De balans
1 / 12
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat staat er op een balans?
A
Bezittingen, schulden en eigen vermogen
B
Bezittingen en schulden
C
Bezittingen en winst
D
Bezittingen en eigen vermogen
Slide 2 - Quizvraag
Wat zijn voorbeelden van vaste activa?
A
Pand en voorraden
B
Pand, terrein, inventaris
C
Voorraden en auto's
D
Debiteuren en software
Slide 3 - Quizvraag
Wat zijn vlottende activa?
A
Kortlopende bezittingen, korter dan een jaar
B
Lang lopende bezittingen, langer dan een jaar
Slide 4 - Quizvraag
Activa staan op de debetzijde van de balans. Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Wat zijn passiva?
A
Schulden van een onderneming
B
Bezittingen van een onderneming
Slide 6 - Quizvraag
Wat is eigen vermogen?
A
Schulden van een onderneming
B
Geld dat je zelf in een bedrijf hebt gestoken?
Slide 7 - Quizvraag
Wat is vreemd vermogen kort?
A
Leningen korter dan een jaar
B
Leningen langer dan een jaar
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een debiteur?
A
Een leverancier aan wie je nog geld moet betalen
B
Een klant die nog moet betalen
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een crediteur?
A
Een leverancier aan wie je nog geld moet betalen
B
Een bank
Slide 10 - Quizvraag
Wat is liquiditeit?
Slide 11 - Woordweb
Wat is Solvabiliteit?
