Thema 7 Basisstof 2 Stengels en wortels

Thema 7 Basisstof 2 Stengels en wortels
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 7 Basisstof 2 Stengels en wortels

Slide 1 - Tekstslide

bladmoes
nerf
hoofdnerf

Slide 2 - Sleepvraag

Koolstofdioxide
zuurstof
waterdamp

Slide 3 - Sleepvraag

CO2
O2

Slide 4 - Sleepvraag

Leerdoelen
Basisstof 2 Stengels en wortels

7.2.1 Je kunt drie functies van wortels beschrijven.
7.2.2 Je kunt twee functies van stengels beschrijven.
7.2.3 Je kunt de werking van houtvaten en bastvaten beschrijven.
7.2.4 Je kunt beschrijven hoe planten stevigheid verkrijgen.

Slide 5 - Tekstslide

Functie wortels
De wortels zorgen ervoor dat de plant goed vastzit in de grond. 

De wortels zijn ook een opslag  plaats voor reservestoffen.
De reservestoffen die opgeslagen worden in de wortels is vooral zetmeel.
Sommige wortels kan je eten. 

Ook nemen wortels water en mineralen op uit de bodem.

Slide 6 - Tekstslide

Bouw wortels
De wortel bestaat uit een een dikke hoofdwortel met kleine zijwortels.
Aan het uiteinde van de zijwortels zitten wortelharen deze nemen water en mineralen op.

Via de celwanden komt het water en mineralen in vaten terecht. 

De vaten zijn buisjes die het verder vervoerd door de plant. 

Slide 7 - Tekstslide

Stengels
De stengels van de plant zorgen voor stevigheid en transport van stoffen. 

De vaten vervoeren water met opgeloste stoffen (mineralen en glucose onder andere) naar de overige delen van de plant dit noem je transport

Om de vaten liggen vezels deze zorgen voor stevigheid.

Slide 8 - Tekstslide

De vezels zorgen voor stevigheid en wordt veel gebruikt in producten.
Je hebt eetbare stengels.
Een knol is een verdikte stengel denk bijvoorbeeld aan de aardappel.

Slide 9 - Tekstslide

Houtvaten
Houtvaten vervoeren water en mineralen vanuit de wortels naar de plant.

Water gaat via de houtvaten door de stengels naar de bladeren.

Water verdampt door de huidmondjes uit de bladeren. 

Er ontstaat zo een stroom van water in de plant, van de wortels naar de bladeren.

Slide 10 - Tekstslide

Bastvaten

In de bladeren wordt glucose gemaakt. Glucose is een suiker.
 Suikers lossen op in water. 

Bastvaten vervoeren water met opgeloste suikers vanuit de bladeren naar de overige delen van een plant.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe meer dode houtvaten, hoe dikker de stam.

Slide 12 - Tekstslide

Stevigheid van planten
Houtvaten en vezels geven de plant stevigheid maar dat kan ook ontstaan door water in de cellen.

De vacuole is gevuld met vocht en dit drukt tegen de celwand aan. Door de druk van het water in de cellen wordt een plant heel stevig.

Wanneer een plant uitdroogt, verdwijnt er water uit de vacuolen van de cellen.

Slide 13 - Tekstslide

Het vocht in de vacuole drukt de cel tegen de celwand aan. De celwand kan maar een klein beetje uitrekken.
De lucht drukt de binnenband naar buiten. De buitenband kan maar een klein beetje uitrekken.

Slide 14 - Tekstslide

De vacuolen zitten vol water.
De vacuolen bevatten weinig water.

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk


Opdracht 1 t/m 9
(BLZ 19-26)

Slide 16 - Tekstslide

Waar in de wortel worden reservestoffen vooral opgeslagen?
A
In de hoofdwortel
B
In de zijwortels
C
In de wortelharen

Slide 17 - Quizvraag

Welke route volgt het transport door houtvaten?
Bladeren
stengel
wortels

Slide 18 - Sleepvraag

Hoe komen de reservestoffen in de peen?
A
Via de houtvaten
B
Via de bastvaten

Slide 19 - Quizvraag