In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Welkom!
MTH Les 3 Periode 2
Audiometrie & stemvorkproeven
Slide 1 - Tekstslide
Planning
-> Terugblik vorige les
-> Uitleg Audiometrie & stemvorkproeven
-> Nabespreking
-> Next week! :)
Slide 2 - Tekstslide
Wat kan je veroorzaken als je recht op het trommelvlies gaat spuiten?
Slide 3 - Open vraag
Als je de oren van een patiënt gaat uitspuiten kijk je met de otoscoop alleen in het oor met klachten
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Wat zie je op deze foto?
Slide 5 - Open vraag
Filmpje
Audiogram
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Het belang van geluid
-> Eerste weken na geboorte krijgt de baby een gehoortest
-> Zo vroeg mogelijk afwijkingen aan het gehoor opsporen
-> Een goed gehoor is van belang voor de taalontwikkeling van de baby
-> Goed gehoor is dus belangrijk voor de ontwikkeling van de taal en ook voor het goed leren praten
-> Als een kind niet goed leert praten, heeft dat meestal ook grote gevolgen voor de ontwikkeling
Slide 8 - Tekstslide
Uitleg Audiometrie
-> Audiogram is een grafiek die aangeeft wat de zachtste geluiden zijn die iemand op specifieke frequenties kan horen
-> Een toondrempelaudiogram: wordt gebruikt om bij een vastgestelde afwijking te kijken hoe groot die afwijking is
-> Screeningsaudiometrie: om te screenen of het gehoor goed genoeg is op een vooraf vastgesteld niveau
-> Doel: vaststellen of er gehoorverlies is en hoe groot dit is
Slide 9 - Tekstslide
Uitleg
-> Wordt zowel door de huisartsenpraktijk, de arbodienst als de jeugdgezondheidszorg (JGZ) gedaan
-> De toonhoogten die bij het onderzoek gebruikt worden hebben als regel de frequenties 500, 1.000, 2.000, 4.000 en 6.000 Hz
-> Hz = Hertz: eenheid van frequentie, aantal trillingen per seconde
-> De tonen worden aangeboden met een hoofdtelefoon en soms ook nog met een beengeleider - trilblokje achter het oor
Slide 10 - Tekstslide
Uitleg
-> Het onderzoek duurt ongeveer 10-20 minuten
-> Met behulp van de stemvorkproeven kan er snel vastgesteld worden of er sprake is van geleidingsslechthorendheid of slechthorendheid als gevolg van beschadiging van het slakkenhuis, de gehoorzenuw of de hersenen - perceptieslechthorendheid
Slide 11 - Tekstslide
Informatie patiënt
-> De patiënt krijgt een hoofdtelefoon op, waardoor tonen worden aangeboden
-> Door een signaal te geven of op een knopje te drukken, kan de patiënt aangeven dat de toon gehoord is
->Afwisselend zullen hoge en lage tonen zowel harder als zachter worden aangeboden
-> Bij de stemvorkproeven wordt een trillende stemvork op of dichtbij het hoofd gehouden en moet de patiënt aangeven of en hoe hard het geluid van de stemvork gehoord wordt
Slide 12 - Tekstslide
Decibelniveau
*Minder dan 20 dB: normaal gehoor
*Tussen 20 en 30 dB: licht gehoorverlies
*Tussen 30 en 60 dB: matig gehoorverlies
*Tussen 60 en 90 dB: ernstig gehoorverlies
*Meer dan 90 dB: zeer ernstig gehoorverlies
Slide 13 - Tekstslide
Uitleg
Slide 14 - Tekstslide
Filmpje Decibel & Ruis
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Video
Opdracht
-> Zie Teamtegel MTH
-> Gebruik je MTH Boek 5.26 &
Protocollenboek:
blz. 39 t/m 40
Slide 18 - Tekstslide
Nabespreking
-> Waar liepen jullie tegenaan?
-> Wat zouden jullie de volgende keer anders willen?