5.2 Schoon water maken

5.2 Schoon water maken

Wat heb je nodig?
Boek blz. 19
CB
timer
2:00
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.2 Schoon water maken

Wat heb je nodig?
Boek blz. 19
CB
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan  we deze les doen
- We doen een korte terugblik d.m.v. vragen
- We bespreken het lesdoel.
- We nemen de theorie door m.b.v. het boek
- Jullie gaan aan de slag met de opdrachten 
- We sluiten de les af

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort water heeft het minste zouten erin opgelost?
A
Zout water
B
Brak water
C
Zoet water
D
Oppervlaktewater

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Water dat je onder duinen vindt bij het strand zal...
A
Zoet zijn
B
Brak zijn
C
Zout zijn
D
Geen van deze antwoorden

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke fase? Sleep naar het juiste vak
Vast

Vloeibaar
Gas
rijp
sneeuw
waterdamp
mist
grondwater
gletsjer
wolk
oppervlaktewater
hagel

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
4
5
6
7
De zon verwarmt de oceaan
Er ontstaan wolken
Er ontstaat neerslag 
Oceaanwater verdampt 
Water valt terug in de oceaan
Waterdamp koelt af
Waterdamp stijgt op

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stollen
Verdampen
Condenseren
Smelten

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste faseovergang naar de juiste plek.
a. Welke faseovergang vindt plaats van 1 naar 2?
b. Welke faseovergang vindt plaats van 2 naar 3?
c. Welke faseovergang vindt plaats van 3 naar 4?
d. Welke faseovergang vindt plaats van 4 naar 1?
Smelten
condenseren
verdampen
stollen

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Je leert wat een mengsel is.

Je leert dat er verschillende soorten mengsels zijn.

Je leert hoe je water schoon kunt maken.

Je leert hoe het kan dat iets blijft drijven.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuivere stof
Dit is een stof die maar uit 1 soort deeltjes bestaat.

Bijvoorbeeld: een blok koolstof bevat alleen maar koolstof. 
Een diamant bevat ook alleen maar koolstof!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mengsel
Een mengsel is een stof die bestaat uit 2 (of meer) verschillende soorten deeltjes.

Bijvoorbeeld: een glas limonade bevat water en limonadesiroop


Slide 11 - Tekstslide

Zuivere stof ook noemen.
Suspensies
Als je een schepje krijt in een glas met zuiver water doet maak je  ook  een mengsel.
Als je roert dan los het krijt  niet op. 
Er blijft een troebele vloeistof over. 

Je hebt een suspensie gemaakt


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuivere stoffen en mengsels blz. 19
Als je goed bekijkt zijn er maar weinig  zuivere stoffen en een heleboel mengsels

Soorten mengsels:

  • Oplossingen
  • Suspensies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijk om te onthouden
Zuivere stof   : Bestaat uit 1 soort deeltjes
Mengsel        : Bestaat uit 2 of meer soorten deeltjes
    
Oplossing      : Helder en kan gekleurd zijn
Suspensie      : Troebel en gekleurd

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schoon water maken
Water schoonmaken kan op verschillende manieren

Bezinken en afgieten
Filtreren

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bezinken
Scheidingsmethode: bezinken
Stofeigenschap: dichtheid
Soorten mengsels: suspensie

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filtreren blz. 20
Scheidingsmethode: Filtreren
Stofeigenschap: Deeltjesgrootte 
Soort mengsel: Suspensie 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer blijft iets drijven? blz. 22
Dit heeft te maken met dichtheid

Als de dichtheid groter is als die van water, dan zinkt iets

Als de dichtheid kleiner is dan die van water, dan drijft het

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dichtheid
Hier heb je 8 bolletjes in 1 cm3 dus kleinere dichtheid.
Dichtheid = 8
cm3g
Hier heb je 27 bolletjes in 1 cm3 dus grotere dichtheid.
Dichtheid = 27
cm3g

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dichtheid quizje
Zal de stof zinken in het water of blijven drijven op water?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dichtheid?
A
De hoeveelheid stof per 1 gram
B
De hoeveelheid stof die je weegt
C
De hoeveelheid stof per 1 cm3
D
De hoeveelheid stof die je ziet

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aluminimum
A
Drijven
B
Zinken

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Benzine
A
Drijven
B
Zinken

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ebbenhout
A
Drijven
B
Zinken

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eikenhout
A
Drijven
B
Zinken

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kurk
A
Drijven
B
Zinken

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zeewater
A
Drijven
B
Zinken

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Ga aan de slag met de opdrachten:
Tijd over? Maak de test jezelf

Klaar?
Laat je werk aan de docent zien en kijk het zorgvuldig na.
Iets voor jezelf doen: leren, lezen, tekenen of de blauwe map
timer
1:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies