D1ATh4 B4 Je spieren

D1ATh4 Sporten
 B4: Je spieren
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

D1ATh4 Sporten
 B4: Je spieren
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een spier?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is functie van een spier?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel



1.  Je leert wat de werking van een spier is
2. Je leert hoe een spier is opgebouwd
3. Je leert het belang van een goede lichaamshouding





Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten (huiswerk)
Handboek:   Lezen blz. 109 t/m 113
                          Noteer de gekleurde woorden in je schrift.

Werkboek blz. 123 t/m 125

Maak opdracht: 22 t/m 26

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Je spieren
Spieren zorgen ervoor dat je kunt bewegen. 
Alle spieren samen vormen het spierstelsel. 

Spieren zorgen ook voor beweging is binnen je organen. 
- De maag kan bijvoorbeeld samentrekken. Daardoor wordt
  voedsel gekneed. 
- Als het voedsel in je darmen zit, wordt het door spieren 
  vervoerd richting de anus. 

Wist je dat:
....als je kippenvel krijgt de spiertjes van elk haartje in je 
    huid samentrekken? 
    Je haartjes gaan daardoor recht overeind staan.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rugspier
1
Buikspier
2
Voorste Dijspier
3
Achterste Dijspier
4
Kuitspier
5
Achillespees
6
Leer de namen van de spieren
armspieren
Je kent de biceps en de triceps
voor je scheenbeen
voorste scheenbeenspier
7

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt een spier?


Spieren bestaan uit een groot aantal spiervezels

Spiervezels is de naam van de spiercellen

De spiercellen zitten in groepjes bij elkaar in een spierbundel

Om elke spierbundel zit een vlies

De vliezen van alle bundels in een spier samen zjn aan het uiteinde samengegroeid tot pezen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een spier zit met pezen vast aan botten. De plaats waar de pees vastzit noem je de aanhechtingsplaats. De biceps zit vast aan het spaakbeen (zie nr. 3).
Een spier is net een sterk touw. Een sterk touw bestaat uit veel kleine draadjes bij elkaar. Een spier bestaat uit verschillende spiervezelbundels met daarin spiervezels.

Een spiervezelbundel bestaat uit veel spiervezels
Een spier
Biceps
Als de biceps meer aanspant dan de triceps, buigt de arm.
1
Triceps
Als de triceps meer aanspant dan de biceps, strekt de arm.
2

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Armspieren
De armbuigspier is de biceps. (buig-bi). 

De armstrekspier is de triceps. 
(sTRerk = Tri)

Wat gebeurt er als de biceps en de triceps evenveel aanspannen?


Antagonisten zijn twee spieren die een tegengesteld effect hebben.
8
Biceps.
Stel je voor: je ligt in bed, je arm ligt op het matras.
Als de biceps meer aanspant dan de triceps, buigt de arm.
7
Triceps
Stel je voor: Je ligt in bed, je arm ligt op het matras.
Als de triceps meer aanspant dan de biceps, strekt de arm zich.

Slide 12 - Tekstslide

antwoord:

Beide spannen evenveel aan: Er is geen beweging in het ellebooggewricht. De arm blijft in dezelfde houding.




Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

'Gezonde houding'
Hoe je staat of zit, noem je je lichaamshouding. Je rug- en buikspieren zorgen ervoor dat je wervelkolom goed staat. 
Bij een juiste lichaamshouding heeft de wervelkolom een dubbele-S-vorm. Dat kan voorkomen dat je rug- of nekpijn krijgt. 
De spieren die aan de wervels vastzitten zorgen voor de juiste vorm van je wervelkolom. Die vorm is bij bewegen belangrijk maar ook bij staan en zitten. 
De spieren die daarvoor zorgen moeten sterk zijn, regelmatig bewegen en trainen is daarvoor belangrijk.


In welke afbeelding zie je een 'gezonde houding'?

Zithouding
rechtop zitten, knieën 90 graden gebogen
als je aan tafel zit: onderarmen op tafel, elleboog 90 graden gebogen

Slide 14 - Tekstslide

antwoord:
Dubbele S-vorm
Deze werkt als een door schokbreker bij springen en als een soort veer bij het tillen van zware voorwerpen.

rechtop zitten
Laatste staande persoon, rechts onder
Gezond tillen, wat is dat?

De wervelkolom moet zoveel mogelijk de dubbele-S-vorm behouden.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Til-Tips
IPad- en mobielgebruik
Gezondheidsrisico's

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spierkracht
Henk Grol is een judoka. Hij is veel gespierder dan de 5000 meter loopster Sifan Hassan. Henk heeft om een tegenstander te werpen, in één keer veel spierkracht nodig. 

Van Sifan moeten de spieren het lang vol kunnen houden. Ze heeft een groot uithoudingsvermogen.

Het uithoudingsvermogen is bij marathonlopers nog groter. 

Hoe zit het met de snelste sprintster van Nederland?

Slide 17 - Tekstslide

Dafne Schippers 
Een sprintster heeft veel spierkracht nodig.
Bijv. bij de start en ook de rest van de race.
Alle spieren werken maximaal in hele korte tijd. 
Wat is een pees?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De dubbele S-vorm

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antagonisten

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Nr. 3
A
voorste kuitspier
B
voorste dijspier
C
voorste buikspier
D
voorste scheenbeenspier

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Om de arm te buigen moet je
A
de biceps aanspannen
B
de triceps aanspannen
C
de biceps ontspannen
D
de biceps en de triceps aanspannen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De biceps en de triceps zijn spieren die bij bewegen
A
hetzelfde doen
B
het tegenovergestelde doen
C
nooit samenwerken
D
niets met elkaar te maken hebben

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Nr. 5
A
Kuitspier
B
Voorste scheenbeenspier
C
Achterste scheenbeenspier
D
Voorste kuitspier

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hier zie je
A
geen goede lichaamshouding
B
een goede lichaamshouding

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel spieren heb je ongeveer?
A
500
B
200
C
400
D
600

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar bestaan spieren uit?
A
Pezen
B
Spiervezels
C
Vlies
D
kleine spiertjes

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat zit er tussen een bot en een spier?
A
Spierbundel
B
Spiervezel
C
Pees
D
Vlies

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de armbuigspier
samentrekt wordt hij:
A
langer en dunner
B
langer en dikker
C
korter en dikker
D
korter en dunner

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De spieren met pezen
zitten vast aan de botten
A
juist
B
onjuist
C
soms wel
D
soms niet

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Als een spier samentrekt:
hoe lang kun jij dit?
De plank is een statische oefening, wat inhoudt dat je je lichaam een tijdje in een bepaalde houding moet houden zonder te bewegen.
A
wordt de spier korter en dunner
B
wordt de spier langer en dikker
C
wordt de spier korter en dikker
D
wordt de spier langer en dunner

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Als deze spieren aanspannen
A
gaat de pols buigen
B
gaat de pols strekken
C
gebeurt er niets in de pols
D
gaat de pols draaien

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Tonie zegt dat antagonisten spieren zijn die elkaar tegenwerken.

Eya zegt dat antagonisten spieren zijn waarvan het samentrekken een tegengesteld effect heeft.

A
beide waar
B
beide nietwaar
C
Tonie waar Eya niet waar
D
Tonie nietwaar Eya waar

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De arm gaat nog meer buigen
A
de biceps spant meer aan
B
de triceps spant meer aan
C
de voorste dijspier spant meer aan
D
de achterste dijspier spant meer aan

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alle spieren hebben een antagonist waardoor bewegen mogelijk is
A
waar
B
nietwaar
C
soms
D
dit is onzin, spieren hebben niets met antagonisten te maken

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je zeggen over de wervelkolom van deze jongen
A
Deze heeft een dubbele S-vorm
B
Deze heeft GEEN dubbele S-vorm
C
Deze heeft een S-vorm
D
Deze heeft GEEN S-vorm

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zie afbeelding:
Wat is waar over de belasting van de nek
A
0 kg belasting.
B
5 kg extra belasting.
C
8 kg extra belasting
D
26 pakken suiker van 1 kg aan extra belasting

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zie afbeelding
Het kind wordt opgetild
A
Dat is een voorbeeld van goed tillen. De armen zijn gestrekt en het kind is op de juiste afstand van de moeder.
B
Dat is een voorbeeld van goed tillen. De armen zijn gestrekt en de houding van de rug is goed
C
Dit is geen goede manier van tillen
D
Dat is een voorbeeld van goed tillen. De benen en de rughouding van de moeder zijn goed.

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd?

Slide 40 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind je nog lastig?
Hoe ga je dat aanpakken?

Slide 41 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel



1.  Je weet en je kunt uitleggen wat de werking van een spier is
2. Je weet en je kunt uitleggen hoe een spier is opgebouwd
3. Je weet het belang van een goede lichaamshouding en je kunt dat uitleggen





Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De werking van antagonisten
Ga staan. Houd je elleboog in je zij, je elleboog is 90 graden gebogen.

1. Welke spier is nu meer aangespannen, de biceps of de triceps
    Hoe komt dat?

2 Je strekt je arm langzaam. 
     Welke spier is zorgt daarvoor en wat doet die spier?

3 Je strekt je arm zo snel mogelijk. 
    a) Welke spier ontspant nu? 
    b) Welke spier zorgt ervoor dat de arm zich heel snel strekt?
           

Slide 43 - Tekstslide

Antwoord
1) De biceps is aangespannen.
    Als de biceps dat niet zou doen, zou de  
    arm zich strekken (zwaartekracht)
2 a) De biceps gaat langzaam steeds minder sterk aanspannen. Daardoor strekt de arm zich. De triceps doet niets want de zwaartekracht zorgt er al voor dat de arm naar beneden gaat.
2b) De triceps spant aan, de biceps ontspant. Door de zwaartekracht gaat de arm zich al strekken, door het aanspannen van de triceps gaat dit nog sneller. De biceps moet dan ontspannen anders lukt het snelle strekken niet.

Meer weten over spieren (1)
Wil je meer weten over spieren? Kijk dan het volgende filmpje.

Schrijf in je schrift de antwoorden op de vragen, verwerk daarin ook de vraag!

1) Welke spier werkt de hele dag en heeft te maken met ademhalen?
2) Hoeveel % van je lichaamsgewicht bestaat uit spieren? Hoeveel is dat bij jou?
3) Wat doen spiervezels als een spier samentrekt / aanspant?
4) Hoe kwam het dat het ei kapot ging terwijl de proefpersoon dat helemaal niet wilde doen?
5) Er zijn 2 kleuren spiervezels. Noteer de kleur en voor welk soort sport ze geschikt zijn.

Slide 44 - Tekstslide

Antwoorden:
1) middenrifspier werkt de hele dag en is verantwoordelijk voor de ademhaling
2) 40% van je lichaamsgewicht...
3) Spiervezels kunnen in elkaar schuiven, daardoor wordt een spier bij aanspannen korter en dikker
4) Een apparaat nam de functie van de hersenen van de proefpersoon over. Deze gaf het signaal om de spieren in de onderarm/hand maximaal aan te spannen.
5) Rode spiervezels: duursport  ---  Witte spiervezels : krachtsport

Slide 45 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Meer weten over spieren (2)
Wil je meer weten over spieren en een interessante manier zien hoe deze in beeld kunnen worden gebracht? Kijk dan het volgende filmpje.

Schrijf in je schrift het antwoord op de vraag, verwerk ook de vraag in je antwoord.

1. Hoeveel kg van het lichaam bestaat uit spieren? Hoeveel is dat bij jou aan kg? 
2. Wat eet iemand vooral voor meer spieropbouw / spiertraining?
3. Welke spieren worden donkergroen bij de juiste manier van tillen en welk deel van het lichaam 
     wordt daardoor minder belast?

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Video

Deze slide heeft geen instructies