2.4 De cellen

Vak: Biologie
Hoofdstuk: De cellen 
1.
Lesopening
2.
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Vak: Biologie
Hoofdstuk: De cellen 
1.
Lesopening
2.
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Open je boek van biologie op bladzijde 102.








Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- kun je de kenmerken van chromosomen noemen


Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen + mini-check
 Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): niemand


Iedereen doet mee met de mini-check. 

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel chromosomen zitten er in een celkern?
A
44
B
46
C
48
D
42

Slide 5 - Quizvraag

Katten hebben 38 chromosomen. Hoeveel chromosomenparen hebben ze dan?
A
23
B
19
C
46
D
76

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen heeft een mens?
A
23
B
92
C
46

Slide 7 - Quizvraag

Wie maakt wat? 
Had je de vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 1 t/m 7 op blz 103 t/m 105.


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 8 - Tekstslide

Chromosomen
In de celkern liggen chromosomen. Dit zijn lange dunne draden. Mensen hebben in elke celkern 46 chromosomen.

Chromosomen kun je niet zien, behalve als ze zich gaan delen. Dan worden ze korter en dikker.

Slide 9 - Tekstslide

Chromosomen
Alle cellen van planten en dieren hebben een celkern. 
De celkern regelt wat er in de cel gebeurt. 
In de celkern liggen chromosomen

Mensen hebben in elke celkern 46 chromosomen.

Chromosomen kun je alleen zien (met een microscoop)
 als de cel zich gaat delen. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Erfelijke eigenschappen
De kleur van je ogen en vorm van je neus  zijn voorbeelden van erfelijke eigenschappen.

Chromosomen bestaan voor een groot deel uit de stof DNA. DNA bevat informatie voor je erfelijke eigenschappen. 

De helft krijg je van je vader en de andere helft van je moeder.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Celkern->chromosomen->DNA

Slide 14 - Tekstslide

Belangrijk DNA
Jouw DNA heeft verder niemand en jouw DNA vertelt wat over jou.

DNA wordt dus ook gebruikt bij onderzoek. 
Bijvoorbeeld bij erfelijke ziekten of bij onderzoek bij misdaden. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

5. Begeleid inoefenen
Had je geen of 1 vraag goed bij de mini-check -->
Dan maken wij samen opdracht 1 en 4.

Slide 17 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 3 op blz 103 t/m 105.



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten zorgvuldig na.
Daarna maak je de samenhang opdracht 9 op blz 106

timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

7. Evaluatie 
Hoe ging de les?
Zijn er nog onderdelen die je lastig vindt?


Lesdoel:
- kun je de kenmerken van chromosomen noemen?

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Donderdag 9 november
2.4 opdracht 1 t/m 3



Toetsen LJ1: 






Slide 20 - Tekstslide