Oefentoets H8

Toets H 8 krachten
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Toets H 8 krachten

Slide 1 - Tekstslide

Sleep  het onderwerp naar de juiste kracht 
veerkracht
spierkracht
zwaartekracht
wrijvingskracht
een elastiekje rekt uit
Je duwt tegen een deur
Een steen valt
Een bal rolt steeds langzamer

Slide 2 - Sleepvraag

Emin heeft een massa van 65 kg. Hoe groot is de zwaartekracht die op Emin werkt? Geef je berekening en je antwoord

Slide 3 - Open vraag

Je zet de kruk op de tafel:
A
Veerkracht
B
Wrijvingskracht
C
Zwaartekracht
D
Spierkracht

Slide 4 - Quizvraag

De kruk die je net op tafel hebt gezet valt weer naar beneden... Dit is:
A
Veerkracht
B
Wrijvingskracht
C
Zwaartekracht
D
Spierkracht

Slide 5 - Quizvraag

Jan is aan het fietsen met een spierkracht van 360 N.
De luchtweerstand is 330 N
Wat gebeurt er met zijn snelheid?
A
Die is constant
B
Er is vertragen
C
Er is versnelling
D
Hij remt

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de eenheid van kracht?
A
Newton
B
Kilogram
C
Newton per vierkante meter
D
Watt

Slide 7 - Quizvraag

Waarom is het handig om een kracht als een pijl te tekenen? Geef twee redenen

Slide 8 - Open vraag

Bekijk de krachtmeters
hiernaast. Welke krachtmeter
heeft het grootste bereik?
A
1
B
2
C
3

Slide 9 - Quizvraag

Bauke Mollema rijdt op zijn racefiets de berg af. Welke twee krachten brengen hem in beweging?

Slide 10 - Open vraag

De pijl naar links stelt een
wrijvingskracht voor.
Schrijf een wrijvingskracht
op die op Bauke werkt

Slide 11 - Open vraag

Welke drie dingen zijn belangrijk bij het tekenen van een kracht?

Slide 12 - Open vraag

Wat is de eenheid van kracht?
A
F
B
N
C
K
D
kg

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het symbool van kracht?
A
F
B
N
C
K

Slide 14 - Quizvraag

Een kracht heeft een grootte van 35 Newton.
Wat is de lengte van de vector wanneer de krachtenschaal is: 1 cm = 5 N.
A
35 cm.
B
7 cm.
C
5 cm.
D
165 cm.

Slide 15 - Quizvraag

Kijk in de afbeelding goed naar de pijlen. Wat gebeurt er met de snelheid van Bauke?
A
hij versnelt
B
de snelheid blijft gelijk
C
hij vertraagt
D
geen idee. Het plaatje geeft te weinig info

Slide 16 - Quizvraag

Herhaling 3 minuten
Bereken:
1 Hoeveel newton  is 53,3 kg suiker
2 Hoeveel newton  is 6 gram snoep
3 Massa (kg) van een voorwerp van 380 Newton

timer
3:00

Slide 17 - Tekstslide

Herhaling 3 minuten
1 Een kracht (F1) = 210 Newton kan met een pijl getekend worden. 1 cm is 30 Newton. Hoe groot wordt de pijl?

2 Een kracht (F2) kan worden getekend met een pijl van 5 cm. 1 cm is 35 newton. Hoe groot is de kracht van F2?
timer
3:00

Slide 18 - Tekstslide

oefenen omrekenen naar gram

Hoeveel gram = 
0,2 kg
3,5 kg
0,22 kg
0,45 kg
0,002 kg
3800 kg
timer
4:00

Slide 19 - Tekstslide

oefenen omrekenen naar newton

Hoeveel newton = 
1000 gram?
3000 gram
500 gram
300 gram
100 gram
50 gram
timer
4:00

Slide 20 - Tekstslide

filmpje
https://schooltv.nl/video-item/wat-is-de-snelheid-van-het-licht-300000-kilometer-per-seconde

https://schooltv.nl/video-item/luchtweerstand-bij-autos-minder-luchtweerstand-betekent-een-lagere-brandstofverbruik

https://schooltv.nl/video-item/clipphanger-wat-is-de-geluidsbarriere

https://schooltv.nl/video-item/kun-je-schuren-zonder-schuurmachine-met-een-scooter-en-een-rol-schuurpapier

Slide 21 - Tekstslide

Einde toets

Slide 22 - Tekstslide