MUS methode

MUS methode
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
IBS6MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

MUS methode

Slide 1 - Tekstslide

1. Waarom is gekozen voor een 5 minuten tellen vanaf een telpunt?
A
Waarnemers kunnen niet langer dan 5 minuten stil staan.
B
Dit maakt de telling eenvoudig en toch gestandaardiseerd. En niet zo tijdrovend.
C
Binnen 5 minuten zie en hoor je alle vogels uit de omgeving.

Slide 2 - Quizvraag

2. Welke vogels tellen mee?
A
Alleen de mannetjes
B
Alleen vogels met terreinbinding
C
Alleen de vogels die territoriaal gedrag vertonen.

Slide 3 - Quizvraag

3. Hoe ver mag je tellen vanaf je punt?
A
Je telt alles wat je ziet en hoort vanaf je telpunt.
B
Alle vogels binnen een straal van 100 meter.
C
Oneindig

Slide 4 - Quizvraag

4. Welke overvliegende vogels tellen mee?
A
Slaaptrek van Kauw en meeuwen
B
Overtrekkende Graspiepers
C
Jagende Sperwer

Slide 5 - Quizvraag

5. Tellen alle Gierzwaluwen mee?
A
Nee, alleen de hoogvliegende.
B
Ja, zowel de laag- als de hoogvliegende.
C
Nee, alleen de laagvliegende.

Slide 6 - Quizvraag

6. Exoten, tellen die ook mee?
A
Nee, ze komen hier niet van nature voor.
B
Ja, maar alleen als ze broeden
C
Ja, alle vrij levende (niet in kooi of ren) vogels tellen mee

Slide 7 - Quizvraag

7. Tussen twee punten hoor ik een Gekraagde Roodstaart. Telt die mee?
A
Soorten die je alleen tussen de telpunten hoort tellen niet mee.
B
Alleen als je de vogel vanaf een van de telpunten zou kunnen horen.
C
Ja, die mag je gewoon meetellen.

Slide 8 - Quizvraag

8. Ik hoor heel vaak een roffelende Grote Bonte Specht op een telpunt, maar niet tijdens de telling. Mag ik die gewoon meetellen?
A
Ja dat mag, want hij zit er heel vaak.
B
Nee, alleen de vogels die je ziet of hoort binnen de 5-minutentelling doen mee.
C
Nee, dat mag alleen als je de vogel ook ziet.

Slide 9 - Quizvraag

9. Mag ik zelf weten op welke dag ik tel?
A
Ja, je mag elke dag tellen
B
Ja, als het maar binnen de telperiode is.
C
Nee, alleen in het weekend

Slide 10 - Quizvraag

10. Mag ik zelf weten hoe laat de vroege ochtendtelling begint?
A
Ja. De begintijd maakt niet uit, als het maar in de (vroege) ochtend is.
B
Nee, je begint als het nog donker is.
C
Nee, je begint een half uur voor zonsopkomst.

Slide 11 - Quizvraag

11. Je begint de telling altijd op hetzelfde telpunt.
A
Ja
B
Nee, telkens op een ander punt.
C
Nee, de eerste telling van 1 naar 2, naar 3, etc. De tweede telling vanaf laatste punt terug.

Slide 12 - Quizvraag