Les Mee herhaling les 4

Herhaling
Lees Mee les 4
Oost West Thuis best
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling
Lees Mee les 4
Oost West Thuis best

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Herhaling 

Ik ken de betekenis van de woorden van les 4
Ik weet wat synoniemen, omschrijvingen en tegenstellingen zijn en kan voorbeelden opnoemen.
Ik weet wat een uitdrukking, gezegde of spreekwoord betekent. 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Wat was het ook alweer? 



Het synoniem
Het antoniem 
De omschrijving 
Uitdrukking, gezegde en spreekwoord 
Figuurlijk taalgebruik - Letterlijk taalgebruik
Verwijswoorden



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra uitleg: 
Het spreekwoord: Vaste zin, kun je niet veranderen. 
Voorbeeld: "De appel valt niet ver van de boom" (kinderen lijken vaak op hun ouders)
De uitdrukking: Kan binnen de zin veranderen en het is figuurlijk 
Voorbeeld: "Een handje helpen" (Iemand helpen) 
Het gezegde: Is kort en heeft geen werkwoord
Voorbeeld: "Met hart en ziel" (met heel veel liefde en motivatie)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Typ het antoniem van het woord:
'met'

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Typ het antoniem van het woord:
'gewoon'

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Typ het antoniem van het woord:
'iets ouds'

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Typ het antoniem van het woord:
'hetzelfde'

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Typ het antoniem van het woord:
'overvloed'

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met:
'gebrek'
Let op: Als je een zin maakt met gebrek moet je ook 'aan' gebruiken!

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Typ het antoniem van het woord:
'vol'

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Typ het antoniem van het woord:
'te weinig of te veel'

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Typ het antoniem van het woord:
'leegmaken'

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Typ het antoniem van het woord:
'los'

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Typ het antoniem van het woord:
'zwak'

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Typ het antoniem van het woord:
'nadeel'

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Typ het antoniem van het woord:
'duur'

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Typ het antoniem van het woord:
'slap'

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Typ het antoniem van het woord:
'star, onbuigzaam'

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Typ het antoniem van het woord:
'dun'

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Typ het antoniem van het woord:
'langzaam'

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Typ het antoniem van het woord:
'het verleden'

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Typ het antoniem van het woord:
'minder'

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Typ het antoniem van het woord:
'groter'

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Ik ken de betekenis van de woorden van les 4
Ik weet wat synoniemen, omschrijvingen en tegenstellingen zijn en kan voorbeelden opnoemen.
Ik weet wat een uitdrukking, gezegde of spreekwoord betekent. 
Nu maken: Opdrachten in het boek


Slide 25 - Tekstslide

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 
Theorie; weet je nog?
Voor je leest bekijk je de tekst:
1. bekijk de afbeelding/foto
2. lees de titel
3  zoek de inleiding
4. lees de tussenkopjes
5. tel de alinea's
6. wat is de bron/waar komt deze tekst vandaan?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is mijn opdracht goed?

Slide 27 - Open vraag

Door leerlingen vooraf na te laten denken over waar de opdracht aan moet voldoen, krijgen ze kwaliteitsbesef. Hierdoor zijn de leerlingen in staat om zelf in te schatten waar hun inspanningen bij de opdracht voor verbetering vatbaar zijn. 
Instructie
1.We lezen de tekst zonder woordenboek.
Maak opdracht 4 , blz 37.....

Je maakt ook opdracht 5, blz 38

We kijken straks samen na

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is dit nu gelukt?
Aan het einde van de les heb je nbieuwe woorden geleerd over verschillende soorten woningen/huizen

Je weet ook dat de tekst uit de titel, inleiding, alinea's met tussenkopjes bestaat.

Je kunt woorden begrijpen door de informatie van de tekst te gebruiken

Slide 29 - Tekstslide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
BEGRIPPEN UIT DEZE LES
het hout
de woning
de huurwoning
de alinea
de regel

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit ticket (formatief evalueren)

Zie voorbeelden in de map TOOLS 
van de gedeelde map.

Slide 31 - Tekstslide

Formatief evalueren: 
Het werken met leerdoelen maakt effectief feedback geven mogelijk.
Gedurende de les wordt continue geëvalueerd in hoeverre de leerlingen de leerdoelen
beheersen. Leerlingen gaan pas aan de slag met het volgende leerdoel wanneer zij
aantonen de vorige te beheersen. De docent laat op verschillende manieren weten waar
leerlingen naartoe werken (feed-up), of zij goed bezig zijn (feed-back) en wat de volgende
stap is (feedforward). Deze feedback is niet alleen gericht op een taak/product, maar vooral
ook op hoe leerlingen op een juist antwoord zijn gekomen (proces). Enkele praktische tips
om met formatief evalueren aan de slag te gaan: https://toetsrevolutie.nl/?p=2298 &
https://hetdigitalewerkvormenboek.files.wordpress.com/2020/07/het-digitale-
werkvormenboek.pdf
Klik op de spinner
Formatief evalueren

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies