De meeste Duitse ww kun je volgens de Feesttenten, Friettenten
Feesteten eten regels vervoegen. Wat dit precies inhoudt kom je bij de volgende dia's achter.
Schrijf de uitleg (witte dia's) in je schrift!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2
In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Werkwoorden vervoegen
Präsens (tt)
De meeste Duitse ww kun je volgens de Feesttenten, Friettenten
Feesteten eten regels vervoegen. Wat dit precies inhoudt kom je bij de volgende dia's achter.
Schrijf de uitleg (witte dia's) in je schrift!
Slide 1 - Tekstslide
Stam maken
Algemeen:
Om ww te kunnen vervoegen moet je eerst een stam maken.
Stam maken: ww - (e)n
Meestal haal je en eraf, soms heb je een ww met alleen een n zoals bijvoorbeeld rodeln, dan haal je er alleen een n af.
Slide 2 - Tekstslide
Stam maken
Maak van de volgende ww een stam:
- machen
- heißen
- tanzen
- schwimmen
- tun
Slide 3 - Tekstslide
De vervoeging
(feesttenten)
f
e
ich stam + e
du stam + st
er/sie/es stam + t
wir stam + en
ihr stam + t
sie/Sie stam + en
Slide 4 - Tekstslide
De vervoeging
(feesttenten)
Waarom nu feesttenten?
Als je alle uitgangen achter elkaar plakt en je zet er Fe voor staat er: feesttenten!
Vervoeg maar eens het ww machen.
Slide 5 - Tekstslide
De vervoeging
(feesttenten)
stam = mach
ich mache
du machst
er/sie/es macht
wir machen
ihr macht
sie/Sie machen
Had je het goed?
Slide 6 - Tekstslide
De vervoeging
(friettenten)
Friettenten
(stam eindigt op een s-klank s, x, z, ß)
ich stam + e
du stam + t
er/sie/es stam + t
wir stam + en (hele ww)
ihr stam + t
sie/Sie stam + en (hele ww)
Slide 7 - Tekstslide
De vervoeging
(friettenten)
Als je voor de uitgangen Fri plaatst krijg je dus friettenten!
Slide 8 - Tekstslide
De vervoeging
(friettenten)
Vervoeg maar eens het ww heißen.
Slide 9 - Tekstslide
De vervoeging
(friettenten)
stam = heiß
ich heiße
du heißt
er/sie/es heißt
wir heißen
ihr heißt
sie/Sie heißen
Had je het goed?
Slide 10 - Tekstslide
Het verschil in uitgangen
ich
e
e
du
st
t
er/sie/es
t
t
wir
en
en
ihr
t
t
sie/Sie
en
en
Slide 11 - Tekstslide
Stam op d/t (of m/n)
(schrijf op)
Eindigt een stam op d of t, dan pas je altijd de feestenten eten regel toe.
Slide 12 - Tekstslide
Stam op d/t (of m/n)
(schrijf op)
Eindigt een stam op d of t, dan beginnen alle uitgangen met een e. Dit betekent dat er een extra e tussen de stam en de uitgang komt bij du, er/sie/es/man en bij ihr.
Slide 13 - Tekstslide
De vervoeging
(feesteten eten)
ich stam + e
du stam + est
er/sie/es/man stam + et
wir stam + en (hele ww)
ihr stam + et
sie/Sie stam + en (hele ww)
Waarom nu feesteten eten? Als je alle uitgangen achter elkaar plakt en je zet er F voor staat er: feesteten eten!
Slide 14 - Tekstslide
De vervoeging
(feesteten eten)
Vervoeg maar eens het ww: reden.
Dus....
Ich rede
Du ......
Slide 15 - Tekstslide
De vervoeging
(feesteten eten)
Antwoord
stam = red
ich rede
du redest
er/sie/es/man redet
wir reden
ihr redet
sie/Sie reden
Had je het goed?
Slide 16 - Tekstslide
De vervoeging
(feesteten eten)
Vervoeg nu ook maar eens het ww: arbeiten.
Slide 17 - Tekstslide
De vervoeging
(feesteten eten)
Antwoord
stam = arbeit
ich arbeite
du arbeitest
er/sie/es/man arbeitet
wir arbeiten
ihr arbeitet
sie/Sie arbeiten
Had je het goed?
Slide 18 - Tekstslide
ww met alleen een n
Let op bij ww met alleen een n! Want als je bij het maken van een stam er alleen een n afhaalt, dan plaats je bij wir en bij sie/Sie ook alleen een n terug (hele ww), dus: