W1- lesweek 9, 04 nov- 08 nov- S19

B1-K1-W1- Inventariseert Ondersteuningsvragen

Doelgroepen- Lesweek 9 


1.  Psychiatrie deel 1 - definitie

2.  Psychiatrie deel 2 - verslaving

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

B1-K1-W1- Inventariseert Ondersteuningsvragen

Doelgroepen- Lesweek 9 


1.  Psychiatrie deel 1 - definitie

2.  Psychiatrie deel 2 - verslaving

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma voor vandaag - deel 1

- Welkom, Terugblik

- Lesdoelen vandaag


- Psychiatrie definitie
- Theorie psychiatrie: DSM V, psychatrische stoornis, wanen en hallucinaties
- Theorie psychiatrie: vroeger versus nu

- Groepsopdracht verdiep je in een psychische stoornis (60-90 min)

- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik - leg je aantekeningen weg... wat weet jij nog??

1. Wat is reminiscentie? Kun je een voorbeeld geven?


2. Wat wordt er verstaan onder muzisch agogisch werken?


3. De volgende omschrijving past bij de begeleidingsmethodiek.....
'De cliënt zelf is de deskundige op het gebied van het probleem dat hij ervaart.
Cliënt en hulpverlener richten zich samen op de gewenste situatie eerder dan op de probleemsituatie.'

Slide 3 - Tekstslide

1. bewust ophalen van herrineringen bijvoorbeeld door muziek, materialen.

2. Methode waarbij muzikale en creatieve activiteiten cliënten stimuleren om een veranderingsproces in gang te zetten of te ondersteunen.

3. Oplossingsgericht werken
Lesdoelen vandaag:
  • Je kunt uitleggen wat de definitie is van psychiatrie
  • Je kunt uitleggen wat de DSM V is
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat een psychiatirsch verschijnsel betekent
  • Je kunt uitleggen wat een waan, hallucinaties en illusie is .
  • Je verdiept je in een cluster (stoornissen) en kunt uitleggen wat de stoornis inhoudt

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychiatrie -de definitie:

    Psychiatrie is een medisch specialisme dat zich bezighoudt met de preventie, diagnostiek en behandeling (therapie) van psychische ziektebeelden. 

    De term psychiatrie is een samenvoeging van het Griekse
    psyche, wat ziel of geest betekent, en iatros wat arts betekent (letterlijk dus de geneeskunde van de ziel).


    Het hoofddoel van psychiaterie: verlichten van het psychisch lijden en het vergroten van het psychisch welbevinden

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagnose en DSM-V
Voor diagnose is een goede anamnese heel belangrijk. Hiervoor zijn huisarts etc erg belangrijk.
De diagnose zelf kan alleen gesteld worden door de psychiater.

Diagnose wordt gesteld aan de hand van DSM- V.
DSM-V is : Wereldwijd gebruikt classificatiesysteem voor het diagnosticeren van psychiatrische stoornissen.(groot boek)


Slide 6 - Tekstslide

Anamnese: voorgeschiedenis van een ziekte. ... 
Psychiatrie stoornis - definitie

Psychiatrische stoornis :
Psychische aandoening waarbij psychologische functies, zoals voelen, denken of waarnemen, afwijkend functioneren. 

Maar hoe weten we nu wat afwijkend is? En wat valt er zoal onder afwijkend in voelen denken, waarnemen? (zie volgende dia)



Boek: Thema 3.8- Boek: Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen

Slide 7 - Tekstslide

Wijs de studenten op het boek. Thema 3.8. Staat niet in hun lesplanner.
Boek Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen
Wanneer is het ''gestoord'' gedrag?
  • Het gedrag van de persoon wijkt af van de sociale norm. In een samenleving bestaan bepaalde regels over wat ‘gezondheid’ is en wat normaal gedrag is.
  • Het gedrag heeft ongemak, lijden of bezorgdheid tot gevolg bij de persoon zelf en/of zijn omgeving. Hij gaat gebukt onder zijn gedrag of emoties.
  • De persoon kan zich niet anders gedragen dan hij doet. Er is sprake van een bepaald onvermogen om ander gedrag te kiezen.


Hallucinaties, wanen zijn zo bijvoorbeeld psychatrische verschijnselen (kenmerken) van het ziektebeeld schizofrenie. De persoon heeft hier last van en heeft geen controle over deze verschijnselen.... wat is het verschil? zie volgende dia...

Slide 8 - Tekstslide

Thema 3.8 PBSD boek


1.Het gedrag van de persoon wijkt af van de sociale norm. In een samenleving bestaan bepaalde regels over wat ‘gezondheid’ is en wat normaal gedrag is. Dit is de sociale norm. Van dit criterium kan gezegd worden dat het objectief (feitelijk) is. Het horen van stemmen in je hoofd is niet ‘normaal’. Langdurig somber zijn en tot niets komen, of altijd optimistisch zijn en doorgaan zonder een moment rust, is ook niet ‘normaal’.

  • 2. Het gedrag heeft ongemak, lijden of bezorgdheid tot gevolg bij de persoon zelf en/of zijn omgeving. Van dit criterium kan worden gezegd dat het subjectief (persoonlijke zienswijze) is. Iemand heeft het gevoel dat het niet goed met hem gaat. Hij gaat gebukt onder zijn gedrag of emoties.

  • 3. De persoon kan zich niet anders gedragen dan hij doet. Er is sprake van een bepaald onvermogen om ander gedrag te kiezen. Het ontbreekt hem aan alternatieven voor zijn gedrag. Hij kan zichzelf niet voornemen om zich anders te gedragen of zich anders te voelen.

  • Wanen, Hallucinaties, Ilusie
    Wanen, Hallucinaties, Ilusie
    Wanen : Is verstoring in het denken.
    Dus het is er maar de client koppelt er een onjuiste gedachte of conclusie aan.
    Er lopen wel degelijk mensen met zwarte jassen op straat maar de client maakt hiervan dat deze mensen hem bespioneren.

    Hallucinaties: storing in waarneming.
    Zien, horen, voelen, proeven, ruiken wat er niet is.

     

    Illusie: Vervormd beeld.
    Stel je voor in de verte denk je een persoon te zien als je dichterbij komt is het een prullenbak. Je ziet dus wel iets maar koppelt er een verkeerd beeld aan (alsof je een bril nodig hebt)

    Slide 9 - Tekstslide

    Thema 3.8 PBSD boek


    1.Het gedrag van de persoon wijkt af van de sociale norm. In een samenleving bestaan bepaalde regels over wat ‘gezondheid’ is en wat normaal gedrag is. Dit is de sociale norm. Van dit criterium kan gezegd worden dat het objectief (feitelijk) is. Het horen van stemmen in je hoofd is niet ‘normaal’. Langdurig somber zijn en tot niets komen, of altijd optimistisch zijn en doorgaan zonder een moment rust, is ook niet ‘normaal’.

  • 2. Het gedrag heeft ongemak, lijden of bezorgdheid tot gevolg bij de persoon zelf en/of zijn omgeving. Van dit criterium kan worden gezegd dat het subjectief (persoonlijke zienswijze) is. Iemand heeft het gevoel dat het niet goed met hem gaat. Hij gaat gebukt onder zijn gedrag of emoties.

  • 3. De persoon kan zich niet anders gedragen dan hij doet. Er is sprake van een bepaald onvermogen om ander gedrag te kiezen. Het ontbreekt hem aan alternatieven voor zijn gedrag. Hij kan zichzelf niet voornemen om zich anders te gedragen of zich anders te voelen.

  • Opdracht: Gaat het hier om wanen of hallucinaties?

    1. Joris voelt slakken door zijn buik glijden en heeft het idee dat hij van binnen opgegeten wordt.

    2. Joost denkt dat hij god is en dat hij de problemen in de wereld kan oplossen.

    3. Misa wordt gevolgd door de FBI. Haar vriendin ziet niets. Misa wijst op alle mensen met een zwarte jas. Haar vriendin ziet deze mensen wel.

    4. Rolf ziet ratten in zijn kamer rondlopen. Hij roept zijn vader maar deze geeft aan dat er geen rat te bekennen is.
    5. Margje geeft aan dat ze de president van Amerika is.


    Slide 10 - Tekstslide

    Wanen : Is verstoring in het denken.
    Dus het is er maar de client koppelt er een onjuiste gedachte of conclusie aan.
    Er lopen wel degelijk mensen met zwarte jassen op straat maar de client maakt hiervan dat deze mensen hem bespioneren.

    Hallucinaties; storing in waarneming. Zien,  horen, voelen, proeven, ruiken wat er niet is.


    Illusie: Vervormd beeld.
    Stel je voor in de verte denk je een persoon te zien als je dichterbij komt is het een prullenbak. Je ziet dus wel iets maar koppelt er een verkeerd beeld aan (alsof je een bril nodig hebt)
    Psychiatrie vroeger- versus nu  in een notendop

    1.200 na Christus- ziek lichaam is een zieke geest. Gericht op beter maken van het lichaam. (aderlating, inzetten van bloedzuigers)

    2. Middeleeuwen- achtergrond door het geloof in exorcisme en hekserij. Geesteszieken werden gezien als bezeten door de duivel.

    3. 1461 eerste dollenhuis wordt opgericht- geloof dat door het hevig ‘schrikken’ de geestesziekte meteen daarna zou verdwijnen. (zweep- of stokslagen) en het uitlokken van hevige schrikreacties kwam regelmatig voor in allerlei martelingen.


    Slide 11 - Tekstslide

    Check zelf ook even thema 3.8 voor achtergrond informatie psychiatrie. BOEk PBSD. Studenten hoeven dit niet te weten voor toets maar dan weten ze wel hoe het vroeger was en nu...

    Slide 12 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 13 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 14 - Video

    Deze slide heeft geen instructies

    1. 19e eeuw--> Lichaam weer op voorgrond- badderen, hoge dosis insuline spuiten etc
    2. 1960-70- meer rechten voor mensen met geestenziekte- protesten tegen electroshocks.

    NU-: evidence based: werking ervan is wetenschappelijk bewezen- meer gekeken naar MENS

    Slide 15 - Tekstslide

    Check zelf ook even thema 3.8 voor achtergrond informatie psychiatrie. BOEk PBSD. Studenten hoeven dit niet te weten voor toets maar dan weten ze wel hoe het vroeger was en nu...
    Psychiatrische stoornissen -opdracht deel 1

    Stap 1: De docent deelt jullie in groepjes in.

    Onderwerpen:
    1. Angststoornissen - Fobie
    2. Stemmingsstoornis- Depressie
    3. Persoonlijkheidsstoornis- Cluster B- Bordeline persoonlijkheidsstoornis

    4. Dwangstoornissen- OCS
    5. Stressstoornis- PTSS

    6. Eetstoornis - Anorexia


    Stap 2: Je gaat je verdiepen in dit onderwerp/stoornis - Pak je licentie erbij en ga naar:
    Boek: GGZ agogisch - Thema 4,5,6,7 en lees het hoofdstuk van jouw onderwerp goed door.




    Slide 16 - Tekstslide

    Boek ggz agogisch.
    Verdeel de groepjes zelf!

    Ze krijgen de hele les de tijd om dit voor te bereiden. Ze gaan zich eerst verdiepen in wat het is door het hoofdstuk te lezen. Daar halen ze de belangrijkste dingen uit en dit plaatsen ze op een flap-over. Mindmap


    Bij de volgende dia maken ze een PowerPoint. De volgende les gaan ze dan aan elkaar in groepjes uitwisselen.
    Je zorgt dat de klassenindeling dan klaar staat in groepjes. Een afgevaardigde van het groepje komt dan steeds iets vertellen over zijn/ haar gekozen stoornis.
    Alle powerpoints plaats je op teams.

    Ze richten zich echt puur op de gegeven stoornis.

    Psychiatrische stoornissen -opdracht deel 2

    Stap 3: Je maakt een poster/ informatiekaart/folder over jouw onderwerp. Hiervoor gebruik je de flap-over/A3 papier. Wil je digitaal een poster maken dan mag dit ook. (zie eerst voorbeelden volgende dia). Deze worden meegeteld als inzet en de mooiste worden gepresenteerd aan het docententeam. En je maakt een powerpoint en zet die op Teams neer voor je klasgenoten. Een goede verdeling wie wat gaat maken, is van belang!

    Hierin verwerk je de volgende dingen:
    - Omschrijving van stoornis, kenmerken, onstaan van stoornis, behandeling, waar let je op als begeleider

    Stap 4: De volgende les gaan we rouleren in groepjes. Zorg dus dat je poster af is. Je gaat als expert dan naar een groepje toe en vertelt wat over jouw onderwerp.
    Bereid je goed voor de klas is afhankelijk van jouw informatie.




    Slide 17 - Tekstslide

    Boek ggz agogisch.
    Verdeel de groepjes zelf!

    Ze krijgen de hele les de tijd om dit voor te bereiden. Ze gaan zich eerst verdiepen in wat het is door het hoofdstuk te lezen. Daar halen ze de belangrijkste dingen uit en dit plaatsen ze op een flap-over. Mindmap


    Bij de volgende dia maken ze een PowerPoint. De volgende les gaan ze dan aan elkaar in groepjes uitwisselen.
    Je zorgt dat de klassenindeling dan klaar staat in groepjes. Een afgevaardigde van het groepje komt dan steeds iets vertellen over zijn/ haar gekozen stoornis.
    Alle powerpoints plaats je op teams.

    Ze richten zich echt puur op de gegeven stoornis.

    Voorbeeld 1:

    Informatiekaart verwerkt in een strip:

    Slide 18 - Tekstslide

    Boek ggz agogisch.
    Verdeel de groepjes zelf!

    Ze krijgen de hele les de tijd om dit voor te bereiden. Ze gaan zich eerst verdiepen in wat het is door het hoofdstuk te lezen. Daar halen ze de belangrijkste dingen uit en dit plaatsen ze op een flap-over. Mindmap


    Bij de volgende dia maken ze een PowerPoint. De volgende les gaan ze dan aan elkaar in groepjes uitwisselen.
    Je zorgt dat de klassenindeling dan klaar staat in groepjes. Een afgevaardigde van het groepje komt dan steeds iets vertellen over zijn/ haar gekozen stoornis.
    Alle powerpoints plaats je op teams.

    Ze richten zich echt puur op de gegeven stoornis.

    Voorbeeld 2:
    Informatie folder

    Slide 19 - Tekstslide

    Boek ggz agogisch.
    Verdeel de groepjes zelf!

    Ze krijgen de hele les de tijd om dit voor te bereiden. Ze gaan zich eerst verdiepen in wat het is door het hoofdstuk te lezen. Daar halen ze de belangrijkste dingen uit en dit plaatsen ze op een flap-over. Mindmap


    Bij de volgende dia maken ze een PowerPoint. De volgende les gaan ze dan aan elkaar in groepjes uitwisselen.
    Je zorgt dat de klassenindeling dan klaar staat in groepjes. Een afgevaardigde van het groepje komt dan steeds iets vertellen over zijn/ haar gekozen stoornis.
    Alle powerpoints plaats je op teams.

    Ze richten zich echt puur op de gegeven stoornis.

    Voorbeeld 3:
    Poster (met informatie)
    Let op! Verwerk wel alle informatie op de poster!

    Slide 20 - Tekstslide

    Boek ggz agogisch.
    Verdeel de groepjes zelf!

    Ze krijgen de hele les de tijd om dit voor te bereiden. Ze gaan zich eerst verdiepen in wat het is door het hoofdstuk te lezen. Daar halen ze de belangrijkste dingen uit en dit plaatsen ze op een flap-over. Mindmap


    Bij de volgende dia maken ze een PowerPoint. De volgende les gaan ze dan aan elkaar in groepjes uitwisselen.
    Je zorgt dat de klassenindeling dan klaar staat in groepjes. Een afgevaardigde van het groepje komt dan steeds iets vertellen over zijn/ haar gekozen stoornis.
    Alle powerpoints plaats je op teams.

    Ze richten zich echt puur op de gegeven stoornis.

    Afsluiting - Check van de lesdoelen:
  • Je kunt benoemen wat de definitie van psychiatrie is
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat een psychiatirsch verschijnsel betekent
  • Je kunt uitleggen wat een waan, hallucinaties en illusie is .
  • Je verdiept je in een cluster (stoornissen) en kunt uitleggen wat de stoornis inhoudt

    Klaar? En nog tijd over?
  • Studenten kunnen de vragen van Thema 3.10 maken van boek PBSD voor zichzelf ter oefening. 
    Dit is geen huiswerk !
    Volgende les; uitwisselen van de posters/ informatiekaarten/ folders

    Slide 21 - Tekstslide

    Boek ggz agogisch.
    Verdeel de groepjes zelf!

    Ze krijgen de hele les de tijd om dit voor te bereiden. Ze gaan zich eerst verdiepen in wat het is door het hoofdstuk te lezen. Daar halen ze de belangrijkste dingen uit en dit plaatsen ze op een flap-over. Mindmap


    Bij de volgende dia maken ze een PowerPoint. De volgende les gaan ze dan aan elkaar in groepjes uitwisselen.
    Je zorgt dat de klassenindeling dan klaar staat in groepjes. Een afgevaardigde van het groepje komt dan steeds iets vertellen over zijn/ haar gekozen stoornis.
    Alle powerpoints plaats je op teams.

    Ze richten zich echt puur op de gegeven stoornis.

    B1-K1-W1- Inventariseert Ondersteuningsvragen

    Doelgroepen- Lesweek 9 


    1.  Psychiatrie deel 1 - definitie

    2.  Psychiatrie deel 2 - verslaving

    Slide 22 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Programma voor vandaag - deel 2

    - Welkom, Terugblik

    - Lesdoelen vandaag

    - Groepsopdracht les 1 uitwisselen


    - Documentaire verslaving
    - Theorie verslaving  
    - Fasen van verslaving

    - Verslavingszorg


    - Afsluiting

    Slide 23 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Terugblik -oefening

    Leg je aantekeningen weg. Wat weten jullie nog van de vorige les?

    Slide 24 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Lesdoelen vandaag:
    • Je kunt uitleggen wat de kenmerken zijn van:
      Borderline, OCS, Depressie, PTSS, Fobie, Anorexia
    • Je kunt uitleggen wat de definitie verslaving betekent
    • Je kunt de fasen van verslaving benoemen
    • Je kunt uitleggen waar de begeleiding zich in de verslavingzorg opricht.

    Slide 25 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

     Groepsopdracht les 1 uitwisselen

    Slide 26 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Definitie van verslaving:

    Toestand waarin een persoon fysiek en/of mentaal afhankelijk is van:

    X Een verslavend middel
    X Lustbevredigend gedrag


    Verslaving is een psychische aandoening. 
    Wat alle verslavingen gemeen hebben is dat de afhankelijkheid lang kan blijven duren en zowel lichamelijk, psychisch als sociaal schadelijke gevolgen heeft voor de verslaafde persoon.

    Slide 27 - Tekstslide

    Boek ggz agogisch.
    Verdeel de groepjes zelf!

    Ze krijgen de hele les de tijd om dit voor te bereiden. Ze gaan zich eerst verdiepen in wat het is door het hoofdstuk te lezen. Daar halen ze de belangrijkste dingen uit en dit plaatsen ze op een flap-over. Mindmap


    Bij de volgende dia maken ze een PowerPoint. De volgende les gaan ze dan aan elkaar in groepjes uitwisselen.
    Je zorgt dat de klassenindeling dan klaar staat in groepjes. Een afgevaardigde van het groepje komt dan steeds iets vertellen over zijn/ haar gekozen stoornis.
    Alle powerpoints plaats je op teams.

    Ze richten zich echt puur op de gegeven stoornis.

    Kenmerken van een verslaving

    Kenmerken

    • Willen stoppen maar niet kunnen;
    • Meer gebruiken dan je wilt;
    • Minder aandacht besteden aan hobby's, sociale activiteiten of  werk;
    • Doorgaan met gebruik ondanks dat je weet dat gebruik problemen veroorzaakt of verergert;
    • Veel tijd besteden aan gebruik of aan bijkomen van gebruik;
    • Ontwikkeling van tolerantie d.w.z. steeds meer nodig hebben om de effecten nog te voelen;
    • Last hebben van onthoudingsverschijnselen.

    Slide 28 - Tekstslide

    Boek ggz agogisch.
    Verdeel de groepjes zelf!

    Ze krijgen de hele les de tijd om dit voor te bereiden. Ze gaan zich eerst verdiepen in wat het is door het hoofdstuk te lezen. Daar halen ze de belangrijkste dingen uit en dit plaatsen ze op een flap-over. Mindmap


    Bij de volgende dia maken ze een PowerPoint. De volgende les gaan ze dan aan elkaar in groepjes uitwisselen.
    Je zorgt dat de klassenindeling dan klaar staat in groepjes. Een afgevaardigde van het groepje komt dan steeds iets vertellen over zijn/ haar gekozen stoornis.
    Alle powerpoints plaats je op teams.

    Ze richten zich echt puur op de gegeven stoornis.

    Fasen van verslaving:
    1. Experimenteerfase
    2. Fase van sociaal of geintegreerd gebruik
    3. Fase waarin het gebruik meer en belangrijker wordt
    4. Verslavingsfase

    Slide 29 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Je zal het maar zijn... verslaafd...

    Slide 30 - Tekstslide

    - Kijk even hoeveel tijd je hebt om heel de documentaire te laten zien van 45 min. meestal kies ik ervoor om sommige stukjes door te spoelen. Het gaat er meer om dat ze weten dat verslaving niet alleen alcohol of drugs is maar ook handelingen kunnen zijn.
    Visies op verslaving- Pak je licentie erbij en zoek op!

    Boek: Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen- Thema 3.11 - OOK HUISWERK

    Zoek op en schrijf voor jezelf op achter elk model wat het inhoudt- dit bespreken we kort in de klas.

    Morele model
    Farmacologische model

    Psychiatrische model
    Sociale model
    Medische model
    Gedragstherapeutische model
    Bio psychosociale model
    Hersenziekte model

    Slide 31 - Tekstslide

    Boek ggz agogisch.
    Verdeel de groepjes zelf!

    Ze krijgen de hele les de tijd om dit voor te bereiden. Ze gaan zich eerst verdiepen in wat het is door het hoofdstuk te lezen. Daar halen ze de belangrijkste dingen uit en dit plaatsen ze op een flap-over. Mindmap


    Bij de volgende dia maken ze een PowerPoint. De volgende les gaan ze dan aan elkaar in groepjes uitwisselen.
    Je zorgt dat de klassenindeling dan klaar staat in groepjes. Een afgevaardigde van het groepje komt dan steeds iets vertellen over zijn/ haar gekozen stoornis.
    Alle powerpoints plaats je op teams.

    Ze richten zich echt puur op de gegeven stoornis.

    Afsluiting- check lesdoelen
  • Je kunt uitleggen wat de kenmerken zijn van:
    Borderline, OCS, Depressie, PTSS, Fobie, Anorexia
  • Je kunt uitleggen wat de definitie verslaving betekent
  • Je kunt de fasen van verslaving benoemen


  • Maak de opdracht van de vorige dia;
    Dit is ook ter voorbereiding op de toets. Volgende les bespreken we deze bij de terugblik.

    Volgende week; verslavingszorg , huiselijk geweld, kindermishandeling en start gehandicaptenzorg

    Slide 32 - Tekstslide

    Boek ggz agogisch.
    Verdeel de groepjes zelf!

    Ze krijgen de hele les de tijd om dit voor te bereiden. Ze gaan zich eerst verdiepen in wat het is door het hoofdstuk te lezen. Daar halen ze de belangrijkste dingen uit en dit plaatsen ze op een flap-over. Mindmap


    Bij de volgende dia maken ze een PowerPoint. De volgende les gaan ze dan aan elkaar in groepjes uitwisselen.
    Je zorgt dat de klassenindeling dan klaar staat in groepjes. Een afgevaardigde van het groepje komt dan steeds iets vertellen over zijn/ haar gekozen stoornis.
    Alle powerpoints plaats je op teams.

    Ze richten zich echt puur op de gegeven stoornis.