8.1 les 3 11-03

• Binask
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welkom bij BiNaSk

Ga zitten volgens de plattegrond

Kracht en beweging

Komende tijd:

- Meenemen Pulsar boek!

- Gaan we aan de slag met 8.1 en 8.2 krachten!

--> practicumtoets

Check in vragen

Wat is de eenheid van kracht?

Welke soorten krachten zijn er?

Wat is dit? 

Verschillende soorten krachten

Noem een voorbeeld voor elke kracht:

- Spierkracht

- Zwaartekracht

- Wrijvingskrachten

- Veerkracht

Spierkracht

Met spierkracht kun je tillen

Bij een zware baby meer 

spierkracht nodig

https://www.youtube.com/watch?v=-xZQ0YZ7ls4

https://www.youtube.com/watch?v=IGaN66dcZEs

Zwaartekracht 

Zwaartekracht trekt ons naar 

beneden. Op een zware baby

trekt een grote zwaartekracht.

https://schooltv.nl/item/clipphanger-wat-is-zwaartekracht

https://schooltv.nl/item/zwaartekracht-zorgt-ervoor-dat-je-op-de-grond-blijft

Wrijvingskracht

Wrijvingskrachten remmen bewegingen af.

Bijvoorbeeld bij fietsen of autorijden. 

https://schooltv.nl/item/full-proof-wrijving

Veerkracht

Veerkracht

https://schooltv.nl/item/waarom-kun-je-op-een-trampoline-zo-hoog-springen-een-mat-met-stalen-veren

Hoe groot is de zwaartekracht?

Eenheid van kracht is newton (N)

De grootte van een kracht kun je meten met een newtonmeter

De zwaartekracht op een voorwerp van 1 kg is 10N

Filmpjes

https://www.youtube.com/watch?v=lTb8zkMiUBw

oefenen gram en kilogram

1 kg is 1000 gram.

Hoeveel kg = 

1000 gram?

3000 gram

500 gram

300 gram

100 gram

50 gram

Oefenen

1 kg is 10 Newton --> zwaartekracht (N) = massa (kg) x 10

Hoeveel newton = 

2 kg

12 kg

130 kg

3 kg

2,5 kg         0,25 kg

0,3 kg         0,5 kg 

Oefenen van newton naar kg

1 kg is 10 Newton --> zwaartekracht (N) = massa (kg) x 10

Hoeveel kg = 

20 newton

150 newton

1200 newton

9,9 newton

2,3 newton

0,5 newton

Herhaling 3 minuten

Bereken:

1 Hoeveel newton  is 4,5 kg suiker

2 Hoeveel newton  is 200 gram snoep

3 Massa (kg) van een voorwerp van 500 Newton

Antwoorden

1 = 20 N

2 =3 N

3 = 50 KG

Aan de slag opdracht 4 t/m 6 blz. 149

Wat: maken opdracht 4 t/m 6  paragraaf 8.1

Hoe: Zelfstandig/fluisteren

Hulp: Buurman of buurvrouw of docent

Tijd: 10 minuten

Klaar: Alvast verder doorlezen paragraaf 8.1

Leerdoel

1 Je kunt aangeven welke 2 wrijvings-

   krachten een beweging tegenwerken

2 Je kunt aangeven wat de oorzaak van een bewegingsverandering is

Herhaling 3 minuten

1 Een kracht (F1) = 150 Newton kan met een pijl getekend worden. 1 cm is 30 Newton. Hoe groot wordt de pijl?

2 Een kracht (F2) kan worden getekend met een pijl van 6 cm. 1 cm is 25 newton. Hoe groot is de kracht van F2?

Antwoorden

1 = 5 cm

2 = 150 Newton

Waarom rijdt een auto steeds langzamer als het gaspedaal wordt losgelaten?

Twee wrijvingskrachten:

1 Luchtweerstand: Hoe sneller de auto rijdt hoe groter de luchtweerstand. Hetzelfde als met harde tegenwind.

2 Rolweerstand: De rolweerstand van wielen remmen ook af. Er is meer weerstand bij een grindpad en met lege banden.

Aerodynamische vorm

Maakt de luchtweerstand zo klein mogelijk!

Verzin 2 dingen die een aerodynamische vorm hebben.

Vorbeelden aerodynamische vorm

Aerodynamische vorm filmpje

https://www.youtube.com/watch?v=mAAVOEh-J6g

Welke krachten werken tijdens het fietsen?

Spierkracht: gebruik je om in beweging te komen en te blijven.

Zwaartekracht: zorgt er voor dat je op de grond blijft

Wrijvingskracht: werkt de beweging tegen en zorgt ervoor dat je kunt afremmen. (bespreken bron 6 op bladzijde 162.)

Aan de slag!

Huiswerk: maken opdracht 9 tot en met 16 (blz 161)

Klaar?: 

- maken test jezelf blz 152

- maken test jezelf op blz 164

Welke twee wrijvingskrachten tijdens het fietsen?

Wie is het sterkste?