Spelling 1: test + P1 werkwoordspelling

Welkom
Ga zitten volgens plattegrond
Pak alvast je (gesloten) laptop 
en zorg dat je startklaar bent.  

                                                    Nederlands havo 4
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Ga zitten volgens plattegrond
Pak alvast je (gesloten) laptop 
en zorg dat je startklaar bent.  

                                                    Nederlands havo 4

Slide 1 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Spelling
  • Ik ken de spellingsregels van de persoonsvorm. 
  • Ik kan de spellingsregels correct toepassen.
  • Ik kan de persoonsvorm correct spellen.
 

Slide 3 - Tekstslide

Lesopzet
  • Test wat je nog weet
  • Regels bestuderen
  • Regels presenteren
  • Regels toepassen

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht
  • Maak de test op toetspapier (je mag niet op het vragenblad schrijven)
  • Klaar? Steek je hand op. Je krijgt een nakijkblad. 
  • Kijk na; gebruik strepen en krulletjes.
  • Noteer onderaan je antwoordenblad de nummers van de opdrachten die je het lastigst vindt/meeste fouten in hebt gemaakt. 
  • Klaar? Leg op de hoek van je tafel.
  • Bestudeer de lastige paragrafen in het online boek. 
timer
20:00

Slide 5 - Tekstslide

H7 Spelling: P1 


Welke spellingregels voor werkwoorden kennen we?


Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
  • In tweetal: de een noteert een uitleg voor de persoonsvorm tegenwoordige tijd (PTT) , de andere voor de persoonsvorm verleden tijd (PVT). 
  • Maak allebei gebruik van twee voorbeeldzinnen. Een met het werkwoord 'worden' en een met 'volleyballen'

timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

voorbeelden bespreken

Slide 8 - Tekstslide

werkwoordsvorm: persoonsvorm
De persoonsvorm is verbonden met het onderwerp en kan in zowel de tegenwoordige tijd als de verleden tijd staan. 

Je vindt de persoonsvorm door: 
  • De tijdproef uit te voeren (verander de tijd)
Het werkwoord dat je moet aanpassen om de zinnen correct te maken, is de persoonsvorm. 


Slide 9 - Tekstslide

Persoonsvorm TT
ik, .... jij
Persoonsvorm TT
ik, .... jij 

jij/hij/zij/het

meervoud 

ik-vorm

ik-vorm + t

'infinitief' 
fiets      word 

fietst    wordt 

fietsen  worden

Slide 10 - Tekstslide

Persoonsvorm TT
ik, .... jij
Persoonsvorm VT
Om te bepalen of er -te(n) of +de(n) toegevoegd moet worden, gebruik je 't ex- kofschip.

Zit de laatste letter van de stam van het werkwoord wel of niet in 't ex- kofschip?
wel  >   ik-vorm + te(n)
niet >   ik-vorm + de(n) 

Sterke werkwoorden:  klankverandering

Slide 11 - Tekstslide

H8 Spelling: P1 

Waarom is het 'Mijn moeder deletete de game?'

Slide 12 - Tekstslide

Persoonsvorm TT
ik, .... jij
Engelse importwerkwoorden
Uit het Engels overgenomen werkwoorden vervoeg je zoveel mogelijk als Nederlandse werkwoorden! Je gebruikt dus dezelfde regels. 

Engelse werkwoorden hebben soms een afwijkende ik-vorm: 
  • paintball, delete, race   - uitspraak 
  • scoor, promoot               - o-klank 


Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
  • Maak de klaargezette opdrachten in het online boek (planning)
  • Maak meer indien nodig
  • Bekijk eventueel het uitlegfilmpje in de volgende dia
  • Klaar? Ga verder met je leesautobiografie

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Wat is goed?
Hij delete mijn document / Hij deletet mijn document. 

Loopt jij mee? / Loop jij mee?

Ik baseball wel eens met mijn vrienden/ Ik basebal wel eens met mijn vrienden. 

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
  • Minimaal de geplande opdrachten
  • 20 september leesautobiografie inleveren

Slide 17 - Tekstslide