De vertering

OPNAME VAN VOEDINGSSTOFFEN 
                        
    De vertering   
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingsleerSecundair onderwijs

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

OPNAME VAN VOEDINGSSTOFFEN 
                        
    De vertering   

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Groepen voedingsstoffen
BOUWSTOFFEN 
-> Zorgen voor celopbouw en celvernieuwing
BRANDSTOFFEN  
-> Zorgen voor je lichaamswarmte en voor energie 
BESCHERMENDE STOFFEN 
->Zorgen mee voor het behouden  van een gezond lichaam en  helpen bij het herstel na ziekte

Slide 2 - Tekstslide

anti oxidanten vitamine
functies van de voedingsstoffen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bouwstenen
De voedingsstoffen worden door spijsverteringssappen en enzymen gesplitst in de allerkleinste bouwstenen 
- Eiwitten in aminozuren 
- Vetten in glycerol en vetzuren
- Koolhydraten in glucose
- Vitaminen, mineralen en water kunnen zonder tussenkomst van spijsverteringssappen de darmwand passeren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De resten 
De onverteerbare voedingsstoffen en voedselresten worden via de dikke darm en de anus uit het lichaam verwijderd. 

Voorwaarde voor een goede spijsvertering:
 -  goede gebits- en tongfunctie 
- goede slikmogelijkheden.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPNAME VAN DE VOEDINGSSTOFFEN
 
= ABSORPTIE 


Enzymen zijn onmisbaar bij een goede vertering

Je kan ze vergelijken met scharen. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

To do 

Bekijk en luister naar het filmpje 
op de volgende slide 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

DE ENZYMEN - DEEL 1 
In de mond ->z........................ ->a ....................... ->m ............     
       
In de lever en met behulp van het galsap worden de      
v...................... door l...................... omgezet tot .........................vetten

In de maag -> ei ........................->p ......................->p .......................

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DE ENZYMEN DEEL 2
In de maag worden de eiwitten door het enzym pepsine omgezet in polypeptiden. 

In de lever en onder invloed van het galsap worden de vetten door lipase omgezet in geëmulgeerde vetten. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DE ENZYMEN - DEEL 3
Onder invloed van het pancreassap en galsap zal in de twaalfvingerige darm en de dunne darm het volgende gebeuren: 
               -> z........................ a .......................  m............
               -> ei ........................tr .......................p ............
               ->v...................li ..................  g............ + v............

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DE ENZYMEN DEEL 4

Nadien worden de polypeptiden door het enzym polypeptidase omgezet tot dipeptiden

De dipeptiden worden op hun beurt door het enzym dipeptidase omgezet tot aminozuren.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DE ENZYMEN DEEL 5
Tenslotte wordt m.................. door het enzym m................ omgezet tot g.................. en g..................

L............................... wordt door l....................... omgezet tot g......................... en g......................

S........................ wordt door het enzym s.......................... omgezet tot g..................... en f.................

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HERHALING

Slide 14 - Tekstslide

Alle suikers in het voedsel worden afgebroken tot enkelvoudige suikers

De lichaamscellen gebruiken hoofdzakelijk glucose als brandstof. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De lever
  • de voedingstoffen die via de dunne darm wand in het bloed zijn opgenomen komen via de poortader in de lever terecht.
  • Ze worden in de lever ‘gekeurd’ en verwerkt. De lever maakt er stoffen van waaraan op dat moment behoefte is in het lichaam.
  • de lever zorgt er dan voor dat de voedingsstoffen worden doorgestuurd naar de cellen in het lichaam

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies van de lever
Suikerstofwisseling: slaat glycogeen op en zorgt er voor dat suikerspiegel in balans is.
Vetstofwisseling: veel vetten die je nodig hebt kan de lever zelf maken. Ze worden gevormd uit glycerol en vetzuren.
eiwitstofwisseling :de aminozuren die de lever via de poortader binnenkrijgt vormen de grondstof van heel veel lichaamseigen eiwitten.
Ontgifting: de lever breekt veel stoffen af : zoals alcohol, drugs en medicijnen-> worden afgevoerd via het uitscheidingstelsel (urine of via gal naar de ontlasting).
Galproductie: Gal is ook een ondersteunende stof voor de vetvertering, vanwege zijn emulgerende werking. Zonder gal zou de vetvertering veel langer duren dan normaal (0.5-1l)
Opslag: In de lever kunnen veel stoffen opgeslagen worden. Opslag in de lever noem je ook wel stapeling.

Slide 17 - Tekstslide

e lever speelt een belangrijke rol bij het constant houden van de bloedsuikerspiegel, ofwel de glucoseconcentratie in het bloed. Zit er na een maaltijd meer glucose in je bloed dan er voor de directe energiebehoefte nodig is, dan zorgt de lever ervoor dat een deel van het overschot omgezet wordt in glycogeen. Glycogeen is de opslagvorm van glucose

 lever vormt een opslagplaats voor:
glycogeen;
vetten;
in vet oplosbare vitaminen, dat zijn de vitaminen A, D, E en K;
vitaminen van het B-complex;
ijzer;
een aantal sporenelementen.
opdracht
Teken a3 papier het volledig spijsverteringstelsel en benoem bij ieder orgaan welk enzymen daar van toepassing is en benoem welke voedingstoffen daar worden verkleint

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies