20. Schrijfdossier opdracht 4 onderzoeksartikel

PLANNING VAN DEZE LES
1.  Overzicht Schrijfdossier
2. Ophalen
3.  Eén zin; drie vragen
4.  Het onderzoeksartikel
5.  Aan de slag!
6.  Volgende week


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

PLANNING VAN DEZE LES
1.  Overzicht Schrijfdossier
2. Ophalen
3.  Eén zin; drie vragen
4.  Het onderzoeksartikel
5.  Aan de slag!
6.  Volgende week


Slide 1 - Tekstslide

1. OVERZICHT SCHRIJFDOSSIER
► dinsdag 05 maart: het onderzoeksartikel
dinsdag 12 maart: het formulier en een begeleidende e-mail
dinsdag 19 maart: het betoog
dinsdag 26 maart: de reflectie
► dinsdag 2 april: je controleert jouw verslag met behulp van opdracht 8, daarna kan je jouw Schrijfdossier via CumLaude inleveren. 

Deadline dinsdag 2 april, 22:00 uur. Pas op: dit is een serieuze deadline. Een echte. 


Slide 2 - Tekstslide

2. OPHALEN
De zinsdelen van een zin vind je als volgt:  
   
1. Zet de zin in een andere tijd. Dat wat verandert, is een werkwoord/de pv.
2. Zet streepjes (in je hoofd) meteen voor en na de persoonsvorm (pv). 
3. Je laat nu de persoonsvorm op dezelfde plek staan. 
    a) Dat wat ervóór staat, is al een zinsdeel. Dat krijg je gratis.  
    b) Wat kan er nog meer vóór? Dat is dan ook een zinsdeel. 

Het moeten nog wel goede Nederlandse zinnen zijn! 
    

Slide 3 - Tekstslide

ONDERWERP
De persoonsvorm is een werkwoord dat het onderwerp 'laat werken'.  

Kijk maar: 'Mijn buurvrouw | is | aaardig.' 
►Wat is de persoonsvorm? 


Stel de vraag 'wie of wat' aan de persoonsvorm
Het antwoord is het onderwerp. 


Slide 4 - Tekstslide

3. QUIZZZ!
Eén zin, drie vragen! 

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn de juiste zinsdelen ook alweer?

'De bos bloemen staat op de tafel'
A
De bos bloemen staat | op| de tafel
B
De bos bloemen | staat | op | de tafel
C
De bos bloemen | staat | op de tafel
D
De bos | bloemen | staat | op de tafel

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?

'De bos bloemen | staat | op de tafel'
A
De bos bloemen
B
staat
C
op de tafel

Slide 7 - Quizvraag

En wat is het onderwerp?

'De bos bloemen | staat | op de tafel'
A
De bos bloemen
B
staat
C
op de tafel

Slide 8 - Quizvraag

STARTEN MET HET SCHRIJFDOSSIER
Maak een Word-bestand aan met een voorblad 'Schrijfdossier'. Noem het bestand: Schrijfdossier 2023-2024 [jouw voor- en achternaam]

Volg de richtlijnen in het Schrijfdossier (zie e-mail) en maak de opdrachten. Kopieer en plak ze vervolgens in jouw Schrijfdossier. Je maakt het Schrijfdossier naar voorbeeld van de StartUp, dus met voorblad, automatische inhoudsopgave, inleiding, kern (de opdrachten) en slot (de reflectie). Vergeet ook niet de Pagina-eindes en de paginanummering. 

Deadline Schrijfdossier: dinsdag 2 april 23:59 uur. 


Slide 9 - Tekstslide

2. het onderzoeksartikel
Het gaat er bij een onderzoeksartikel om dat je gegevens interpreteert en in verhalende vorm opschrijft. Dus niet letterlijk overnemen wat er in de grafieken enz. staat. 

Volg de richtlijnen in het Schrijfdossier en haal daar de informatie (grafieken, tabellen) uit om jouw onderzoeksartikel te schrijven. 

LESDOELEN
- je kent de taalconventies van een artikel
- je weet waar '5 W's en 1 H' voor staan

Slide 10 - Tekstslide

het artikel
Tekstsoort: informatief. 
Tekstdoel: informeren. 

Titel?
inleiding
kern - altijd in alinea's
slot
Afsluiting?

Slide 11 - Tekstslide

3. Aan de slag
Schrijf een onderzoeksartikel aan de hand van de informatie uit het Schrijfdossier. 

Neem jouw schrijfproduct op in je Schrijfdossier als opdracht 5. 

Slide 12 - Tekstslide

4. VOLGENDE WEEK
... krijg je les over de zakelijke, de formele e-mail en ga je deze schrijven als begeleidende e-mail bij een (ingevuld) formulier.  

Lees alvast deze opdracht door in het Schrijfdossier.  

Slide 13 - Tekstslide

INFORMATIE OVER DE NULMETING
Voorbeeld:  Bouwsteen 5 is grijs bij jou. 
Dan kan je drie dingen doen: 

1. zelfstandig in het voren werken aan een blauwe Bouwsteen.
2. aan Nederlands werken tijdens Nederlands.
3. je bent vrij van Nederlands voor de duur van de Bouwsteen die bij jou grijs is. 


Slide 14 - Tekstslide

OVERZICHT NEDERLANDS
De komende weken gaan we bezig met de opdrachten uit het Schrijfdossier (zie de volgende slide voor een overzicht)

Daarna gaan we klassikaal verder met Bouwsteen 04, daarna Bouwsteen 05, enz. 
We doen drie lesuren over één Bouwsteen. Het vierde lesuur heb je de Bouwsteentoets over die Bouwsteen. 

Eén Bouwsteen duurt dus twee lesweken. 

Slide 15 - Tekstslide

Na het Schrijfdossier
Bouwsteen 04. dinsdag 9 + 16 april ►Samenhang (signaalwoorden)
- dinsdag 16 april het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 04.


Bouwsteen 05. dinsdag 23 april + 7 mei ►Hoofd- en bijzaken
- dinsdag 7 mei het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 05.
Wie hoeven deze bouwsteen niet te doen: Chaya, Liselotte, Else, Wendely, Fenna, Daniel en Merel.
► Weet je al wat je gaat doen? Mail mij jouw besluit!

Slide 16 - Tekstslide

Bouwsteen 06. dinsdag 14 + 21 mei ► Informatie en meningen
- dinsdag 21 mei het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 06. 
Wie hoeven deze bouwsteen niet te doen:
Chaya, Else, Tessa, Wendely, Fenna, Daniel, Herma en Merel.


Bouwsteen 07. dinsdag 28 mei + 4 juni ► Evalueren
- dinsdag 4 juni het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 07.

Slide 17 - Tekstslide

Bouwsteen 08.  dinsdag 11 + dinsdag 18 juni ► Samenvatten
- dinsdag 18 juni het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 08.

Eindtoets Bouwstenen.  dinsdag 25 juni
- het eerste lesuur herhaling (de hoogtepunten) van alle bouwstenen
- dinsdag 25 juni het tweede lesuur Nederlands de eindtoets.

Vier lesuren in totaal over: dinsdag 2 juli en 9 juli.  
In deze lesuren kan je onder meer bouwsteentoetsen inhalen. 

Slide 18 - Tekstslide