2.5 woorden

2.5 woorden
Griekse en Latijnse voor- en achtervoegsels


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

2.5 woorden
Griekse en Latijnse voor- en achtervoegsels


Slide 1 - Tekstslide

In hoofdstuk 1 heb je geleerd wat voor- en achtervoegsels zijn. Schrijf een woord op met een voor- of een achtervoegsel.

Slide 2 - Woordweb

Voorbeelden voor- en achtervoegsels


Vergeetachtig
multimiljonair
Oneerlijkheid

Slide 3 - Tekstslide

Griekse en Latijnse voor- en achtervoegsels
In het Nederlands worden ook voor- en achtervoegsels uit andere talen gebruikt, zoals het Grieks en het Latijn. 

Als je de betekenis van deze woorddelen kent, kun je de betekenis van onbekende woorden afleiden. 
Bijvoorbeeld: -loog (wetenschapper) 
technoloog = een wetenschapper in de techniek. 

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht

Op de volgende dia vind je Griekse en Latijnse voor- en achtervoegsels. Turf in je schrift van hoeveel jij de betekenis weet. 


Slide 5 - Tekstslide

Voorvoegsels
  • a-
  • anti-
  • bi-
  • bio-
  • contra-
  • dis-, dys-
  • ego-
  • inter-
  • macro- 
  • mega- 

  • micro-
  • mono-
  • medio-
  • multi-
  • nano-
  • pre-
  • poly
Achtervoegsels
  • -loog
  • -soon
  • -visie

Slide 6 - Tekstslide

Woordenlijst: wat is de betekenis van het woord 'abrupt'?
A
plotseling
B
makkelijk
C
invloed
D
alle aandacht eisen

Slide 7 - Quizvraag

Woordenlijst: wat is de betekenis van het woord 'de limiet'?
A
uitkiezen
B
wezenlijk, belangrijk
C
uiterste grens
D
gevoelig, kwetsbaar

Slide 8 - Quizvraag

Woordenlijst: wat is de betekenis van het woord 'potentieel'?
A
vaardigheid, handigheid
B
benadrukken
C
noodzakelijk, onmisbaar
D
mogelijk, iets wat zou kunnen gebeuren

Slide 9 - Quizvraag

Hoi allemaal!

Ga rustig zitten en start Magister op

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Nakijken: De opdrachten t/m 16 van 2.3 Lezen
Maken: opdracht 1 tm 8 (Kijk goed bij de instapopdracht!!).
Tijd over: Woordtrainer (zie Magister.learn)



Slide 11 - Tekstslide

Deze les:

1. Lees de leertekst op blz 109
2. Maken de opdrachten 10, 12, 13, 14 en 16
3. Nakijken alle opdrachten van Woordenschat
4. Klaar? Maak een keuze:
- Ga verder met je leesboek
- Oefenen met woorden h2, zie Magisterlearn

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Deze les gaan jullie 2.6: Spreken,Kijken en Luisteren maken:
- vanaf blz 110
- Maken de opdrachten: 1t/m 6 en 9
-Klaar: Overleg met docent wat je kunt doen.

Slide 14 - Tekstslide