8.2 Stengels en wortels

8.2 Wortels en Stengels
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

8.2 Wortels en Stengels

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
8.2.1 Je kunt in afbeeldingen vaatbundels, houtvaten en bastvaten benoemen en je kunt de functie van deze delen beschrijven.
8.2.2 Je kunt beschrijven hoe planten stevigheid verkrijgen.
8.2.3 Je kunt beschrijven hoe opname en transport van water en mineralen bij planten plaatsvinden.

Slide 2 - Tekstslide

Stengels
De stengels van een plant hebben meerdere functies: 
  1. Fotosynthese: als ze groen zijn hebben ze bladgroenkorrels. Ze hebben dan ook huidmondjes. 
  2. Bladeren en bloemen dragen
  3. Stevigheid geven aan de plant
  4. Transport van stoffen
  5. Opslag van reservestoffen

Slide 3 - Tekstslide

Stengels - transport
Tussen de wortels en de bladeren van een plant zitten de stengels. 
Door de stengel gaan water en mineralen van de wortels naar de bladeren. Glucose uit de bladeren gaat door de stengel naar andere delen van de plant. Op deze manier zorgt de stengel van een plant voor transport van stoffen. Dit transport vindt vooral plats via vaatbundels, deze worden gevormd door vaten: lange dunne buisjes die van de wortels tot in de bladeren lopen door de stengels heen. 

De tranport functie van stengels kun je aantonen met een proef. Je zet een stengel met een witte bloem in water waarin een rode kleurstof is opgelost. In de afbeelding zie je het resultaat na enkele dagen.

Slide 4 - Tekstslide

Transport door vaten

Vaatbundels  zijn lange dunne buisjes en lopen van wortel tot in blad

1.              Houtvaten 

2.             Bastvaten 

Slide 5 - Tekstslide

Houtvaten

Vervoer water en mineralen
vanaf de wortel naar boven (naar bloemen, bladeren en knoppen)
Houtvaten bestaan uit boven elkaar liggende dode houtcellen. De dikke verticale celwanden van houtcellen bestaan uit de stoffen cellulose en houtstof. Deze stoffen geven de houtvaten stevigheid.


Slide 6 - Tekstslide

Bastvaten
In de bladeren word  door fotosynthese,  glucose gemaakt, dit is een suiker. Suikers worden opgelost in water en stroomt via de bastvaten naar waar de plant het nodig heeft.
Bastvaten bestaan uit boven elkaar liggende levende cellen. In de dwarswanden tussen de cellen bevinden zich openingen. Hierdoor kunnen stoffen in twee richtingen door de bastvaten worden vervoerd.

Slide 7 - Tekstslide

In stengels liggen de houtvaten altijd aan de binnenkant en de bastvaten altijd aan de buitenkant. Ook in een stam van een boom is dit zo. De bastvaten liggen in de bast. In de nerven van bladeren liggen de houtvaten aan de bovenzijde en de bastvaten aan de onderzijde van een blad .

Slide 8 - Tekstslide

Stevigheid
Planten krijgen stevigheid op twee manieren:
• door vocht in de vacuolen van de cellen
• door cellulose en houtstof in de celwanden van houtcellen en vezels

Slide 9 - Tekstslide

Stevigheid door houtcellen en vezels
Rondom de vaatbundels liggen vezels: lange dode cellen met een dikke celwand. Ze zijn steviger dan houtcellen en dit is niet afhankelijk van water

Deze vezels worden gebruikt voor bijv. het maken van touw, garen of stoffen. 

Slide 10 - Tekstslide

Stengels- stevigheid
Stengels geven  stevigheid aan de plant. Bomen en struiken hebben heel stevige stengels: de stammen en de takken. Deze stengels bevatten veel hout. Bomen en struiken heten daarom houtachtige planten. Ze worden niet slap als de boom/struik geen water krijgt. Sommige planten hebben  bijna geen hout. Deze planten heten kruidachtige planten. De stengels van kruidachtige planten zijn alleen stevig als de wortels voldoende water kunnen opnemen (zie afbeelding).

Slide 11 - Tekstslide

Stevigheid door turgor
In de plantencel zit de vacuole, een blaasje gevuld met vocht. Als deze vol met water is, dan drukt het van binnen tegen de celwand, net als een binnenband tegen de buitenband van een fiets. De celwand kan bijna niet uitrekken waardoor er druk ontstaat tegen de celwand. Dit is turgor. Door deze druk wordt de plant heel stevig. 

Slide 12 - Tekstslide

Wortels
Alle wortels van een plant samen noem je het wortelstelsel van een plant. Het wortelstelsel is een orgaanstelsel. Bomen kunnen heel grote wortelstelsels hebben, waarbij dikke zijwortels over de bodem kronkelen. Bollen, zoals tulpen en uien, hebben geen hoofdwortel of zijwortels ).

Slide 13 - Tekstslide

Wortels
Alle planten hebben wortels, maar de wortels van verschillende planten zien er vaak wel anders uit. Veel planten hebben een lange, dikke hoofdwortel met zijwortels (zie afbeelding). Aan de uiteinden van de zijwortels zitten wortelharen.

Slide 14 - Tekstslide

Wortels
Functies
  • Met de wortels zuigt een plant water en mineralen op uit de bodem.
  • Wortels zorgen er ook voor dat de plant stevig in de grond staat.
  • In de wortel slaat de plant ook het reservestoffen op. 
Planten hebben water en mineralen nodig om in leven te blijven. De mineralen (zouten) zijn voedingsstoffen voor een plant. Ze zijn opgelost in het water in de bodem. Met de wortelharen neemt de plant water met mineralen op uit de bodem.
Reservestoffen zijn stoffen die de plant niet meteen nodig heeft. Hij slaat ze op om ze later te gebruiken. Bijvoorbeeld om in de lente snel te kunnen groeien, zoals de paardenbloem.
Een paardenbloem sterft af in de herfst, maar onder de grond blijft de wortel leven. In de lente groeit uit de wortel dan snel weer een paardenbloemplant. Om te groeien worden de reservestoffen in de wortel verbruikt. Ook bomen, struiken en andere planten slaan reservestoffen op in hun wortels.
In de winter             In de lente
Met de wortels zet de plant zich stevig vast in de grond: 'verankeren' noem je dat. Zo waaien ze niet om. 

Slide 15 - Tekstslide

Transport
Veel planten hebben een dikke hoofdwortel met zijwortels en aan die zijwortels zitten de wortelharen. Met de wortelharen neemt de plant water op en de stoffen (mineralen) die in het water zijn opgelost.
Hoofdwortel
4
Wortelharen
2
Zijwortel
3
Hoofdwortel
1

Slide 16 - Tekstslide

Transport
Nadat het water+mineralen door de celwanden van de wortel is gegaan, gaat het de wortel in en komt het bij de vaten in de hoofdwortel. Dit zijn buisjes die in bundels bij elkaar liggen (vaatbundels), ze gaan van de wortels, door de stengels, naar de bladeren. In het blad zijn het de nerven. 

Slide 17 - Tekstslide

Vooral de celwanden van de wortelharen nemen water op. De celwanden van de wortelharen vervoeren het grootste deel van het opgenomen water en de mineralen naar de houtvaten die in het midden van de wortel liggen. De rest van het water gaat naar de cellen van de wortel zelf. Aan de onderzijde van de wortel blijven de cellen zich delen, zodat de wortel steeds verder de grond in groeit.

Slide 18 - Tekstslide



oorzaak 1

Water verdampt door de huidmondjes, de bladeren 'zuigen' water uit de stengels, die weer uit de wortels 'zuigen'. 





oorzaak 2

worteldruk 
wortels 'persen' water omhoog
 
bij teveel water verschijnen er 
druppels bij de  bladeren
vanwege weinig verdamping

komt minder vaak voor dan oorzaak 1

Hoe komt het water naar boven, tegen de zwaartekracht in?

Slide 19 - Tekstslide

1

Slide 20 - Video

Aan het werk! Biologie
Wat? 8.2 Wortels en stengels- opdrachten 1 t/m 10


Klaar? Begin met je samenvatting!

timer
1:00

Slide 21 - Tekstslide

00:11-00:56
Huidmondjes worden gevormd door 2 speciale cellen tegen elkaar aan: de sluitcellen. Open en dicht gaan van het huidmondje heeft te maken met hoe vol met water de vacuole zit.  Er is turgor: de vacuole heeft water de cellen worden naar buiten gebogen en er ontstaat tussen de 2 sluitcellen een opening.

Dus:
Plant heeft water - er is turgor- vacuole zit vol - huidmondje open - water verdampt en verlaat de plant.
Plant heeft geen water- turgor neemt af - lege vacuole- huidmondje dicht - plant verliest geen water
Huidmondjes
 Nu kan er water naar buiten verdampen.
Als de vacuole leeg is, dan sluiten de cellen zich. Nu kan er geen water meer verdampen.  

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wat vervoeren de houtvaten en in welke richting?
A
Omhoog, water en mineralen
B
Beneden, water en mineralen
C
Omhoog, water met voedingsstoffen
D
Beneden, water met voedingsstoffen

Slide 24 - Quizvraag

Wat vervoeren de bastvaten en in welke richting?
A
Omhoog, water en mineralen
B
Beneden, water en mineralen
C
Omhoog, water met voedingsstoffen
D
Beneden, water met voedingsstoffen

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste (!) functie van de stengel van een plant?
A
Fotosynthese
B
Opname van stoffen uit de grond
C
Vervoeren van stoffen
D
Voortplanting

Slide 26 - Quizvraag

Wat is geen functie van de stengel?
A
Water vervoeren naar de wortels
B
Dragen van bladeren en bloemen
C
Reservevoedsel opslaan
D
Voedingsstoffen vervoeren naar de wortels

Slide 27 - Quizvraag

welke onderdelen vervoeren water?
A
bastvaten
B
houtvaten

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de functie van de wortel?
A
water opnemen
B
Opslag
C
fotosynthese
D
Water opnemen + opslag

Slide 29 - Quizvraag

Voortplanting
Bloem
Stengel
Wortel
Water en mineralen opnemen
Glucose maken
Blad
Stoffen vervoeren en stevigheid geven

Slide 30 - Sleepvraag