4.1 De pruikentijd

Hoofdstuk 2 Pruiken en revoluties


Par. 4.1 De Pruikentijd

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2 Pruiken en revoluties


Par. 4.1 De Pruikentijd

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Lesopening: open je boek
Lesdoelen: pruikentijd in Nederland / Frankrijk
Terugblik: wat hebben we vorige keer gedaan?
instructie: verhouding 
begeleid oefenen: opdracht 1
zelfstandig werken: opdracht 2 t/m 9
reflectie: hoe is het gegaan?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • hoe het ging met de Nederlandse economie
  • welke sociale verhoudingen er waren in Frankrijk
  • welke nieuwe ideeën ontstonden

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Introductie + huiswerk controle

Slide 4 - Tekstslide

Instructie

Slide 5 - Tekstslide

Nederland
  • Nederland was niet meer het rijkste land van Europa, zoals dit in de Gouden Eeuw het geval was

  • In de steden was het vaak armoedig, daarom bouwden rijke Amsterdammers dure huizen aan de rivieren

  • In Nederland was er geen koning, de adel had weinig macht en de geestelijkheid bestond niet in de protestante kerk

Slide 6 - Tekstslide

Pruiken voor de rijken
  • In de 18e eeuw was het in de mode om pruiken te dragen

  • Daarom wordt de 18e eeuw de pruikentijd genoemd

  • Met een pruik konden mannen laten zien hoe rijk of belangrijk ze waren

Slide 7 - Tekstslide

Standenmaatschappij
De mensen waren verdeeld in drie standen:
1. Geestelijkheid
2. Adel
3. Boeren en burgers
Spotprent
De derde stand draagt de lasten van de geestelijkheid en de adel. De derde betaalt belasting, terwijl de eerste en tweede stand dit niet hoeven doen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)
Eerste stand
Geestelijkheid
Tweede stand
Adel
Derde stand
De rest (handelaren, boeren, arbeiders)

Slide 10 - Tekstslide

De standenmaatschappij
De standenmaatschappij was oneerlijk. Eerste twee standen hadden privileges (voorrechten)

Slide 11 - Tekstslide

De standenmaatschappij
De standenmaatschappij was oneerlijk. Eerste twee standen hadden privileges (voorrechten)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Standenmaatschappij
De derde stand doet het zware werk, betalen alle belastingen en hebben geen rechten.

De eerste en tweede stand hadden privileges (voorrechten, dingen die zij wel mochten doen en anderen niet).

Slide 14 - Tekstslide

De derde stand
Bijna de hele bevolking hoorde bij de derde stand
  • Rijke boeren
  • Handelaren
  • Kleine boeren
  • Ondernemers
  • Artsen
  • Ambachtslieden
  • Arbeiders
  • Bankiers
  • Zwervers

Slide 15 - Tekstslide

Verlichting
In de 18de eeuw gingen mensen nadenken......(het lichtje ging aan)
- wie heeft de macht en waarom?
- bestaat god wel?
- hoe gaan we met elkaar om?

Wetenschap bloeide en deed veel ontdekkingen


Slide 16 - Tekstslide

Kritiek op de standenmaatschappij
Volgens verlichte denkers waren alle mensen van nature gelijk
Daarom moesten er mensenrechten komen
En een rechtstaat
Rechten die voor alle mensen golden, zoals vrijheid van godsdienst en meningsuiting
Staat waarin iedereen zich aan de wet moet houden

Slide 17 - Tekstslide

Waren de verlichters hier voor of tegen?
Verlichters zijn voor
Verlichters zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Gelijke rechten voor iedereen
Vrijheid van godssdienst
Ongelijkheid

Slide 18 - Sleepvraag

Problemen voor Frankrijk in de jaren 1780
  • Geldtekort door oorlogvoering;
  • Honger door misoogsten;
  • Grote armoede voor het volk;
  • Weinig inspraak voor de bourgeoisie

Slide 19 - Tekstslide

Wat werd er anders?

Slide 20 - Tekstslide

Wat wilden de 'verlichte' denkers
  • Geloof, standen en absolute macht moesten weg!
  • Gebruik van verstand, vrijheid en gelijkheid voor iedereen

......dit zorgde voor veel onrust bij alle groepen van de samenleving  

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Begeleid oefenen
Quizvragen

Slide 23 - Tekstslide

Welke standen waren er in Frankrijk, en wat was de volgorde?

Slide 24 - Open vraag

In Frankrijk kan iemand heel rijk zijn, maar toch niets te vertellen hebben. Hoe kan dat?

Slide 25 - Open vraag

Waarom had Nederland geen standenmaatschappij?

Slide 26 - Open vraag

Wat is de beste omschrijving van 'De Verlichting'?
A
Er ging bij mensen een lichtje branden
B
Mensen begonnen weer zelf na te denken
C
De TL- verlichting werd uitgevonden
D
Huh? Wat is de Verlichting?

Slide 27 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Basis/intensief: Opdracht 1 t/m 10
Plus: Opdracht 3, 4, 5, 7, 8 en 10




Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk/evaluatie
Heb je je werk niet af? Dan is het huiswerk voor de volgende les.

Slide 29 - Tekstslide