Goederen week 3

Goederenopslag
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Goederenopslag

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

soorten magazijnen
Magazijn: een opbergplaats van goederen.
Intern magazijn: een onderdeel van de winkel. Het magazijn staat in directe verbinding met de winkel.
Extern magazijn: een magazijn op enige afstand van de winkel.
Een voorbeeld van een extern magazijn is een centraal magazijn of distributiecentrum. De goederen worden van daaruit verdeeld over de filialen.

Slide 3 - Tekstslide

Magazijnindeling
De routing is de weg vanaf de magazijndeur tot in de winkel.
Met een goede magazijnindeling en een juiste routing werk je snel.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Locatiesystemen
Vast locatiesysteem: de artikelen plaats je altijd op dezelfde plek.
Vrij locatiesysteem: je plaatst de artikelen op de plaatsen die vrij zijn.
Gemengd locatiesysteem: sommige artikelen leg je op een vaste plekken en andere artikelen op een beschikbare plek.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Fifo-Lifo-methode
Fifo: first in, first out. Wat het eerst geleverd wordt gaat er als eerste uit. De verse producten zijn een goed voorbeeld. De houdbaarheidsdatum is hier van belang.
Lifo: last in, first out. De goederen die het laatst binnenkomen kunnen ook als eerste verkocht worden. Bijvoorbeeld zakken zand, of stenen bij een bouwmarkt.

Slide 8 - Tekstslide

Opslagmethoden
Buitenopslag: De goederen worden buiten het magazijn opgeslagen. Voorbeelden zijn zand, bakstenen, tuinaarde.
Vloeropslag: De artikelen worden direct op de vloer gezet. 
Het nadeel is dat het veel ruimte vraagt. De artikelen staan vaak op een pallet of vlonder. De artikelen mogen niet breekbaar zijn, zoals pakken WC-papier, kratten bier...
Stellingopslag: De artikelen worden in stellingen opgeslagen.
Specifieke opslag: opslag van speciale artikelen, bijvoorbeeld een kledingrek, chemicaliën, diepvriesproducten.

Slide 9 - Tekstslide

Fast movers of snellopers zijn artikelen die veel worden verkocht, zoals actieproducten. Deze artikelen liggen zo dicht mogelijk bij de winkel.
Slow movers: artikelen die minder snel verkopen. Deze artikelen liggen vaak achter het magazijn op een vaste locatie.

Slide 10 - Tekstslide