4.1 Van handwerk naar machine

De industriële revolutie
hoofdstuk 4
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

De industriële revolutie
hoofdstuk 4

Slide 1 - Tekstslide

Tijdvak 8: Burgers & Stoommachines

Slide 2 - Tekstslide

Tijdvak 8: burgers en stoommachines
Waar denk je aan?

Slide 3 - Woordweb

Van handwerk naar machine


paragraaf 4.1

Slide 4 - Tekstslide

Industrialisatie
Rond 1700 werkten vrijwel iedereen in de huisnijverheid: werk dat mensen thuis doen, zoals garen spinnen en/of kleding maken. 
Vanaf het einde van de 18e eeuw verplaatsen deze werkzaamheden naar fabrieken. 
= industrialisatie.

Slide 5 - Tekstslide

De stoommachine
  • Er was meer vraag naar katoen vanaf 1700.
  • uitvinders gingen producten bedenken die het weven makkelijker maakten (bijv. spinnenwiel)
  • --> werktuigen laten aandrijven zonder dat er mensen nodig zijn --> uitvinding machines die werkten met stromend water.
  • De laatste stap was deze machines laten aandrijven op stoom → stoommachines

Slide 6 - Tekstslide

Oorzaken industrialisatie
  • Door efficiëntere landbouw hadden mensen meer te eten en steeg de   bevolking
  • Door de groeiende bevolking was er meer vraag naar kleding,   waardoor er meer fabrieken kwamen
  • Boeren raakten werkloos omdat machines hun werk overnamen. Deze   boeren verhuisden naar de stad om in de fabrieken te werken →   urbanisatie
  • Uit koloniën konden grondstoffen gehaald worden (ijzer, steenkool)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Van handwerk naar machine


paragraaf 4.1

Slide 9 - Tekstslide

Gevolgen van industrialisatie
De industrialisatie heeft het leven van mensen drastisch veranderd.
  • De agrarisch-stedelijke samenleving veranderde in een industriële   samenleving.
  • Er kwamen nieuwe vormen van transport, zoals stoomtreinen. 
  • De steden groeide zo snel dat veel mensen in slechte, slechtgebouwde   huizen moesten leven.

Slide 10 - Tekstslide

Vroegmoderne tijd → Moderne Tijd
In tijdvak 8 begint de Moderne Tijd

Die is nog steeds bezig. Waarom zou de Moderne Tijd met de industrialisatie begonnen zijn?

Slide 11 - Tekstslide

De Romantiek (1790-1850)
Mensen verlangden tijdens de industrialisatie
terug naar het idee om dingen te doen met gevoel,
in plaats van wetenschap, verstand en uitvindingen. 

Dit uitte zich in kunst, literatuur, muziek en filosofie.
= de Romantiek. 

Bron: Casper David Friedrich, 
Zwei Männer in der Betrachtung des Mondes, 1819 

Slide 12 - Tekstslide

In welk land begon de industriële revolutie?
A
Nederland
B
Duitsland
C
Groot-Brittannië
D
Verenigde Staten

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Industriële Revolutie: overgang van een _______________ samenleving naar een ________________ samenleving.

Slide 15 - Open vraag

Wat veranderden in het dagelijks leven van de mensen?
A
Nieuwe producten zoals lucifers en blikvoedsel
B
Licht, ook als het donker was
C
Steeds minder mensen werken in de landbouw
D
Vervoer per tram, trein of boot

Slide 16 - Quizvraag

De Romantiek
Kenmerken:
  1. Sterke nadruk op het gevoel 
  2. Liefde voor de natuur
  3. Waardering voor tradities 
  4. Belangstelling voor cultuur en
    culturele verschillen 
  5. Belangstelling voor de geschiedenis (in het bijzonder de middeleeuwen)

Bron: Caspar David Friedrich, Falaise de craie sur l’île de Rügen, 1818.

Slide 17 - Tekstslide