BK2D 3.4 - Verwijswoorden 05-02-25

05-01-'25
op tafel
lees- of luisterboek
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

05-01-'25
op tafel
lees- of luisterboek

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
Lees of luister 10 minuten in je boek.
leerdoelen:
+ woordenschat
+ concentratie
+ inleven in hoofdpersonen


timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Welkom 2 D
Wat gaan we doen deze les?
  • quiz herhaling 3.4 voor - en   achtervoegsels
  • uitleg 3.4 > verwijswoorden
  • afsluiting
leerdoelen:
1) Ik kan voor- en achtervoegsels gebruiken.
2) Ik kan verwijswoorden gebruiken.



Slide 3 - Tekstslide

Voor- en achtervoegsel zijn:
A
aparte woorden
B
woorddelen aan het begin of eind van de zin
C
woorddelen aan het begin of einde van een woord
D
een paar losse letters

Slide 4 - Quizvraag

Voor- en achtervoegsels:
A
veranderen de betekenis van een woord wel
B
veranderen de betekenis van een woord niet

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord heeft een achtervoegsel?
A
geklets
B
gezwam
C
oeverloos
D
misverstand

Slide 6 - Quizvraag

Welk woord heeft een voorvoegsel?
A
geklets
B
gezwam
C
oeverloos
D
misverstand

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord heeft een achtervoegsel?
A
ongevaarlijk
B
monoloog
C
wantrouwen
D
fantasierijk

Slide 8 - Quizvraag

Welk woord heeft een voorvoegsel?
A
ongevaarlijk
B
monoloog
C
wantrouwen
D
fantasierijk

Slide 9 - Quizvraag

Welke woord heeft een achtervoegsel?
A
zinloos
B
onbestelbaar
C
leslokaal
D
verdrietig

Slide 10 - Quizvraag

Welke woord heeft een voorvoegsel?
A
zinloos
B
onbestelbaar
C
leslokaal
D
verdrietig

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord heeft een achtervoegsel?
A
heksenhuis
B
smaakvol
C
onmisbaar
D
dodelijk

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord heeft een voorvoegsel?
A
herhalen
B
rijkdom
C
baarmoeder
D
spierkracht

Slide 13 - Quizvraag

Verwijswoorden
Verwijswoorden verwijzen naar iets wat eerder in de tekst staat.

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten Learnbeat
Maak Learnbeat 3.4 A en C.
Vorige week: 3.3 A, B, C en D afmaken.
Antwoorden checken.
Klaar: wees trots op jezelf! Vrije tijd.
timer
10:00
hulp nodig?
1) bekijk theorie
2) vraag klasgenoot
3) vraag docent

Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting
  • Hoe zit het met de leerdoelen?


  • Schrijfdossier: donderdag 6/2 laatste keer om eraan te werken. Compleet inleveren!
leerdoelen:
1) Ik kan voor- en achtervoegsels gebruiken.
2) Ik kan verwijswoorden gebruiken.


Slide 16 - Tekstslide

3.3 Spelling
regels pv tegenwoordige tijd (tt)
  1. ik = ik-vorm > ww - 'en' > soms aangepast voor uitspraak
  2. jij, zij, hij, het, u = ik-vorm + 't' > nooit dubbele 't'
  3. je, jij achter pv = geen 't' > bij twijfel 'lopen' > wat hoor je?
  4. meervoud = hele werkwoord
voltooid deelwoord
  1. altijd met vorm van ww  hebben, worden, zijn
  2. begint vaak met 'ge-'
  3. eindigt op 'd' of 't' > langer maken: wat hoor je? of 'T KOFSCHIP

Slide 17 - Tekstslide

Mijn (huis)regels
1) Tijdens mijn instructie, luistert iedereen.
     Ik geef per onderdeel aan wat ik verwacht: 
  • zelf werken in stilte
  • samenwerken 

2) Blijf van elkaar en elkaars spullen af. 

3) Na 2 waarschuwingen neem ik maatregelen.

4) Water drinken en gebruik oortjes / koptelefoon = toegestaan. 
5) Laat je plek netjes achter = stoel aanschuiven; tafel en vloer leeg.
doel
verwachting duidelijk maken



Slide 18 - Tekstslide