Aanvullende onderzoeken

Klinisch redeneren 
Aanvullende onderzoeken  
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Klinisch redeneren 
Aanvullende onderzoeken  

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanvullende onderzoeken
  • anamnese/lichamelijk onderzoek/ onderzoeksinstrumenten
  • monsters verzamelen 
  • bloedonderzoek
  • radiologische onderzoek (röntgen/ct/mri/echo)
  • nuclaire onderzoek (PETscan/botscan)
  • scopie
  • biopt afnemen (PA-diagnose)
  • functieonderzoeken 


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Monsters verzamelen

Slide 3 - Tekstslide

Een swab en een e-swab zijn beide afnamesystemen die worden gebruikt voor het verzamelen van monsters bij patiënten. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OOverige:
  • sputum
  • wondkweek
  • hielprik

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten verzamelen
van monsters

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is het verschil tussen een urinesediment en een kweek?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn indicaties
voor urine onderzoek?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is glucoserie?
A
Als er glucose uitgeplast word
B
Als glucose ophoopt in de nieren
C
Als glucose niet uitgescheiden word
D
Als er glucose in de urine zit

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je vet in de urine?
A
glucosurie
B
aceton urine
C
ketonurie

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een urinekweek wordt gekeken naar de aanwezigheid van..
A
Bacteriën
B
Rode bloedcellen
C
Beide bovenstaande
D
Geen van bovenstaande

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarop kun je feces onderzoeken?
welke virussen enz ken je?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloed
vingerprik, hielprik, venapunctie

  • Hb, Ht, natrium, kalium, calcium, glucose, bloedgas
  • leukocyten, erytrocyten, creatinine
  • CRP, bezinking

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sputum observeren
  •  Samenstelling
  • Geur
  • Kleur
  • Hoeveelheid 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sputum opvangen voor observatie
Zorgvrager moet flink diep inademen en ophosten
Gebeurd altijd 's morgens

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wattenstokjes
  • Wond
  • Keel
  •  Neus
  • Oog
  • Perineum
  • Rectum

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doen
Bestudeer de theorie
Maak de toets
Gedaan? Ontvang de 1ste handtekening

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Computertomografie

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waar worden CT-scans vaak voor ingezet?
A
Afbeelden van de hersenen
B
Afbeelden van de longen
C
Afbeelden van de buik
D
Afbeelden van de kransslagaders van het hart

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Röntgenonderzoek 
Om een beeld te krijgen van bijvoorbeeld botbreuken worden röntgenfoto’s gemaakt. De röntgenstralen gaan door het lichaam heen en geven een soort schaduwbeeld van de organen en het skelet. 

Ook bij het vermoeden van hartfalen, een longontsteking of een longtumor kan een röntgenfoto meer duidelijkheid geven.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar zie je de botbreuk?
A
B

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Scintigrafie 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kunnen de radioactieve stoffen toegediend worden
A
Via een infuus
B
Door te drinken
C
Door in te ademen
D
Anaal innemen

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat bloed?
A
Erytrocyten en leukocyten
B
Erytrocyten en bloedplaatjes
C
Erytrocyten, leukocyten en bloedplaatjes
D
Erytrocyten, leukocyten en trombocyten

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

MRI

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MRI staat voor Magnetic Resonance Imaging. Bij een MRI-scan wordt gebruikt gemaakt van een grote magneet in combinatie met radiogolven. Hierdoor ontstaat een signaal dat met een computer kan worden omgezet tot een heel nauwkeurig plaatje van het betreffende lichaamsdeel. 

MRI-scans worden vooral ingezet voor het afbeelden van de hersenen en het ruggenmerg. 

Ook voor het nauwkeurig afbeelden van ingewikkelde gewrichten zoals de schouder of de knie is een MRI-scan heel handig.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat levert een MRI scan op?
A
nauwkeurige beelden van bepaalde lichaamsdelen
B
nauwkeurige filmpjes van bepaalde lichaamsdelen

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Echografie 
Door geluidsgolven op hoge frequentie door het lichaam te zenden, wordt het weerkaatst wanneer het interne organen en weefsels tegenkomt. 

Echografie is geschikt voor het in beeld brengen van bepaalde bloedvaten, organen in de buikholte en ongeboren baby's. 

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt en zichtbaar met een echo?
A
weefsel en organen
B
botten en gewrichten

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

PET-scan 
Positron Emissie Tomografie. Een PET-scan maakt gebruik van radioactieve stoffen. Deze verzamelen zich op een specifieke plaats in het lichaam, bijvoorbeeld bij een tumor. PET-scan wordt gecombineert met röntgen-CT-scan. 

Slide 47 - Tekstslide

https://gezondr.nl/medische-scans-echo-rontgen-mri-ct-pet/#:~:text=Bij%20een%20%E2%80%9Cecho%E2%80%9D%20oftewel%20echografie%20oftewel,die%20zich%20tussen%20benige%20structuren%20bevinden.&text=Bij%20een%20%E2%80%9Cecho%E2%80%9D%20oftewel,tussen%20benige%20structuren%20bevinden.&text=%E2%80%9Cecho%E2%80%9D%20oftewel%20echografie%20oftewel,die%20zich%20tussen%20benige 
Waarom is een pet-scan handig bij ziektes zoals kanker?
A
omdat de kanker cellen veel vetten nodig hebben
B
omdat de kanker cellen veel voedingsstoffen nodig hebben

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kijken in het lichaam
Scopie = d.m.v. een sonde met een camera kijken in de holle organen.
Voor onderzoek van:

  • slokdarm
  • luchtpijp
  • maag 
  • darmen
  • gewrichten

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biopsie 
Afname van klein stukje weefsel om een aandoening te onderzoeken. 

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hier zie je een   spirometer
Deze test wordt ingezet om te kijken hoe de circulatie reageert op inspanning. 
Provocatietest

Slide 51 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meest gebruikte bepalingen bij spirometrie 
F= forced = geforceerd​
E= expiratory = uitblazen​
C= capacity = inhoud, vermogen, capaciteit ​
V= vital = vitaal, levendig​

VC, FVC, FEV1,

Blz. 160 





Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN
Vragen

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies