KT2 DA1 Audiometrie

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Audiometrie

KT2 DA1

Periode 3

Kwalificatiedossier DA

B1-K2-W2

Voert medisch-technische handelingen uit

Programma

• Herhaling vorige les
• Leerdoelen
• Theorie audiometrie
• Opdracht

Lesdoelen

De student kan benoemen op welke plaatsen een audiogram wordt afgenomen;

De student kan benoemen welke voorwaarden nodig zijn voor het afnemen van de test;
 De student kan de begrippen dB en Hz in je eigen woorden verklaren;
De student kan de begrippen geleidings- en perceptieverlies verklaren.

Voorkennis activeren

Hoeveel graden moet het water zijn waarmee je de cerumenlavage uitvoert?

1. 40 graden
2. 37 graden
3. 39 graden
4. Per patiënt verschillend

Wat is een audiometrie?

Op welke plaatsen voert een assistente een audiometrie uit? (meerdere antwoorden goed)

Arbodienst, jgz, kno poli, huisarts

Welke vragen stel je voorafgaand aan het uitspuiten van het oor?

Theorie

Audiometrie

Doel: gehoorverlies vaststellen en zo ja, hoe groot is dit verlies?

Door Arbodienst, JGZ, KNO-poli, huisarts;

De praktische vaardigheid + verschillen volgt in praktijkles

Geleidingsslechthorendheid: trauma/ontsteking/prop

Perceptieslechthorendheid: beschadiging slakkenhuis/ gehoorzenuw/hersenen: bv. Presbyacusis

Verschillende gehoortesten

• Screeningsaudiometrie: op een vast geluidsniveau afwisselende toonhoogten laten horen (kinderen) > leer je op school;
• Beengeleidingsaudiometrie; waarbij trillingen via de schedel het binnenoor bereiken;
• Toondrempelaudiometrie; diagnose stellen ter preventie; 

Voorwaarden audiometrie

• Stille ruimte;
• Patiënt met rug naar assistente/ jonge kinderen niet;
• Bril af, oorbellen uit;
• Schelp van hoofdtelefoon goed op oorschelp;
• Handsignaal of drukknop gebruiken wanneer toon is gehoord;

dB en Hz

dB= decibel

• de luidheid van het geluid - hoe 'hard' is het geluid

Hz

• Hz= Hertz
• De toonhoogte - hoe 'hoog' is het geluid

Uitvoering audiometrie

Van  ‘niet horen naar horen’ en van ‘horen naar niet horen’ 

Je meet dus de gehoordrempel: de zachtste toon die de patiënt nog hoort (het aantal dB’s waarop de patiënt nog reageerde).

Dit volgt in de praktijkles!

 

Drempelaudiometrie

Van “niet horen naar horen” en van “horen naar niet horen”

1000,2000,4000, 6000 en 8000

En dan:

Via 1000 naar 500

1. start op 1000 Hz en 30 dB

2. Toon gehoord: verlagen met stapjes van 5 dB totdat de toon nog net gehoord wordt.

3. Toon niet gehoord: verhogen met stapjes van 10 dB totdat de toon voor het eerst gehoord wordt.

Screeningsaudiometrie

Vaststellen of er gehoorverlies is en hoe groot dit is

Net als drempelaudiometrie:

Van “niet horen naar horen” en van “horen naar niet horen”

1000,2000,4000

6000 en 8000 hoeft niet want menselijke spraak valt daar niet binnen.

Uitrekenen: dB verlies 1000, 2000, 4000, 500 optellen en dan delen door 3 

 Uitleg praktijkles

Notatie

• Rechts – Rondje – Rood- Rechte lijn
• Blauw – Kruisje – Links- Stippellijn

Geleidingsverlies

• Afwijkingen in gehoorgang, trommelvlies of gehoorbeentjes 
• Cerumenprop, otoplastiek, otosclerose

Perceptieverlies

• Afwijkingen in slakkenhuis of gehoorzenuw
• Lawaaidoofheid door trilharen in slakkenhuis

Uitslag

<30-35 dB gehoorverlies >  lichte slechthorendheid

35-60 dB gehoorverlies > matige slechthorendheid

60-90 dB gehoorverlies > ernstige slechthorendheid

>90 dB gehoorverlies > doof

Opdracht cum laude

• Individueel opdracht audiometrie maken

Volgende les

• Venapunctie
• Lezen: MTH boek H5.12
• Opdracht audiometrie af + ingeleverd