In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Tas van tafel
Boeken + notitiespullen pakken
Ga in deze LessonUp
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen vorige lessen
Ik kan een kruisingsschema van een kruising maken
Je kent de term intermediair kan deze toepassen in kruisingsschema's
Slide 2 - Tekstslide
Met het genotype gg heb je 2 recessieve allelen
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Tigo zegt: Het fenotype wordt bepaald door de erfelijke eigenschappen en de omgeving.
Mads zegt: Het genotype ligt vast, deze kun je niet aanpassen.
Wie heeft er gelijk?
A
Tigo
B
Mads
C
Tigo & Mads
D
Geen van beiden
Slide 4 - Quizvraag
23
46
Hoeveel chromosomen bevatten de onderste lichaamscellen afkomstig van een mens?
Slide 5 - Sleepvraag
Oorlellen kunnen vast of los zijn. De ouders in de afbeelding hiernaast hebben beide losse oorlellen.
Welk gen is dominant?
A
Gen voor losse oorlellen
B
Gen voor vaste oorlellen
C
Geen van beiden
D
Niet te zeggen
Slide 6 - Quizvraag
Bij mensen is het gen voor bruine ogen dominant over het gen van blauwe ogen. De vader van Juul en Jacques heeft blauwe ogen. Moeder heeft bruine ogen. Juul heeft blauwe ogen.
Hoe groot is de kans dat Jacques bruine ogen heeft?
Tip: Maak een kruisingsschema
A
0%
B
50%
C
75%
D
100%
Slide 7 - Quizvraag
Thalassemie is een zeer ernstige bloedziekte die het gevolg is van afwijkende rode bloedcellen. Rob is drager van het ziekmakende gen. Dit betekent dat hij zelf niet ziek is, maar wel het ziekmakende allel bezit. Rob is dus heterozygoot.
Komt het gen voor thalassemie in alle gewone lichaamscellen van Rob voor? En in alle zaadcellen?
A
in alle gewone lichaamscellen en in alle zaadcellen
B
in alle gewone lichaamscellen en in de helft van de zaadcellen
C
in de helft van de gewone lichaamscellen en in alle zaadcellen
D
in de helft van de gewone lichaamscellen en in de helft van de zaadcellen
Slide 8 - Quizvraag
Thalassemie is een zeer ernstige bloedziekte die het gevolg is van afwijkende rode bloedcellen. Rob is drager van het ziekmakende gen
Is te bepalen of Thalassemie op het x-chromosoom ligt of niet
A
Ja, het ligt op het x-chromosoom
B
Ja, het ligt niet op het x-chromsoom
C
Dat is niet uit de tekst te halen
Slide 9 - Quizvraag
Leerdoel deze les
Je leert hoe aandoeningen overerven en hoe je eigenschappen in een stamboom weergeeft.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Recessief of dominant?
Recessief of dominant?
Zoek een kind dat een ander fenotype heeft dan beide ouders. (Sem, Karin, Hans). Het kind moet homozygoot recessief zijn en de ouders heterozygoot (evt. drager). Dat houdt in dat het witte allel de dominante is en het rode allel de recessieve
Slide 13 - Tekstslide
biologiepagina.nl
Slide 14 - Link
biologiepagina.nl
Slide 15 - Link
Persoon 4 heeft blauwe ogen. De rest heeft bruine ogen. Bij wie kan je met zekerheid zeggen dat ze heterozygoot zijn?
Slide 16 - Open vraag
Hiernaast zie je een familie waarin albinisme voorkomt. a) Is het allel albinisme dominant of recessief? b) Wat is de kans dat het kind bij het vraagteken ook albino wordt?
Slide 17 - Open vraag
Van de individuen 5 en 6 uit de stamboom is bekend dat ze blauwe ogen hebben. Het allel voor blauwe ogen is recessief ten opzichte van dat voor bruine ogen. Is met zekerheid te zeggen of 1 van de individuen 1, 2, 3 of 4 blauwe ogen heeft? Zo ja, welke?