Workshop Rapporteren een soep of een soap?

regels voor de les:
Microfoon uit als de workshop begint




Microfoon aan als je een beurt krijgt
Microfoon aan als je iets wilt vragen
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
MET AMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

regels voor de les:
Microfoon uit als de workshop begint




Microfoon aan als je een beurt krijgt
Microfoon aan als je iets wilt vragen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

3 methoden
voor observeren?

Slide 3 - Woordweb

Kwalitatief observeren
Kwantitatief observeren
Participerend observeren

Slide 4 - Tekstslide

Participerend 
Bij participerend observeren is de observator betrokken bij de situatie, bij niet-participerend observeren is hij toeschouwer.

Slide 5 - Tekstslide

Kwalitatieve observatie
Bij een kwalitatieve observatie wordt alleen de aan- of afwezigheid van het te observeren doel vastgesteld, de toe- of afname, versnelling of vertraging.

Slide 6 - Tekstslide

Kwantitatieve observatie
kwantitatieve observatie worden door middel van tellen of meten een numerieke waarde (in eenheden) toegekend aan ..

Slide 7 - Tekstslide

Vandaag:
meer over het rapporteren

Slide 8 - Tekstslide

Rapporteren
Van alles wat je hebt geobserveerd maak je een verslag. en draag je over

Slide 9 - Tekstslide

Vormen van rapporteren:

Observatieverslag op zorgdoelen in zorgplan:
Hierin verwerk je alle gegevens van de observatie
Overdracht schriftelijk of mondeling: 
als je je dienst overdraagt aan een collega
Voortgangsverslag in het zorgplan: 
Dit schrijf je als tussentijdse rapportage bij een handelingsplan.
Voorbeeld hiervan is ook een schoolrapport.

Slide 10 - Tekstslide

Rapporteren
Mondeling 


Schriftelijk

Slide 11 - Tekstslide

Mondeling
Bereid je goed voor
Breng een logische volgorde in je verhaal aan
Gebruik geen vakjargon
Geef ruimte om te reageren
Houd je boodschap kort

Slide 12 - Tekstslide

Schriftelijk
  • Schrijf alleen feiten op, maak gebruik van SOAP 
  • Maak  dus duidelijk onderscheid aan tussen feiten en interpretaties / conclusies
  • Geef ook aan hoe je tot een conclusie komt
  • Schrijf in correct Nederlands
  • Lees je rapport nog een keer: Hoe komt dit bij een ander over? 

Slide 13 - Tekstslide

Schriftelijk rapporteren
Schriftelijk rapportages kun je bewaren voor dossiervorming en gebruiken ten behoeve van het zorgplan.
Het verslag kan zo ook door meerdere personen ingezien (multidiciplinair)worden.

Slide 14 - Tekstslide

Volgende dia is een open vraag
Houd de App of je website van Lesson Up erbij

Slide 15 - Tekstslide

Rapporteren kun je niet alleen schriftelijk maar ook mondeling. Noem twee tips voor zorg medewerkers om aan het eind van de dag een goed mondeling verslag over hun de cliënt te kunnen geven. (denk aan methodisch werken)

Slide 16 - Open vraag

Meerkeuze vragen
Volgende dia's mag je een eigen antwoord geven
Telefoon of website
LessonUp weer bij de hand

Slide 17 - Tekstslide

Van welk soort rapportage is sprake bij een de overdracht?
A
overdracht (schriftelijk)
B
voortgangsverslag
C
observatieverslag
D
overdracht (mondeling)

Slide 18 - Quizvraag

Een verslag waarin je je werk overdraagt aan een collega noem je een:
A
voortgangsverslag
B
dagboek
C
observatieverslag
D
overdrachtsdocument

Slide 19 - Quizvraag

Een verslag waarin je gegevens verwerkt van een observatie
A
dagboek
B
observatieverslag
C
voortgangsverslag
D
overdrachtsdocument

Slide 20 - Quizvraag

Betekenis SOAP
De term SOAP is een samenvoeging van de eerste letters van de elementen die in de titelwoorden zijn vervat. Deze zijn:


Subjectief: Wat de cliënt zegt over zijn eigen belevingen.
Objectief: De directe observatie van de situatie door de medewerker. Met andere woorden: het gedrag van de cliënt zoals de medewerker dit waarneemt.
Analyse: Een conclusie getrokken uit de subjectieve en objectieve gegevens die de medewerker heeft verzameld.
Plan: Wat de medewerker vervolgens gaat doen.

Slide 21 - Tekstslide

SOAP/SOEP methode
De SOAP/SOEP methode kan zorgen voor eenduidigheid
en kwaliteit in onze rapportages. Niet alle rapportages hoeven of kunnen volgens de SOAP/SOEP uitgeschreven worden. Het kan ook voorkomen in een situatie dat niet alle letters ingevuld kunnen worden. 

Slide 22 - Tekstslide

Regels bij het rapporteren
Vermijd het gebruik van jargon / vaktaal (psycho-pathologische termen).
Houd het zo ongecompliceerd mogelijk 

Slide 23 - Tekstslide

Regels bij het rapporteren
Voorzie iedere voortgangsaantekening van een datum en ondertekening en schrijf er zo mogelijk ook de tijd bij.

Slide 24 - Tekstslide

Regels bij het rapporteren
Sla geen stap uit de SOAP-methode over, ook als je zaken niet weet. Het benadrukt dan in ieder geval de behoefte / noodzaak aan verder onderzoek.

Slide 25 - Tekstslide

Regels bij het rapporteren
Schrijf je redenatie op zodat anderen kunnen begrijpen waarom je hebt gehandeld zoals je hebt gehandeld.
De beste plek hiervoor is meestal bij de analyse.

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Subjectief: Mevrouw weigerde haar middag-medicijnen en zei dat ze ze niet meer wilde hebben.
Objectief Werd onrustig en raakte van streek.
Analyse Weigert in de regel geen medicijnen, maar ik heb pas kort geleden met mevrouw kennisgemaakt en ze kent me niet goed.
Plan Ik zal wat tijd samen met haar doorbrengen zodat ze meer vertrouwd raakt met mijn gezelschap en vraag haar of zij de medicijnen later wil innemen.

Slide 27 - Tekstslide

voorbeeld 2
Subjectief: Mevrouw Donkersloot zegt dat er steeds iemand haar kamer binnenkomt en dat ze de reden daarvan niet begrijpt.
Objectief Ligt in bed en weigert tegen anderen te praten.
Analyse Het is haar nog steeds niet gelukt haar houding te bepalen tegenover haar actieve waansysteem. Ze aanvaardt de ziekenhuisomgeving niet voor wat die is. Is waarschijnlijk angstig door haar ervaringen.
Plan Doorgaan met het vastgestelde verpleegplan.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

De bewoners waren niet thuis op het moment van de inbraak.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 30 - Quizvraag

Op de achterdeur zijn inbraaksporen zichtbaar.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 31 - Quizvraag

De jongens van de buurt hebben de inbraak waarschijnlijk gepleegd, want zij zijn altijd uit op rottigheid.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 32 - Quizvraag

Soms observeer je minder goed dan je aanvankelijk dacht...
ben je wel goed in contact?

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Waarom is het belangrijk goed in contact te zijn i.r.t. observeren?

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Tekstslide

Mevrouw gaat te weinig naar haar
familie toe.
Zet dit om naar S,O,A,P

Slide 37 - Open vraag

Slide 38 - Tekstslide

Mevrouw is depressief.
Zet dit om naar S,O,A,P

Slide 39 - Open vraag

Zijn er nog vragen? 
SOAP/SOEP gaan toepassen? Zo ja nog meer oefenen? 

Slide 40 - Tekstslide