Cursus 1 Basis §5 & §6

Stuur hier een foto in van je gemaakte opdrachten van §3.
1 / 17
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Stuur hier een foto in van je gemaakte opdrachten van §3.

Slide 1 - Open vraag

Cursus 1 Basis
§5 Signaalwoorden en functiewoorden


Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Cursus 1 Basis §5
- theorie signaalwoorden
- theorie functiewoorden
- oefenen

Slide 3 - Tekstslide

Signaalwoorden
Verbanden in een tekst leveren structuur op in een tekst. De verbanden zijn meestal te herkennen aan signaalwoorden.

Ken je de verbanden en de bijbehorende signaalwoorden nog?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Functiewoorden
Andere woorden waaraan je verbanden in een tekst kunt herkennen (zoals oplossing, verklaring, argument, voordeel, stelling). 
Deze functiewoorden geven de functie van een tekstdeel aan. Sommige ervan duiden, niet geheel toevallig, ook een tekststructuur aan. Door functiewoorden kun je soms ook het tekstdoel herkennen.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een tegenargument en een weerlegging?

Slide 9 - Open vraag

Voetballen is gevaarlijk, want je kan gewond raken door de bal tegen je hoofd.
--> De kans dat dat gebeurt is echter ontzettend klein.
A
tegenargument
B
weerlegging

Slide 10 - Quizvraag

Katten zijn veel leuker dan honden omdat ze lekker spinnend op je schoot gaan liggen.
--> Mijn kat bijt me elke keer als ik haar wil aaien en mijn hond doet dat nooit.
A
tegenargument
B
weerlegging

Slide 11 - Quizvraag

Welk verband hoort bij de volgende signaalwoorden?

zoals, net..als, evenals, beter dan...
A
opsommend verband
B
toelichtend verband
C
voorwaardelijk verband
D
vergelijkend verband

Slide 12 - Quizvraag

Welk verband hoort bij de volgende signaalwoorden?

ook al, weliswaar, hoewel, ofschoon
A
samenvattend verband
B
voorwaardelijk verband
C
toegevend verband
D
chronologisch verband

Slide 13 - Quizvraag

Aan de slag (1) 
Noteer de signalen uit de tekst en zet erachter welk verband ze aangeven (blz. 29)

Slide 14 - Tekstslide

Antwoorden

Slide 15 - Tekstslide

Antwoorden

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Papieren boek H1 basis §5: opdracht 1, 4

Je mag daar nu aan beginnen.

Slide 17 - Tekstslide