terwijl zij haar gekleurde sjaal op een stoel legde, haar met glitters versierde haarlokken naar achteren gooide en haar enorme dijen tussen twee leuningen van de oude stoel van mijn opa probeerde te proppen.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A2B: stukje interview
Ondanks het grote gezin en het feit dat ze het niet al te breed hadden met zoveel kinderen in huis, zorgde haar vader er wel voor dat iedereen naar school kon. Mijn oma ging naar de Kweekschool omdat ze graag juf wilde worden. Toen ze 17 was ging ze als juf lesgeven in groep 1 en 2. Ze is haar hele leven juf gebleven, wel 48 jaar lang! Met heel veel plezier heeft ze op verschillende scholen gewerkt, dat was haar droom carrière. Als ze wat anders had mogen kiezen dan was ze in de zorg gaan werken. Werken met mensen is echt haar passie. Inmiddels is mijn oma met pensioen, maar werkt nog steeds nog steeds als juf. Ze geeft een keer per week les aan mensen die moeite hebben met de Nederlandse taal. Voor haar geldt; eens een juf altijd een juf.

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn de hoofdzaken, en wat de bijzaken?
A2B: stukje interview
Mijn oma kwam uit een groot gezin, maar haar vader zorgde toch dat iedereen naar school kon. Mijn oma werd juf, en is dat 48 jaar, tot nu aan toe, gebleven. 
Ondanks het grote gezin en het feit dat ze het niet al te breed hadden met zoveel kinderen in huis, zorgde haar vader er wel voor dat iedereen naar school kon. Mijn oma ging naar de Kweekschool omdat ze graag juf wilde worden. Toen ze 17 was ging ze als juf lesgeven in groep 1 en 2. Ze is haar hele leven juf gebleven, wel 48 jaar lang! Met heel veel plezier heeft ze op verschillende scholen gewerkt, dat was haar droom carrière. Als ze wat anders had mogen kiezen dan was ze in de zorg gaan werken. Werken met mensen is echt haar passie. Inmiddels is mijn oma met pensioen, maar werkt nog steeds nog steeds als juf. Ze geeft een keer per week les aan mensen die moeite hebben met de Nederlandse taal. Voor haar geldt; eens een juf altijd een juf.

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn de hoofdzaken, en wat de bijzaken?
A2C: stukje interview
Waarom ze voor stewardess heeft gekozen:
Ze is stewardess geworden, omdat ze altijd al de wereld wilde zien. Stewardess is dan natuurlijk een topbaan! Zo heeft ze hele mooie dieren in Zuid-Afrika gezien, over de Chinese muur gelopen, geshopt in New York en gesnorkeld in de Caraïben! Voor de rest werkt ze samen op iedere vlucht met nieuwe collega’s. Dat vindt ze leuk, omdat het werk dan altijd anders is en nooit hetzelfde. 

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn de hoofdzaken, en wat de bijzaken?
A2C: stukje interview
Ze is stewardess geworden, omdat ze altijd al de wereld wilde zien. Daarnaast is het werk heel afwisselend doordat ze steeds met andere collega's onderweg is.
Ze is stewardess geworden, omdat ze altijd al de wereld wilde zien. Stewardess is dan natuurlijk een topbaan! Zo heeft ze hele mooie dieren in Zuid-Afrika gezien, over de Chinese muur gelopen, geshopt in New York en gesnorkeld in de Caraïben! Voor de rest werkt ze samen op iedere vlucht met nieuwe collega’s. Dat vindt ze leuk, omdat het werk dan altijd anders is en nooit hetzelfde. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn de hoofdzaken, en wat de bijzaken?
Opdracht
We lezen samen de blauwe tekst op pagina 135.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf drie(!) hoofdzaken van deze tekst op.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf een bijzaak van deze tekst op.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Ik weet wat een hoofdzaak en een bijzaak is. 
  • Ik kan zinnen met hoofdzaken en zinnen met bijzaken van elkaar onderscheiden. 
  • Ik kan uitleggen waarom zinnen in een tekst hoofdzaken of bijzaken zijn.
  • Ik kan zelf de hoofdzaken van een tekst samenvatten in een alinea. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt nu geleerd:
onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte,
hoofdzaak, bijzaak.
Heb je het allemaal op een rijtje?
-210

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Deze week

- KERN les 33: opdracht 1, 2, 3, 4, 5, 7 en 8
 
- Maak van de woordjes van les 32 en 33 zinnen waaruit blijkt dat je de betekenis hebt begrepen en deze woorden kunt gebruiken in een zin.


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies