12.2 Het zit in de familie [HAVO les 2] [3-okt]

Welkom
Tas van tafel
Boeken + notitiespullen pakken
Ga in deze LessonUp
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Tas van tafel
Boeken + notitiespullen pakken
Ga in deze LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen vorige lessen
Ik kan een kruisingsschema van een kruising maken 


Je kent de term intermediair kan deze toepassen in kruisingsschema's  



Slide 2 - Tekstslide


Met het genotype gg heb je 2 recessieve allelen
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag


Tigo zegt: Het fenotype wordt bepaald door de erfelijke eigenschappen en de omgeving.
Mads zegt: Het genotype ligt vast, deze kun je niet aanpassen.
Wie heeft er gelijk?
A
Tigo
B
Mads
C
Tigo & Mads
D
Geen van beiden

Slide 4 - Quizvraag

23
46
Hoeveel chromosomen bevatten de onderste lichaamscellen afkomstig van een mens?

Slide 5 - Sleepvraag



Oorlellen kunnen vast of los zijn. De ouders in de afbeelding hiernaast hebben beide losse oorlellen.
Welk gen is dominant?

A
Gen voor losse oorlellen
B
Gen voor vaste oorlellen
C
Geen van beiden
D
Niet te zeggen

Slide 6 - Quizvraag



Bij mensen is het gen voor bruine ogen dominant over het gen van blauwe ogen. De vader van Juul en Jacques heeft blauwe ogen. Moeder heeft bruine ogen. Juul heeft blauwe ogen.
Hoe groot is de kans dat Jacques bruine ogen heeft?
Tip: Maak een kruisingsschema
A
0%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 7 - Quizvraag

Thalassemie is een zeer ernstige bloedziekte die het gevolg is van afwijkende rode bloedcellen. Rob is drager van het ziekmakende gen. Dit betekent dat hij zelf niet ziek is, maar wel het ziekmakende allel bezit. Rob is dus heterozygoot.

Komt het gen voor thalassemie in alle gewone lichaamscellen van Rob voor? En in alle zaadcellen?
A
in alle gewone lichaamscellen en in alle zaadcellen
B
in alle gewone lichaamscellen en in de helft van de zaadcellen
C
in de helft van de gewone lichaamscellen en in alle zaadcellen
D
in de helft van de gewone lichaamscellen en in de helft van de zaadcellen

Slide 8 - Quizvraag

Thalassemie is een zeer ernstige bloedziekte die het gevolg is van afwijkende rode bloedcellen. Rob is drager van het ziekmakende gen

Is te bepalen of Thalassemie op het x-chromosoom ligt of niet
A
Ja, het ligt op het x-chromosoom
B
Ja, het ligt niet op het x-chromsoom
C
Dat is niet uit de tekst te halen

Slide 9 - Quizvraag

Leerdoel deze les



Je leert hoe aandoeningen overerven en hoe je eigenschappen in een stamboom weergeeft.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Recessief of dominant?
Recessief of dominant?
Zoek een kind dat een ander fenotype heeft dan beide ouders. (Sem, Karin, Hans). Het kind moet homozygoot recessief zijn en de ouders heterozygoot (evt. drager). Dat houdt in dat het witte allel de dominante is en het rode allel de recessieve

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Persoon 4 heeft blauwe ogen. De rest heeft bruine ogen. Bij wie kan je met zekerheid zeggen dat ze heterozygoot zijn?

Slide 16 - Open vraag

Hiernaast zie je een familie waarin albinisme voorkomt.
a) Is het allel albinisme dominant of recessief?
b) Wat is de kans dat het kind bij het vraagteken ook albino wordt?

Slide 17 - Open vraag

Van de individuen 5 en 6 uit de stamboom is bekend dat ze blauwe ogen hebben. Het allel voor blauwe ogen is recessief ten opzichte van dat voor bruine ogen.
Is met zekerheid te zeggen of 1 van de individuen 1, 2, 3 of 4 blauwe ogen heeft? Zo ja, welke?

Slide 18 - Open vraag

Huiswerk
Maak opdracht 13 t/m 17 van 12.2

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link