In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
H1.3 oefenopdrachten
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de invloed van zeestromen op het klimaat?
oceanische circulatie
warme zeestromen
koude zeestromen
diepwaterpomp
thermohalienecirculatie
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
03:05
Verklaar het verschil in gemiddelde wintertemperatuur tussen Amsterdam en Moskou.
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Video
Slide 6 - Video
De oorzaak van de thermohaline circulatie ligt aan het afzinken van:
A
Zout water
B
Zoet water
C
Afkoeling
D
Opwarming
Slide 7 - Quizvraag
Lees de inleiding Badeendjes op zee van paragraaf 1.3 Rivieren in de oceanen en bekijk de openingsfoto. Bekijk het artikel Badeendjes maken wereldreis.
Slide 8 - Tekstslide
Welke reis legden de eendjes af die in 2007 in Groot- Brittannië aanspoelden?
1a
Slide 9 - Open vraag
Gebruik de atlaskaart De aarde - Klimaatgebieden/ Zeestromen. Verklaar de scherpe bocht die de eendjes hebben gemaakt ten zuiden van Newfoundland.
1b
Slide 10 - Open vraag
Waarom is de reis van de eendjes van belang?
1c
Slide 11 - Open vraag
Lees paragraaf 1.3 Rivieren in de oceanen en bekijk de figuren. Gebruik figuur 1.13 en 1.14.
Slide 12 - Tekstslide
Figuur 1.13: De belangrijkste zeestromen in de subtropen.
Figuur 1.14: De Golfstroom is van grote invloed op het klimaat van West-Europa.
Slide 13 - Tekstslide
Leg uit dat het water van een warme zeestroom kouder kan zijn dan dat van een koude zeestroom.
2a
Slide 14 - Open vraag
Leg uit waarom het verschil tussen de gemiddelde zomer- en wintertemperatuur aan de westkust van Noorwegen kleiner is dan in het oosten. Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
2b
Slide 15 - Open vraag
Lees vaardigheid 12 Kaartvaardigheden (achterin je boek).
Op welke atlaskaart staan de biomen afgebeeld?
3a
Slide 16 - Open vraag
Wat is een bioom?
3b
Slide 17 - Open vraag
Wat valt je op als je de ligging van de polaire zones in het oosten van Noord-Amerika vergelijkt met die in West-Europa?
3c
Slide 18 - Open vraag
Verklaar dit verschil met behulp van de kaart De aarde - Klimaatgebieden/Zeestromen.
Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
3d
Slide 19 - Open vraag
Gebruik nog steeds vaardigheid 12 Kaartvaardigheden (achterin je boek)
Welke kaartvaardigheden heb je in deze opdracht geoefend?
3e
Slide 20 - Open vraag
Gebruik figuur 1.15: Thermohaline circulatie
Slide 21 - Tekstslide
Leg het begrip thermohaline circulatie uit.
4a
Slide 22 - Open vraag
Hoe wordt de ‘motor’ van de thermohaline circulatie genoemd?
4b
Slide 23 - Open vraag
Welke twee veranderingen kunnen leiden tot het stagneren van de diepwaterpomp?
4c
Slide 24 - Open vraag
Waarom kan het afsmelten van de gletsjers op Groenland leiden tot een nieuwe koude periode in West-Europa? Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
4d
Slide 25 - Open vraag
Gebruik figuur 1.16A en 1.16B en bekijk W13.
Slide 26 - Tekstslide
Figuu 1.16A: Normale situatie zeestromen en winden in de Grote Oceaan.
Figuur 1.16B: El Niño-situatie zeestromen en winden in de Grote Oceaan.
Slide 27 - Tekstslide
W13: El Niño of La Niña?
Slide 28 - Tekstslide
Is de situatie in W13 een El Niño of een La Niña?
5a
Slide 29 - Open vraag
Licht je keuze toe met twee argumenten die je uit W13 kunt afleiden.
5b
Slide 30 - Open vraag
Bekijk figuur 1.19: Gevolgen van El Niño in juni-augustus 2015.
Slide 31 - Tekstslide
Verklaar de ligging van het drogere, koelere gebied in juni-augustus 2015.
5c
Slide 32 - Open vraag
Gebruik de atlaskaart De aarde - Klimaat, Luchtdruk en winden in juli. Welk verschil in luchtdruk is er tussen Indonesië en de westkust van Zuid-Amerika?
6a
Slide 33 - Open vraag
Verklaar dit door in te gaan op de temperatuur van het zeewater. Je antwoord moet bestaan uit een situatiebeschrijving en een algemene regel.
6b
Slide 34 - Open vraag
Geef twee oorzaken voor de droogte aan de westkust van Zuid-Amerika in een normale situatie.
6c
Slide 35 - Open vraag
01:29
Welke twee factoren zorgen voor de diepwaterpomp of thermohaline circulatie?
Slide 36 - Open vraag
02:03
Verklaar het bestaan van de overheersende zuidwestenwinden op de gematigde breedte.
Slide 37 - Open vraag
03:19
Verklaar waarom aan de westkust van Noorwegen in de winter nauwelijks zeeijs vormt, terwijl op dezelfde breedte bij Canada de zee dichtvriest.
Slide 38 - Open vraag
05:03
Wat heb je geleerd over de invloed van zeestromen op het klimaat?