Dorpskrant les 2: stijlfiguren (deel I)


            Nederlands
Creatief schrijven & spelling
        Dorpskrant: les 2
               Havo/Vwo 2
            P2 2024-2025
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


            Nederlands
Creatief schrijven & spelling
        Dorpskrant: les 2
               Havo/Vwo 2
            P2 2024-2025

Slide 1 - Tekstslide

Ga zitten volgens de plattegrond. Pak jouw boek.






Succes met lezen!
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige les
  • Je weet welke 5 tekstdoelen en -soorten je gaat verwerken in de krant.
  • Je weet wat rubrieken zijn.
  • Jullie hebben een naam bedacht voor het dorp.
  • Jullie hebben 10 creatieve namen bedacht voor de dorpsbewoners en aangegeven wat ze doen en hoe ze eruit zien.

Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van deze les ...

... weet je wat stijlfiguren zijn.
... kun je stijlfiguren herkennen en benoemen.
.. kun je een paar stijlfiguren verwerken in een korte tekst (refrein van rap).

(Waarom ook alweer? In iedere tekst in de Dorpskrant verwerk je 1 stijlfiguur of een vorm van beeldspraak) .

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg stijlfiguren

Op de volgende slides volgt de uitleg over stijlfiguren.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Stijlfiguren
Er zijn verschillende stijlfiguren. Op de volgende slides volgt per stijlfiguur de uitleg.
  • herhaling (repetitio)
  • opsomming (enumeratie)
  • tegenstelling
  • eufemisme
  • overdrijving (hyperbool)
  • understatement
  • ironie
  • sarcasme


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Kun je uitleggen wat stijlfiguren zijn?
Ja = duim omhoog.
Nee = duim naar beneden              YouTube.

3, 2, 1...!

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Aan de slag!
Op de volgende slides oefen je met het herkennen en benoemen van stijlfiguren.
 Om ervoor te zorgen dat je de stijlfiguren goed begrijpt, wordt er ook steeds gevraagd om uit te leggen waarom het gaat om het genoemde stijlfiguur. 

Wat? Maak slides 18 t/m 40.
Hoe? Voor jezelf.
Overleg? Zachtjes, klasgenoot naast je.
Tijd? 10 minuten
Al klaar? Maak slide 41 voor extra uitdaging.


Slide 18 - Tekstslide

Welk stijlfiguur herken je?

Ik erger me dood aan hem.
A
overdrijving
B
eufemisme
C
opsomming
D
understatement

Slide 19 - Quizvraag

Leg uit waarom dit een overdrijving is.

Ik erger me dood aan hem.

Slide 20 - Open vraag

Welk stijlfiguur herken je?

We hadden ruzie, maar nu weer vrede.
A
opsomming
B
eufemisme
C
tegenstelling
D
understatement

Slide 21 - Quizvraag

Leg uit waarom dit een tegenstelling is.

We hadden ruzie, maar nu weer vrede.

Slide 22 - Open vraag

Welk stijlfiguur herken je?

Een 10 voor je werkstuk? Best aardig gedaan.
A
understatement
B
eufemisme
C
overdrijving
D
herhaling

Slide 23 - Quizvraag

Leg uit waarom dit een understatement is.

Een 10 voor je werkstuk? Best aardig gedaan.

Slide 24 - Open vraag

Welk stijlfiguur herken je?

Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
herhaling

Slide 25 - Quizvraag

Leg uit waarom dit een eufemisme is.

Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.

Slide 26 - Open vraag

Welk stijlfiguur herken je?

Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
tegenstelling

Slide 27 - Quizvraag

Leg uit waarom dit een understatement is.

Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.

Slide 28 - Open vraag

Welk stijlfiguur herken je?

Zij werkt daar als interieurverzorgster.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
sarcasme

Slide 29 - Quizvraag

Leg uit waarom dit een eufemisme is.

Zij werkt daar als interieurverzorgster.

Slide 30 - Open vraag

Welk stijlfiguur herken je?

Hij kwam, hij zag, hij overwon
A
herhaling
B
paradox
C
ironie
D
opsomming

Slide 31 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je? Leg je antwoord uit.

Hij kwam, hij zag, hij overwon

Slide 32 - Open vraag

Welk stijlfiguur herken je?

Voor de radio heb jij wel een mooi gezicht.
A
sarcasme
B
ironie
C
opsomming
D
herhaling

Slide 33 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je? Leg je antwoord uit.

Voor de radio heb jij wel een mooi gezicht.

Slide 34 - Open vraag

Welk stijlfiguur herken je?

Ik ben dom, lomp en famous!
A
herhaling
B
opsomming
C
sarcasme
D
ironie

Slide 35 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je? Leg je antwoord uit.

Ik ben dom, lomp en famous!

Slide 36 - Open vraag

Welk stijlfiguur herken je?

En precies als wij naar buiten gaan, gaat het regenen. We treffen het wel!
A
opsomming
B
herhaling
C
ironie
D
sarcasme

Slide 37 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je? Leg je antwoord uit.

En precies als wij naar buiten gaan, gaat het regenen. We treffen het wel!

Slide 38 - Open vraag

Welk stijlfiguur herken je?

Want je weet ik wil je long-long-long-long time
En ik ben wie ik ben nog niet wie ik kan zijn
A
Herhaling
B
Eufemisme
C
Opsomming
D
Overdrijving

Slide 39 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je? Leg je antwoord uit.

Want je weet ik wil je long-long-long-long time
En ik ben wie ik ben nog niet wie ik kan zijn


Slide 40 - Open vraag

Slide 41 - Link

Aan de slag!
Wat? Bedenk vijf rapzinnen. Schrijf de rap over school (vrienden, lessen, geld voor de kantine, feesten enzovoorts). Gebruik in de rap minimaal 3 stijlfiguren.
Hoe? Samen met klasgenoot naast je. Document in Word.
Tijd? 10 minuten.
Daarna? Rapvideo opnemen (buiten).

Om 14:15 uur terug in het klaslokaal.

Slide 42 - Tekstslide

Afsluiting les - Terugblik
Wat heb je deze les geleerd?
Doe mee!

Slide 43 - Tekstslide

Welke stijlfiguren ken je nu?

Slide 44 - Woordweb

Welke stijlfiguren ben je van plan om te gebruiken voor jullie krant?

Slide 45 - Open vraag

Het lukte mij om stijlfiguren te gebruiken in een korte tekst.
😒🙁😐🙂😃

Slide 46 - Poll

Einde van de les!
Goed gewerkt!


Slide 47 - Tekstslide