les 1: politiek

Leerdoelen
- Je kan uitleggen en weet wat de vier kenmerken zijn van een democratische rechtsstaat. 
- Je kan politieke grondrechten herleiden tot artikelen in de grondwet
- Je kan de verschillen tussen een democratie en dictatuur herkennen en benoemen
- Je kan benoemen en herkennen waar de overheid verantwoordelijk voor is
- Je weet hoe de verschillende bestuurslagen werken
- Je weet wat de Tweede Kamer precies doet
- Taken en rechten van het parlement
- Je hebt nagedacht over jouw voorkeur voor een politieke partij voor de Tweede Kamer.

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
- Je kan uitleggen en weet wat de vier kenmerken zijn van een democratische rechtsstaat. 
- Je kan politieke grondrechten herleiden tot artikelen in de grondwet
- Je kan de verschillen tussen een democratie en dictatuur herkennen en benoemen
- Je kan benoemen en herkennen waar de overheid verantwoordelijk voor is
- Je weet hoe de verschillende bestuurslagen werken
- Je weet wat de Tweede Kamer precies doet
- Taken en rechten van het parlement
- Je hebt nagedacht over jouw voorkeur voor een politieke partij voor de Tweede Kamer.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van een democratische rechtsstaat
1. Machtenscheiding (trias politica)
2. De rechterlijke macht is onpartijdig en onafhankelijk.  
3. Het legaliteitsbeginsel
4. De burgers hebben grondrechten 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke grondrechten
Iedereen in Nederland heeft dezelfde politieke grondrechten.
Voorbeelden van politieke grondrechten zijn:
  • Recht op gelijke behandeling
  • Recht op vrijheid van meningsuiting
  • Recht op vrijheid van vergadering en betoging
  • Recht op passief kiesrecht



In je boekje staan nog meer voorbeelden.
Bestudeer deze en de artikelen voor je verder gaat!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Democratie
Hoogste macht ligt bij het volk
  • Onafhankelijke rechters
  • Onafhankelijke verkiezingen
  • Vrije media die macht controleren (persvrijheid)
  • Vrijheid van meningsuiting
Dictatuur
  • Hoogste macht bij (sterke) leider
  • Géén onafhankelijke rechters
  • Schijnverkiezingen (soms)
  • Media gecontroleerd door machthebbers
  • Géén vrijheid van meningsuiting

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De mate waarin een land bestempeld kan worden als een dictatuur of een democratie kan verschillen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zaken die van algemeen belang geacht worden 

Voorbeelden hiervan zijn: 
  • het garanderen van openbare orde en veiligheid 
  • zorgen voor verkeer- en waterwegen 
  • zorgen voor gezondheidszorg 
  • zorgen voor onderwijs 
  Een verzorgingsstaat:
een minimumniveau van bestaanszekerheid van alle burgers

Voorbeelden hiervan zijn:  
  • Bescherming tegen verlies van inkomen 
  • Collectieve welzijnsvoorzieningen 
  •  Rechtvaardige inkomensverdeling 
  •  Bevordering van voldoende werkgelegenheid
Waar is de overheid verantwoordelijk voor?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De drie bestuurslagen
  • Land 
  • Provincie
  • Rijk 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:25
Hoeveel zetels (stoelen) heeft de Tweede Kamer
A
50
B
75
C
150
D
200

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:15
Hoeveel Kamerleden moeten minimaal voor een wetsvoorstel stemmen om het door te laten gaan (als alle Kamerleden er zijn)
A
51
B
76
C
151
D
306

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De Tweede Kamer
150 zetels
Verschillende politieke partijen
Er is een meerderheid nodig om een wet goed te keuren

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat doet de Tweede Kamer?
Wetgevende taak en een controlerende taak

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechten van het parlement
Rechten bij de wetgevende taak
  • Recht van initiatief (Eerste kamer niet)
  • Recht van amendement (Eerste kamer niet)
  • Goed- of afkeuren van wetsvoorstellen
  • Budget- of begrotingsrecht

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechten van het parlement
Rechten bij de controlerende taak:
  • Vragenrecht
  • Moties indienen
  • Recht om ministers of staatssecretarissen ter verantwoording te roepen
  • Parlementair onderzoek
  • Budget- of begrotingsrecht

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar op wie moet je nou stemmen? 
  • Het kan helpen om het nieuws te kijken of debatten. 
  • Ook kan het helpen om kieswijzers in te vullen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kieswijzer

Klik hier: 

Je hoeft geen klas of school in te vullen.
Jongerenkieswijzer

Klik hier:

Als je iets niet snapt kan je op toelichting klikken.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ook kan je online filmpjes zoals hiernaast kijken.

Je kan hier verschillende politieke partijen zoeken door de balk aan de onderkant te verschuiven.

De politieke partijen staan op alfabetische volgorde!


Klik op de video hieronder

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.