BK2D 3.4 - moeilijke wrd + voor- en achtervoegsels 03-02-25

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

27-01-'25

op tafel

laptop dicht

Welkom 2 D

Wat gaan we doen deze les?

• 10 minuten lezen / luisteren
• huiswerk bespreken > spelling   pv-tt + vdw
• 3.4 > moeilijke woorden +   voor- en achtervoegsels 

• afsluiting
  

leerdoelen:

1) Ik weet wat ik moet doen bij moeilijke woorden.

2) Ik kan voor- en achtervoegsels gebruiken.

Lezen

Lees of luister 10 minuten in je boek.

leerdoelen:

+ woordenschat
+ concentratie
+ inleven in hoofdpersonen

Moeilijke woorden

Kies een gemakkelijker woord voor:

• Mijn vader heeft een andere auto aangeschaft.
• Van zijn vorige auto was de aandrijfas defect.
• De monteur heeft nog getracht de aandrijfas te repareren.
• Helaas is deze reparatie op niets uitgelopen.
• Gelukkig is mijn vader heel content met zijn nieuwe auto.

Hoe heb je het aangepakt?

Voor- en achtervoegsels

Dus: voor- en achtervoegsels plak je voor of achter een zelfstandig woord om de betekenis te veranderen.

3.3 Spelling

regels pv tegenwoordige tijd (tt)

1. ik = ik-vorm > ww - 'en' > soms aangepast voor uitspraak
2. jij, zij, hij, het, u = ik-vorm + 't' > nooit dubbele 't'
3. je, jij achter pv = geen 't' > bij twijfel 'lopen' gebruiken
4. meervoud = hele werkwoord

voltooid deelwoord

1. altijd met vorm van ww  hebben, worden, zijn
2. begint vaak met 'ge-'
3. eindigt op 'd' of 't' > langer maken: wat hoor je? of 'T KOFSCHIP

 Learnbeat 3.3 A en B

Opdrachten Learnbeat

Maak Learnbeat 3.4 A en C t/m 6

Klaar: laat het mij zien. 

Maak 3.3 A, B, C en D af (huiswerk).

Gecheckt: ga rustig iets voor jezelf doen.

hulp nodig?

1) bekijk theorie

2) vraag klasgenoot

3) vraag docent

Afsluiting

• Hoe zit het met de leerdoelen?

• Schrijfdossier: donderdag 6/2 laatste keer om eraan te werken. Compleet inleveren!

leerdoelen:

1) Ik weet wat ik moet doen bij moeilijke woorden.

2) Ik kan voor- en achtervoegsels gebruiken.

Afsluiting

Woensdag: geen Nederlands

Donderdag: 3.3 afmaken

• meervoud zelfstandig naamwoorden
• herhaling

Aandachtspunt:

• uiterlijk donderdag 6/2 inleveren verbeterde versies opdrachten in schrijfdossier

leerdoelen:

Ik kan de spellingregels toepassen voor pv-tt en vtd.

3.3 Spelling

regels pv tegenwoordige tijd (tt)

1. ik = ik-vorm > ww - 'en' > soms aangepast voor uitspraak
2. jij, zij, hij, het, u = ik-vorm + 't' > nooit dubbele 't'
3. je, jij achter pv = geen 't' > bij twijfel 'lopen' > wat hoor je?
4. meervoud = hele werkwoord

voltooid deelwoord

1. altijd met vorm van ww  hebben, worden, zijn
2. begint vaak met 'ge-'
3. eindigt op 'd' of 't' > langer maken: wat hoor je? of 'T KOFSCHIP

Mijn (huis)regels

1) Tijdens mijn instructie, luistert iedereen.

     Ik geef per onderdeel aan wat ik verwacht: 

• zelf werken in stilte
• samenwerken 

2) Blijf van elkaar en elkaars spullen af. 

3) Na 2 waarschuwingen neem ik maatregelen.

4) Water drinken en gebruik oortjes / koptelefoon = toegestaan. 

5) Laat je plek netjes achter = stoel aanschuiven; tafel en vloer leeg.

doel

verwachting duidelijk maken