Yin: Hoi Eva, hoe is het?
Eva: Hé Yin, leuk dat je belt. 1. ____________ , en met jou?
Yin: ja, ook goed. Ik had het twee weken heel 2. ________________ op mijn werk, maar nu is het beter. Ik heb weer tijd om je te bellen, haha. Heb je zin om vanavond 3. _____________ te eten?
Eva: Nee, ik moet werken. Wat 4. _______________ , maar zullen we morgen dan samen eten?
Yin: O, morgen kan ik niet. Dan ben ik bij mijn zus in Groningen. Overmorgen 5. ______________ , vrijdag?
Eva: Ja, dan kan ik wel. Leuk! Bij jou of bij mij? Of in een restaurant?
Yin: Kom maar bij mij, ik 6. _______________ wel. Eet je nog steeds geen vlees?
Eva: Nee, geen vlees voor mij. Verder eet ik alles!