7.4 Voedsel verteren - 2

Vertering
Vertering gebeurt in het maagdarmkanaal.

Verteringsklieren voegen veteringssappen toe met daarin enzymen.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Vertering
Vertering gebeurt in het maagdarmkanaal.

Verteringsklieren voegen veteringssappen toe met daarin enzymen.

Slide 1 - Tekstslide

Vertering
Betekenis
  • Klein maken van voedingsstoffen
 Doel
  • Opnemen van voedingsstoffen in het bloed mogelijk maken

Slide 2 - Tekstslide

Mechanische vertering:
  • instrumenten
  • Doel van mechanische vertering --> oppervlakte vergroting

Slide 3 - Tekstslide

Chemische vertering

Slide 4 - Tekstslide

Verteringssappen bevatten enzymen. Wat zijn enzymen?
A
indicatoren
B
slotjes voor sleutels
C
stoffen die processen versnellen
D
stofjes die het beste werken bij 37 graden

Slide 5 - Quizvraag

Hoe werken enzymen? Zet in de juiste volgorde.
enzym knipt voedingsstof in tweeën
enzym bindt aan voedingsstof
enzym laat los
voedingsstof is (deels) afgebroken

Slide 6 - Sleepvraag

Vertering
Mondholte
  • Enzymen in speeksel
  • Verteren koolhydraten (zetmeel)
Maag
  • Enzymen in maagsap
  • Verteren eiwitten
  • Maagzuur dood bacteriën

Slide 7 - Tekstslide

Vertering
Twaalfvingerige darm
  • Gal uit de lever via de galblaas
  • Gal is geen verteringssap!!
  • Maakt vetten kleiner

  • Enzymen in alvleessap
  • Verteren koolhydraten (zetmeel), eiwitten en vetten

Slide 8 - Tekstslide

Vertering
Dunne darm
  • Enzymen in darmsap
  • Verteren koolhydraten (zetmeel) en eiwitten

Slide 9 - Tekstslide

Welke beweringen over gal zijn juist?
(2 goede antwoorden)
A
Gal bevat enzymen voor de vetvertering
B
Gal verdeelt grote vetdruppeltjes in kleinere vetdruppeltjes
C
Gal wordt gemaakt in de lever
D
Gal wordt gemaakt in de galblaas

Slide 10 - Quizvraag

Gegeven: 
2 enzymen en 2 curves. Het enzym pepsine komt voor in de maag. Het enzym amylase zit in ons speeksel. Zet de enzymen op de juiste plek.
Pepsine
Amylase

Slide 11 - Sleepvraag

In welk van deze sappen zitten enzymen om Vetten te verteren ?
Verteert vetten
Verteert geen vetten
Geen verteringssap
Maagsap
Darmsap
Speeksel
Alvleessap
Gal

Slide 12 - Sleepvraag

In welk van deze sappen zitten enzymen om koolhydraten te verteren ?
Verteert koolhydraten
Verteert geen koolhydraten
Geen verteringssap
Maagsap
Darmsap
Speeksel
Alvleessap
Gal

Slide 13 - Sleepvraag

In welk van deze sappen zitten enzymen om Eiwitten te verteren ?
Verteert eiwitten
Verteert geen eiwitten
Geen verteringssap
Maagsap
Darmsap
Speeksel
Alvleessap
Gal

Slide 14 - Sleepvraag

Voedingsstoffen opnemen
Dunne darm
  • Opname in haarvaten
Bouw dunne darm
  • Dunne darm heeft darmplooien
  • Op de darmplooien darmvlokken
  • Hierdoor groter oppervlak

Slide 15 - Tekstslide

Na vertering
Dikke darm
  • Opname van water
Darmflora
  • Bacteriën
  • Breken een deel van de onverteerde stoffen af, hierbij ontstaan stinkende gassen

Slide 16 - Tekstslide

MAAG
LEVER
DUNNE DARM
DIKKE 
DARM
TWAALF
VINGERIGE 
DARM
SPEEKSEL

-productie zoutzuur
-enzym verteerd eiwit voor een deel
-Groot oppervlak
-enzymen verteren eiwitten & koolhydraten
-opname voedingsstoffen in het bloed
Maakt gal wat vetten kleiner maakt
Bevat enzym wat zetmeel verteerd
-onttrekt water uit voedselbrij
-opname water in bloed
Hier mengen gal & alvleessap met de voedselbrij

Slide 17 - Sleepvraag

De functie van het verteringsstelsel is het omzetten van...................... in ....................
Speeksel en maagsap zijn voorbeelden van.....................

De enzymen in...................... zorgen ervoor dat voedingsstoffen........................ worden afgebroken. Voedingsstoffen die...................... door de darmwand heen kunnen worden omgezet in verteringsproducten. Verteringsproducten kunnen...........................door de darmwand heen.
Verteringssappen
Verteringssappen
Sneller
Langzamer
Voedingsstoffen
Voedingsmiddelen
Wel
Niet

Slide 18 - Sleepvraag

mondholte/keelholte
1
slokdarm
2
maag
3
maagportier
4
twaalfvingerige darm
5
alvleesklier
6
lever
7
galblaas
8
dunne darm
9
blinde darm
10
dikke darm
11
endeldarm
12
geef de namen van de verteringsorganen schrijf erbij wat daar gebeurt

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link