Woorden-Koala

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Tekstslide

Wat weet je
nog over Koala's

Slide 9 - Woordweb

Welke woorden
heb je onthouden

Slide 10 - Woordweb

Echter
A
samen
B
niet waar
C
echt
D
alleen, maar

Slide 11 - Quizvraag

het jong
A
het meisje
B
het jonge dier
C
de jongen
D
het oude dier

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent 'Vocht"?
iets wat
nat is  
en wat ergens  
op of in zit

Slide 13 - Sleepvraag

Wat betekent "traag"

Slide 14 - Open vraag

Heftig
A
leuk
B
vervelend
C
erg
D
mooi

Slide 15 - Quizvraag

Via
over, langs
onder door

Slide 16 - Poll

Aanvallen
A
beginnen met vrede
B
beginnen met verdedigen
C
beginnen met bouwen
D
beginnen met vechten

Slide 17 - Quizvraag

Verbieden
A
dat mag niet
B
dat mag wel
C
dat mag soms
D
dat mag vaak

Slide 18 - Quizvraag

ECHTER
HET JONG
het vocht
traag
Heftig 
alleen, maar
het jonge dier
iets wat nat is en wat ergens op of in zit


langzaam
erg

Slide 19 - Sleepvraag


Aanvallen
Via

Verbieden            
Heftig 
beginnen met vechten

over, langs

dat mag niet
erg

Slide 20 - Sleepvraag

Wat ging goed?
Wat kan je volgende keer beter doen?

Slide 21 - Woordweb

Boekverslag / presentatie
De Titel
De schrijver
De illustrator
Hoeveel bladzijdes
Aantal plaatjes noteren.
Hoeveel hoofdstukken
Schrijf nog een boek van de auteur
Wie zijn de hoofdpersonen?
Wat hebben ze met elkaar te maken?
Waar speelt het verhaal zich af?
In welke tijd speelt het verhaal zich af?
In welke tijd is het verhaal geschreven: Verleden tijd of tegenwoordige tijd, en waarom?
Schrijf het verhaal in het kort (minimaal 20 regels)
Lettergrootte: 12
Lettertype: Arial







Slide 22 - Tekstslide