Unit 4 Lesson 2

English
T2
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

English
T2

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. Stand van zaken Unit 3 PW
2. Lessonaims Check
3. Possessive 's (recap)
4. Homework Check
5. Grammar Must vs. Mustn't
6. Practise / toets bespreken

Slide 2 - Tekstslide

Lessonaims Check

Slide 3 - Tekstslide

Ik kan in het Engels aangeven dat iets van iemand is.
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 4 - Quizvraag

Ik begrijp wanneer ik must en mustn't kan gebruiken in de zin
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 5 - Quizvraag

Possessive 's

Slide 6 - Tekstslide

Als je wilt zeggen dat iets van een persoon of dier is, gebruik je
A
's
B
'
C
s
D
of

Slide 7 - Quizvraag

Een voorbeeld van een zin met 's:

Slide 8 - Open vraag

Als je wilt zeggen dat iets van een object of land is, gebruik je
A
's
B
'
C
s
D
of

Slide 9 - Quizvraag

Een voorbeeld van een zin met 'of'

Slide 10 - Open vraag

Bezit '/'s / of
1. Of = Van
gebruikt om bezit aan te geven bij dingen, plaatsen en landen.

2. ‘S = Van
gebruikt om bezit aan te geven bij mensen & dieren

Slide 11 - Tekstslide

Let op!
Als een woord in meervoud eindigt op een s zet je er alleen een hoge komma achter. 


Bijvoorbeeld:
Boys'
 Boys's 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Welke zin is juist?
A
This is de car of my father
B
This is my fathers' car.
C
This is my father's car.
D
This is my fathers his car

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de goede vorm van het bezit?
A
Hats of the ladies
B
Hats off the ladies
C
ladies hats
D
ladies' hats

Slide 15 - Quizvraag

Schrijf het bezit.
My ... (aunt) car is very fast.

Slide 16 - Open vraag

Schrijf het bezit.
My ... (parents) car is brand new.


Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Must vs. mustn't

Slide 19 - Tekstslide

Make a sentence with 'must'

Slide 20 - Open vraag

Make a sentence with mustn't

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag!
Samen vs. alleen
Huiswerk: 
Unit 4, lesson 2, opdr. 10 t/m 14, + 16

Liever samen lezen?
Klassikaal: opdr. 10 & 11




Slide 23 - Tekstslide