je kunt de reactie-energie berekenen met de vormingswarmte (Binas tabel 57)
5H SK LPM
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Leerdoel
je kunt de reactie-energie berekenen met de vormingswarmte (Binas tabel 57)
5H SK LPM
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je nog van de vorige les
een korte test en herhaling van de theorie
om te oefenen
Slide 2 - Tekstslide
Bij een endotherme reactie wordt de temperatuur (van de directe omgeving) voor en na de reactie gemeten. Voor de reactie is de temperatuur 20°C, wat is de temperatuur van de omgeving na de reactie?
A
Dat is afhankelijk van de soort stof
B
20°C
C
Hoger dan 20°C
D
Lager dan 20°C
Slide 3 - Quizvraag
Bij een bepaalde reactie geldt ΔE = +15,3*10⁵ Joule per mol. Wat voor een reactie is dit?
A
Een ontledingsreactie
B
Een verbrandingsreactie
C
Een exotherme reactie
D
Een endotherme reactie
Slide 4 - Quizvraag
Vaak worden exotherme reacties in het lab gekoeld met ijswater. Waarom?
A
Omdat deze reacties alleen verlopen als het ijskoud is.
B
Omdat de temperatuur zo kan oplopen dat een vloeistof gaat koken.
C
Omdat de opbrengst van de
reactie dan hoger wordt.
D
Om de reactie sneller te laten verlopen.
Slide 5 - Quizvraag
Reactie-energie berekenen
Soms is het niet mogelijk om via een experiment de reactie-energie te berekenen, bijvoorbeeld omdat er ook nevenreacties verlopen en bijproducten ontstaan.
Ook verlies je vaak warmte aan de omgeving, omdat de meetopstelling niet 100% geïsoleerd is. Soms is het mogelijk om de reactie-energie te berekenen met waarden uit een tabel, zoals met tabel Binas 57.
Slide 6 - Tekstslide
9.2
Slide 7 - Tekstslide
9.2
Slide 8 - Tekstslide
Binas 57A en B
Hoe bereken je de reactie-energie met behulp van de vormingsenergie?
Slide 9 - Tekstslide
ΔE = Eeind - Ebegin
Slide 10 - Tekstslide
stappenplan berekenen ΔE
Noteer de kloppende reactievergelijking
Noteer onder elke stof de vormingswarmte uit Binas 57 en houd rekening met - en +, en het aantal mol (bijv 3 H₂O = 3x vormings-warmte H₂O)
Tel de energie van de beginstoffen op (Ebegin) en van de reactieproducten op (Eeind)
Bereken ΔE met: ΔE = (Eeind) - (Ebegin) Gebruik haakjes!
Controleer of je ΔE nog moet omrekenen naar J per 1 mol
Slide 11 - Tekstslide
Bereken de reactiewarmte voor de vorming van ammoniak (NH₃) uit de elementen.
oefen
dit is een oefening om te kijken of je snapt hoe je de getallen juist moet gebruiken. Deze som wordt op de volgende slides uitgelegd. Maak het eerst zelf als je nog twijfelt.
oefen
dit is een oefening om te kijken of je snapt hoe je de getallen juist moet gebruiken. Deze som wordt op de volgende slides uitgelegd. Maak het eerst zelf als je nog twijfelt.
oefen
dit is een oefening om te kijken of je snapt hoe je de getallen juist moet gebruiken. Deze som wordt op de volgende slides uitgelegd. Maak het eerst zelf als je nog twijfelt.
Slide 12 - Open vraag
berekening reactiewarmte vorming van NH₃ (1/2)
(eerst kloppend maken!)
vorming uit de elementen, daarvan is de vormingsenergie = 0 J
in de reactievergelijking staan 2 NH₃, dus de vormingswarmte moet
maal 2
Slide 13 - Tekstslide
berekening reactiewarmte vorming van NH₃ (2/2)
Slide 14 - Tekstslide
Diwaterstofsulfide (H₂S) reageert met zuurstof tot water en zwaveldioxide. Alle stoffen zijn gassen. Bereken de reactiewarmte van de reactie.
Slide 15 - Open vraag
Antwoord (1/2)
Reactievergelijking:
2 H2S (g) + 3 O2 (g) --> 2 H2O (g) + 2 SO2 (g)
vormingsenergieën (Binas 57)
2x -0,206x10⁵ 3x02x -2,42x10⁵2x -2,97x10⁵
Slide 16 - Tekstslide
Antwoord (2/2)
( (2 x -2,97 x 105) + (2 x -2,42 x 105) ) - ( (2 x - 0,206 x 105) + 0 ) =