Voedingsstoffen (par. 10.1) en eiwitten (par. 10.2)
Paragraaf 10.1: Voedingsstoffen
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Paragraaf 10.1: Voedingsstoffen
Slide 1 - Tekstslide
Macronutriënten
Micronutriënten
vitamines
mineralen
koolhydraten
(brandstof)
vetten
(brandstof + bouwstof)
eiwitten
(bouwstof)
Slide 2 - Tekstslide
Koolhydraten
Koolhydraten zijn koolstofverbindingen met de algemene formule CnH2mOm
ze worden ook wel sachariden of suikers genoemd
(eindigen op -ose)
mono-sachariden (1 koolstofring)
di-sacharide (2 koolstofringen)
Slide 3 - Tekstslide
Macronutriënten
koolhydraten: condensatieproduct van suikers
(Binas T67F1/2/3)
koolhydraten
(brandstof)
vetten
(brandstof + bouwstof)
eiwitten
(bouwstof)
Slide 4 - Tekstslide
zie ook tabel 67F
conden-satie
Slide 5 - Tekstslide
Polysacharide
- Keten van mono-sachariden die een lange keten vormen (polymeer), bijvoorbeeld zetmeel.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Uitwerking
Slide 8 - Tekstslide
Wat was je score?
A
0
B
1
C
2
Slide 9 - Quizvraag
In ons lichaam:
Ons lichaam is in staat koolhydraten om te zetten in energie
- Eerst omzetten van poly- en disachariden naar glucose (hydrolyse)
Dan glucose verbanden:
Slide 10 - Tekstslide
Macronutriënten
vetten: condensatieproduct van glycerol en vetzuren (Binas T67G1/2)
koolhydraten
(brandstof)
vetten
(brandstof + bouwstof)
eiwitten
(bouwstof)
Slide 11 - Tekstslide
Macronutriënten
eiwitten: condensatieproduct van (essentiële) aminozuren (Binas T67H1)
koolhydraten
(brandstof)
vetten
(brandstof + bouwstof)
eiwitten
(bouwstof)
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Eiwitten (par. 10.2)
Slide 17 - Tekstslide
Eiwitten (proteïnen)
Spieren
Enzymen
Hormonen
Slide 18 - Tekstslide
Eiwitten
Eiwitten
Opgebouwd uit aminozuren
Afbreken van eiwitten geeft weer aminozuren
Je lichaam maakt heel veel verschillende eiwitten
Eiwitten hebben allemaal een functie
Slide 19 - Tekstslide
Aminozuren
20 verschillende aminozuren
8 kan je lichaam zelf maken
12 moet je uit je eten halen. Deze 12 heten essentiële aminozuren.
Van losse aminozuren kun je
nieuwe eiwitten maken.
Zie BiNas 67H1
Slide 20 - Tekstslide
Aminozuren
Aminozuren hebben een afkorting
Bijv. Gly = Glycine (staan ook in Binas 67H1)
Slide 21 - Tekstslide
Vorming eiwitten
dipeptide
Wat voor type reactie is dit?
Slide 22 - Tekstslide
Vorming eiwitten
dipeptide
Wat voor type reactie is dit?
Condensatiereactie
Slide 23 - Tekstslide
Vorming eiwitten
peptidebinding
Slide 24 - Tekstslide
hydrolyse eiwitten = ontleding m.b.v. water = omgekeerde van condensatie
Wat voor type reactie is dit?
omgekeerde van condensatiereac-tie = hydrolyse (ontleden m.b.v. watermoleculen)
Slide 25 - Tekstslide
Voorbeeld
De vorming van het dipeptide Tyr-Leu
Stap 1: Zoek beide aminozuren op in Binas T67H1
Slide 26 - Tekstslide
Voorbeeld: vorming dipeptide Tyr-Leu
Stap 1: zoek in Binas T67H1 beide aminozuren op en teken ze naast elkaar. Let op: teken de amino groep met 1 horizontale en 1 verticale H
Slide 27 - Tekstslide
Voorbeeld: vorming dipeptide Tyr-Leu
Stap 2a: Omcirkel de atomen of atoomgroepen die gaan afsplitsen en water gaan vormen
Slide 28 - Tekstslide
Voorbeeld: vorming dipeptide Tyr-Leu
Stap 2b: 'verwijder' H2O en teken en maak een nieuwe peptide-bindingtussen C=O en N-H
Slide 29 - Tekstslide
Opdracht
1) Geef de reactievergelijking van de hydrolyse van de dipeptide Ala-Gly in structuurformules
Slide 30 - Tekstslide
Opdracht
1) Geef de reactievergelijking van de hydrolyse van de dipeptide Ala-Gly in structuurformules
Slide 31 - Tekstslide
Wat zou je score zijn?
A
0 want ik had het helemaal fout
B
1 want ik had ik had alleen de formule van water voor de pijl
C
2 want ik had het dipeptide voor en de losse aminozuren na de pijl maar was de formule van water voor de pijl vergeten
D
3 want ik had alles goed
Slide 32 - Quizvraag
Opdracht
2) Teken de tripeptide: Ser-Ile-Met
timer
5:00
Slide 33 - Tekstslide
Opdracht
2) Teken de tripeptide: Ser-Ile-Met
Slide 34 - Tekstslide
Opdracht
3) Teken de polypeptide: -Gly-Ala-Val-
timer
5:00
Slide 35 - Tekstslide
Opdracht
3) Teken de polypeptide: -Gly-Ala-Val-
Slide 36 - Tekstslide
Voorbeeld opgaven
1. Geef in structuurformules de volledige reactievergelijking van de condensatiereactie van de aminozuren Asp met Asn
2. Geef de reactievergelijking van de volledige
hydrolyse van Glu-Val-Leu in structuurformules
timer
5:00
timer
5:00
Slide 37 - Tekstslide
Voorbeeld opgaven
1. Geef in structuurformules de volledige reactievergelijking van de condensatiereactie van de aminozuren Asp met Asn
2 Geef de reactievergelijking van de volledige hydrolyse van Glu-Val-Leu in structuurformules
Slide 38 - Tekstslide
opgave
Van welk dipeptide is hier de structuur-formule gegeven? (NB: denk aan de volgorde van de aminozuren)
Van welk tripeptide is hier de structuurformule gegeven?
(NB: denk aan de volgorde van de aminozuren)
timer
4:00
Slide 39 - Tekstslide
Denk aan de volgorde
Gly-Tyr
Val-Lys-Glu
Slide 40 - Tekstslide
Ruimtelijke bouw van eiwitten
Volgorde van aminozuren bepaalt eiwit --> primaire structuur; doordat sommige aminozuren zijgroepen bevatten die H-bruggen of S-bruggen kunnen vormen, vouwt het eiwit en ontstaan ruimtelijke secundaire structuren zoals helix en plaat.
Slide 41 - Tekstslide
Ruimtelijke bouw van eiwitten
Door het vouwen van de eiwit keten als geheel ontstaat een 3D-tertiaire structuur.
Meerdere eiwitketens kunnen 1 groot geheel vormen en dit wordt een quaternaire structuur genoemd
De primaire structuur blijft gelijk maar de secundaire/tertiaire en quaternaire ruimtelijk structuur is permanent veranderd en DUS ook de eigenschappen want die zijn van de tertiaire en quaternaire structuur afhankelijk.