2.3A: Je weet wat
klassieke grondrechten zijn en hier minimaal drie voorbeelden van noemen.
2.3B: Je kunt het begrip verzuiling in je eigen woorden uitleggen en uitleggen waarom de protestanten de basis hiervoor hebben gelegd.
2.3C: Je kunt uitleggen wat de Schoolstrijd was en waarom de katholieken en protestanten hier wel samenwerkten.
2.3D: Je kunt uitleggen waarom het socialisme in de 19e eeuw steeds populairder werd.
2.3E: Je kunt het verschil herkennen tussen sociaaldemocratie en communisme.