Periode 2: 1.5 en 1.6 (les 3)

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Hoe voel jij je vandaag?

Wat gaan we vandaag doen?

- Korte uitleg: andere maten 

- Korte uitleg: referentiematen

- Werken in je licentie 

Leerdoelen:

• Je kent een aantal andere maten, zoals temperatuur, snelheid en geheugenomvang
• Je kent voorvoegsels bij deze maten
• Je kan schattingen maken met referentiematen

Maten en voorvoegsels

Andere maten dan lengte en gewicht

Frequentie

Elektriciteit

Geheugen

Temperatuur

Geld

Snelheid

Wat is de eenheid van geheugen?

1. Watt
2. Hertz
3. Byte
4. graden Celsius

Wat is de eenheid van elektriciteit?

1. Watt
2. Hertz
3. Volt
4. graden Celsius

eenheden van de andere maten

Geheugen: byte

Frequentie: hertz (Hz)            (geluidssnelheid)

Electriciteit: volt (V)                 (denk aan stopcontacten)

Electriciteit: watt (W)               (denk aan je gloeilamp)

Temperatuur: graden Celsius (°C)

Voorvoegsels

Grote getallen worden vaak met voorvoegsels geschreven.

Het woord KILO betekent duizend (1000) 

MEGA wordt gebruikt voor miljoen (1 000 000) 

GIGA wordt gebruikt voor miljard (1 000 000 000)

 Bij het rekenen gebruiken we vaak voorvoegsels.

Sleep de onderstaande items naar de juiste voorvoegsels.

       kilo

giga

tera

mega

miljoen

9 nullen

biljoen

14.000.000

31.000

miljard

12 nullen

duizend

6-7 correcte antwoorden = 1 punt

8 correcte antwoorden = 2 punten

Voorvoegsels

Kilo 1.000

Mega 1.000.000 

Giga 1.000.000.000

Tera 1.000.000.000.000

Bijvoorbeeld: 1 Megabyte (MB) = 1.000.000 byte

pak je rekenkaart

rekentabel  van Geheugen

je ziet de voorvoegsel: kilo, mega, giga ...

Bijvoorbeeld: 1 MegaWatt (MW) = 1.000.000 Watt

4 megawatt = .....watt

1. 4000W
2. 4W
3. 4000000W
4. 40W

Hoeveel Watt is 13,5 MW?

1. 13.500.000
2. 1.350.000
3. 135.000
4. 13.500

5 gigahertz = ..... hertz

1. 5
2. 5000000
3. 5000
4. 5000000000

3 terabyte = .... byte

1. 3000 000 000 000
2. 3000 000
3. 3000 000 000
4. 3000

3,6 GHz = .... hertz

1. 3 600 000
2. 3 600 000 000
3. 3 600
4. 36

formules & vuistregels

formule om graden Celsius om te zetten naar Fahrenheit

Graden omzetten naar Farenheit

De temperatuur in Celsius (°C) naar graden Fahrenheit (°F) reken je om met de formule:

aantal graden Fahrenheit = aantal graden Celsius × 1,8 + 32

Hoeveel graden Fahrenheit is 20 graden Celsius? (formules staan hiernaast)

1. 65
2. 66
3. 67
4. 68

In de tabel staan de kook- en smeltpunten van enkele stoffen in graden Celsius.

Hoeveel graden Celsius zit er tussen het smeltpunt en het kookpunt van kwik?

1. 396
2. 397
3. 395
4. 393

Snelheid omrekenen met vuistregel

 De snelheid km/u kan je omrekenen naar m/s met de volgende vuistregel:

km/u : 3,6 = m/s

m/s x 3,6 = km/u

Snelheid omrekenen met een tabel

Tijdens een reis is de gemiddelde snelheid 80 km/h.
De reis duurt drie kwartier.

Hoeveel kilometer leg je met deze snelheid af?

Afstand in km	80	20	?
Tijd in uur	1	0,25	?

Gebruik van een tabel bij omrekenen snelheid:

1. is mij goed duidelijk
2. snap ik nog niet helemaal maar ik ga eerst zelf oefenen
3. snap ik nog niet, wil graag extra uitleg

referentiematen

Hoe

groot

is

de

beer?

Referentiematen

Doel van deze les: Je kan schattingen maken met referentiematen

Maak eerst zelf schattingen bij de opdracht

Wat denk jij hoeveel of hoe groot?

Schrijf dit op en bewaar je antwoorden 

Schattingen

- Een volwassen man is ongeveer ...... m lang

- De hoogte van een deur is ongeveer ......m

- Een verdieping van een gebouw is ongeveer ......m hoog

- Je wandelt ongeveer ..........km/h

- Je fietst ongeveer ...........km/h

- Nederland telt ongeveer ..........miljoen inwoners

Referentiematen

- Een volwassen man is ongeveer 1,80 m lang

- De hoogte van een deur is ongeveer 2 m

- Een verdieping van een gebouw is ongeveer 3 m hoog

- Je wandelt ongeveer 4 à 6 km/h

- Je fietst ongeveer 15 à 18 km/h

- Nederland telt ongeveer 17 miljoen inwoners

Referentiematen inhoud

Referentiematen

Om schattingen te kunnen maken is het belangrijk bekende aantallen en hoeveelheden te weten. 

Zo’n maat heet een referentiemaat.

Schat de afgelegde afstand na 2 uur fietsen.

1. 2 uur x 15 km/u = 30 km
2. 2 uur x 10 km/u = 20 km
3. 2 uur x 5 km/u = 10 km
4. 2 uur x 1 km/u = 2 km

Schat de afgelegde afstand na 2 uur fietsen

Referentiemaat: je fietst ongeveer 15 km/h.

Dus: 15km/h X 2 uur = 30km

Hoeveel kilometer heb je ongeveer afgelegd na 1 uur wandelen?

1. 4 tot 6 km
2. 7 tot 8 km
3. 1 tot 3 km
4. dat kan je niet weten

Hoeveel kilometer heb je ongeveer afgelegd na 1 uur wandelen?

Je wandelt ongeveer 4 à 6 km/h. 

Dus: na 1 uur wandelen heb je 4 tot 6 kilometer gelopen.

Hoeveel kilometer heb je ongeveer afgelegd na 3 uur fietsen?

1. 25 km
2. 50 km
3. 75 km
4. dat kan je niet weten

Hoeveel volwassen personen
mogen tegelijk in deze lift?

1. 5
2. 6
3. 7
4. 8

Je staat bij deze paddenstoel. Je ben om 13:45 uur vertrokken vanaf de veerboot. Je loopt naar de Kobbeduinen.
Hoe laat kom je daar ongeveer aan?

1. kwart voor twee
2. kwart over twee
3. kwart voor drie
4. kwart over drie

Referentiematen inhoud

Hoe hoog is het gebouw ongeveer?

Hoeveel kilometer heb je ongeveer afgelegd na 1 uur wandelen?

1. 4 tot 6 km
2. 7 tot 8 km
3. 1 tot 3 km
4. dat kan je niet weten

Hoeveel kilometer heb je ongeveer afgelegd na 1 uur wandelen?

Check de referentiemaat in de theorie. 

Je wandelt ongeveer 4 à 6 km/h. 

Dus: na 1 uur wandelen heb je 4 tot 6 kilometer gelopen.

Hoeveel kilometer heb je ongeveer afgelegd na 3 uur fietsen?

1. 25 km
2. 50 km
3. 75 km
4. dat kan je niet weten

Hoeveel kilometer heb je ongeveer afgelegd na 3 uur fietsen?

Referentiemaat: je fietst ongeveer 15 à 18 km/h.

Dus: na 3 uur fietsen heb je tussen de 45 en 54 kilometer afgelegd

Hoeveel minuten doe je ongeveer over de
wandeling naar Haaksbergen?

1. 25
2. 30
3. 40
4. 50

Een suikerklontje weegt ongeveer 4 g. Hoeveel suikerklontjes zitten er ongeveer in een energydrink?

1. 5
2. 6
3. 7
4. 8

Hoeveel volwassen personen
mogen tegelijk in deze lift?

1. 5
2. 6
3. 7
4. 8

werken in licentie

Domein 1: 

1.5: opdracht 1 t/m 9

1.6: opdracht 1 t/m 7