Afronding §4.1 Van handwerk naar machine

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Afronding §4.1

§4.1: Van handwerk naar machine

Eens kijken of je nu goed weet waar de industriële revolutie over ging, wat de oorzaken en gevolgen waren... wat de Romantiek voor periode was...

Vraag 1. In welke tijdsperiode speelt de Industriële revolutie zich af?

1. 1600 - 1700
2. 1750 - 1900
3. 1700 - 1800
4. 1750 - 1850

Vraag 2. Wat hoort niet bij industrialisatie?

1. IJzererts
2. Stoommachine
3. Spinnewiel
4. Fabriek

Vraag 3. Leg uit wat huisnijverheid betekende, je mag een voorbeeld geven.

Vraag 4. Waardoor verdween de huisnijverheid op den duur?

Vraag 5. Zet de begrippen bij de juiste periode
(vóór de industriële revolutie of industriële revolutie)?

Industriële revolutie

vóór de industriële revolutie

fabrieken

huisnijverheid

landbouw

stoommachine

slechte werkomstandigheden

stad

platteland

Vraag 6. Noem 3 oorzaken van de Industrialisatie.

Oorzaken

1. Britse agrarische revolutie -> verbetering landbouw.
2. Groeiende bevolking en toenemende vraag naar katoen i.p.v. wol #sorryschaapjes.
3. Groeiend aantal arbeidskrachten -> boeren naar de stad.
4. Goedkope grondstoffen zoals katoen beschikbaar.
5. Grote voorraden steenkool en ijzererts.
6. Uitvinding van nieuwe machines.
   

Vraag 7. Noem 3 gevolgen van de Industrialisatie.

Gevolgen

1. Van landbouwsamenleving naar industriële samenleving -> massaproductie
2. Snellere vormen van transport en een betere infrastructuur.
3. Steden groeien en worden raakten dichterbevolkt.
4. Zware luchtverontreiniging door het zware werk in de fabrieken.
5. 1800 -> nieuwe periode oftewel de Moderne tijd is begonnen.
6. Opwarming van de aarde.
   

Tijd voor een beetje Romantiek

Rationele wijze woorden! Gebruik je verstand en maak er wat moois van. De romantici vonden de industrialisatie maar niks, al die stinkende en vieze fabrieken #bah.

Vraag 8. Welke woorden horen
bij de Romantiek?

1. Emotie, fantasie, liefde voor de natuur en geschiedenis.
2. Fabrieken, machines en hoge productie.
3. Rationeel denken, Verlichting en de Franse Revolutie.
4. Fantasie, fabrieken, wol van hippe schapen uit Engeland.

Vraag 9. Zoek een afbeelding die past bij de Romantiek en plaats die hier, denk aan kunst!

Vraag 10. Vat paragraaf 4.1 in drie zinnen samen. Wel in eigen woorden natuurlijk :)