Lezen H2 (les 3)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek;
  • je leesboek;
  • je schrift.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek;
  • je leesboek;
  • je schrift.

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Lezen in stilte
  • Huiswerk bespreken
  • Leerdoelen 2.3 en uitleg
  • Werkmoment
  • Bespreken toets
  • Afsluiten van de les

Slide 2 - Tekstslide

timer
7:00

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Paragraaf 2.3, opdrachten: 1, 3, 4 en 5


Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen hoofdstuk 2 Lezen
Je:
  • weet wat feiten en meningen zijn en je kunt ze herkennen;
  • kunt de moeilijkewoordenwijzer toepassen;
  • weet wat zoekend lezen is;
  • kunt de tekstverbanden: opsommend, tegenstellend en tijdsvolgorde herkennen.
  • kunt signaalwoorden herkennen.

Slide 5 - Tekstslide

Teksverbanden
Tussen woorden, zinnen en alinea's bestaat een verband. Dit noemen we een tekstverband.
Zonder tekstverbanden is je tekst niet 'stevig'.

Slide 6 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden (p. 87)
Het verband tussen alinea's, zinnen en woorden noemen we het tekstverband

Signaalwoorden worden gebruikt om het tekstverband duidelijk te maken

Slide 7 - Tekstslide

Opsommend tekstverband
Geeft een opsomming aan. Signaalwoorden: ten eerste, daarna, vervolgens, tot slot, verder, ... 

Bijvoorbeeld:
Pjotr zette de doos oud papier aan de straat. Ook gooide hij de lege flessen in de glasbak.

Slide 8 - Tekstslide

Tegenstellend tekstverband
Geeft een tegenstelling aan.

Signaalwoorden: maar, echter, toch, integendeel, daar staat tegenover, ... 

Voorbeeld: Wilma doet altijd heel erg haar best op school. Jari daarentegen is liever lui dan moe.

Slide 9 - Tekstslide

Tijdsvolgorde tekstverband
Geeft de volgorde aan waarin gebeurtenissen plaatsvinden. Signaalwoorden: eerst, intussen, ten slotte, ...

Voorbeeld:
Eerst gingen de leerlingen in stilte aan het werk. Daarna gingen ze zachtjes fluisteren. Ten slotte waren ze allemaal hardop aan het praten.

Slide 10 - Tekstslide

Werkmoment
  • Maak de opdrachten 6, 7 en 8 van 2.3 Lezen.
  • Je mag zachtjes overleggen.
  • Je mag muziek luisteren.
  • Kijk de opdrachten zelf na met het antwoordenblad.

Om 9.40 uur bespreken we de toets.

Slide 11 - Tekstslide

Toets bespreken
6. Zinsdeelproef stappen (pagina 47).
8.a Een indiaas echtpaar / is / onlangs / door de politie / opgepakt.
8.b Door een bloedtransfusie / wilden / de ouders / een intelligentietransfusie van de ene naar de andere zoon / uitvoeren.
12. Drie situaties waarbij je de ik-vorm gebruikt (pagina 58).
  • bij ik
  • bij je of jij achter de persoonsvorm
  • bij de gebiedende wijs


Slide 12 - Tekstslide

Toets bespreken
13. wordt, vind, besteedt, baalt, wind, vind, wil, ga.
14a. Ik baal van die lange, moeilijke wiskundesommen. Als ik ze zie, krijg ik koppijn.
14b. In de vakantie plan ik leuke dingen: shoppen, een pretpark bezoeken, logeren en tennissen.
15. onmiddellijk, verrassing, carrière, applaudisseren

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting
  • Huiswerk staat in Magister.
  • Neem een leesboek mee! 

Slide 14 - Tekstslide