Sk H1 Zuivere stof of mengsel 1 Stofeigenschappen

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Scheikunde

Alles is gemaakt van atomen

atomen vormen moleculen

moleculen vormen stoffen

stoffen zoals voorwerpen, voeding, grondstoffen

leerdoelen

Aan het einde van de les kunnen jullie:

uitleggen in welke fasen een stof kan voorkomen

welke stofeigenschappen er zijn en welke de belangrijkste is

rekenen met dichtheid

Wat zijn de mogelijke fasen van een stof (in welke vorm komt een stof voor)

Fasen van een stof

gas 

vloeibaar

vast 

opgelost in water 

Noem een gasvormige stof

Gasvormige stoffen

Je ziet gas meestal niet, soms ruik je het

Faseaanduiding (g) komt van gassous, gasvormig in het engels

Lucht (g), Stikstof(g), Aardgas(g), water(g)

noem een vloeistof

vloeibare stoffen

Je zou het kunnen drinken (in een lab nooit doen)

Faseaanduiding (l) van Liquid, vloeibaar in het engels

water(l), cola(l), ethanol(l)

noem een vaste stof

vaste stoffen

je zou er in kunnen bijten (niet doen in een lab)

Fase aanduiding (s) van solidariteit, vast in het engels

zout (s), hout(s), koper (s), water (s)

opgelost in water

Veel stoffen lossen op in water. Als we een stof als (aq) opschrijven bedoelen we dat deze opgelost is in water

dus 

zout (aq) = zoutoplossing

alcohol (aq) = ontsmettingsgel, bier, wijn, jenever

Stofeigenschappen

Eigenschappen bepalen de stof. De stof die je voor iets gebruikt wordt gekozen aan de hand van de stofeigenschappen

hardheid, smeltpunt, kookpunt, fase bij kamertemperatuur, brandbaarheid, dichtheid, geleidingsvermogen

maar de belangrijkste zijn;

GEUR, KLEUR EN SMAAK.          (waarom eigenlijk?)

Stofeigenschappen

• Veel stoffen zien er hetzelfde uit. Aan de hand van de stofeigenschappen kun je dan uitvinden welke stof je hebt. Veel metalen zien er hetzelfde uit. Toch verschillen ze allemaal op een stofeigenschap:
  
• DICHTHEID

Dichteid

Dichtheid is de massa van een stof gedeeld door het volume.

Hoe bereken of bepaal je het volume van een voorwerp

massa 

Bepaal je met een weegschaal

dichtheid; massa; volume

eenheid =  g/cm³ = kg/L = 1000kg/m³

ρ=​v​​m​​

m=v.ρ

v=​ρ​​m​​