Groente en fruit - les 5

De productie van friet - deel 2
Groente & Fruit - les 2
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Groente en fruitMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De productie van friet - deel 2
Groente & Fruit - les 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:
  • Effect van de deelbewerkingen & procescontroles tijdens de productie van diepvriesfriet - Presentaties
  • Quick on the draw - Check je kennis!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Jij:
• Kunt de productie van friet construeren;
• kunt van elk van de processtappen het doel aangeven;
• kent de gebruikte apparatuur;
• weet welke controles/metingen er bij iedere handeling verricht worden;

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sorteren, ontstenen en wassen

Sorteren
  • Grote schudzeven met gaten
Ontstenen
  • Verschil in dichtheid
  • Dichtheid aardappel < steen
Wassen
  • Schuren
  • Hoge beladingsgraad

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schillen - stoomschiller
  • Aardappels komen in een drukvat
  • Hete stoom in het vat verhit de aardappelen en druk loopt op
  • Buitenkant van de aardappel kan 120-130 graden Celsius worden, maar binnenkant kookt niet (dmv tegendruk stoom)
  • Druk wegvallen, celvocht kookt en zet uit
  • Schil wordt van de aardappel gedrukt en komt los
  • Met een borstelmachine worden de schilresten verwijderd

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt er gecontroleerd of de aardappel goed is geschild?

Slide 6 - Open vraag

Door middel van een laser kan worden gedetecteerd of de aardappel goed is geschild
Het snijden van de friet
  • Watermes
  • Snelheid hoger dan 100 km/uur
  • Water duwt aardappelen door een steeds smaller wordende buis=venturi
  • Door het stromende water gaan de aardappelen in de lengte liggen en door het messenblok geduwd
  • Diameter venturi is af te stellen op diameter aardappelen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snijden van de aardappel
  • Tijdens het snijden raken de cellen beschadigd en komt er zetmeel vrij
  • Zetmeel gaat kleven, water spoelt het zetmeel eraf
  • Te veel zetmeel aan de staafjes zorgt voor vuil water bij het blancheren

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke procescontroles vinden er plaats na het snijden? En waarom?

Slide 10 - Open vraag

Controle van het oppervlak, of de staafjes glad zijn. Bij een egaal/glad staafje is het oppervlak klein en is er minder vetopname. Een glad staafje breekt ook minder snel dan een onregelmatig staafje
Hoe kunnen inkepingen aan het oppervlakte ontstaan?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sorteren friet
  • Op lengte sorteren
  • Rollensorteerders 
  • Te korte stukjes en snippers verwijderd
  • Aardappelstaafjes met kleurafwijkingen elektronisch opgespoord en verwijderd.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blancheren
Opdracht:

  • Wat is het?
  • Welke procescontroles worden er uitgevoerd en waarom?
  • Welke gevolgen hebben verkeerd blancheren voor het eindproduct?
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blancheren - wat is het?

Het onderdompelen van 
aardappelstaafjes in water 
voor een korte periode bij 
ongeveer 75 graden Celsius

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blancheren - doelen
  • Glucose aan het oppervlak wordt weggespoeld 
  • Zetmeel aan het oppervlak wordt weggespoeld 
  • Zetmeel iets onder het oppervlak van de staafjes verstijfselt 
  • De celwanden in de frites worden gedeeltelijk afgebroken 
  • De enzymen worden geïnactiveerd 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blancheren - procescontroles
  • Glucose + zetmeel wegspoelen (plakken)
  • Gaarheid
  • Verkleuring (enzymen + glucose)


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blancheren - Verkeerd blancheren
  • Plakkende friet
  • Niet egale kleur van friet
  • Te lichte bakkleur 
  • Te donkere friet 
  • Te gare friet
  • Te rauwe friet 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het effect van drogen op het eindproduct friet?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Drogen
  • Op een transportband door de droger met een aantal segmenten waarin droge lucht wordt geblazen
  • Het vocht op de frites verdampt gemakkelijk in de droge lucht en ze worden droog. 
  • Het droge stof gehalte neemt toe en het oppervlak van de staafjes krijgt een steviger huidje
  • Door het stevige huidje neemt het staafje minder vet op tijdens het bakken en worden de frites krokanter.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke manier kun je het drogen beïnvloeden?

Slide 20 - Open vraag

Temperatuur (hoger of lager), relatieve vochtigheid van de lucht (hoger of lager), snelheid van de lucht (sneller of langzamer),verblijftijd (langer of korter), beladingsgraad (hoger of lager)
Voorbakken
  • Aardappelstaafjes worden bij hoge temperatuur in korte tijd voorgebakken in plantaardige olie
  • Het voorbakken is klaar als het gewenste eindvochtgehalte en eindvetgehalte is bereikt. 
  • Bij ongeveer 185 graden Celsius
  • Eindproduct wordt bruin (Maillard + karamellisatie reactie), krokant, gaar

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het gevolg voor het eindproduct, wanneer je het voorbakken overslaat?

Slide 22 - Open vraag

Friet gaan tijdens het invriezen kapot, omdat er nog veel water in het product zit.
Welke procesfactoren zijn tijdens het proces van belang?

Slide 23 - Open vraag

Temperatuur, bandsnelheid, beladingsgraad
Waardoor wordt de hoeveelheid opgenomen vet bepaald?

Slide 24 - Open vraag

– de hoeveelheid zetmeel (droge-stofgehalte) van de aardappel: hoe meer zetmeel, hoe minder vetopname;
– de grootte van de staafjes: hoe groter, hoe minder vetopname;
– de bakduur: hoe langer, hoe meer vetopname;
– het oppervlak van de staafjes: hoe gladder, hoe minder vetopname;
– de temperatuur van de olie: hoe lager, hoe meer vetopname.
FFA-test
  • Fritesstaafjes nemen vet op tijdens het bakken
  • Vet wordt aangevuld door operators
  • Veel reacties, waaronder ranzig worden van vet
  • Ranzig worden: Water uit friet reageert met triglyceriden met als reactieproduct een los vetzuur
  • Losse vetzuren kunnen worden gemeten met FFA-test
  • FFA-test: dipstroken of titratie

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na afloop van het voorbakken, wordt het product snel terug gekoeld. Wat is de reden hiervan?

Slide 26 - Open vraag

Dit doe je om microbieel bederf en achteruitgang van de kwaliteit van het product tegen te gaan
Invriezen
  • Droge en koude lucht van −40 °C wordt door een
    geperforeerde band geblazen. 
  • De bandsnelheid (verblijftijd), luchttemp. en beladingsgraad hebben invloed op de eindtemp. van de frites. 
  • Eindtemp. hoogstens −18 °C zijn
  • Hogere temperaturen --> ijskristallen --> structuur kapot

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Jij:
• Kunt de productie van friet construeren;
• kunt van elk van de processtappen het doel aangeven;
• kent de gebruikte apparatuur;
• weet welke controles/metingen er bij iedere handeling verricht worden;

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies