2 KGT Th. 6.7 Kringlopen

Kringlopen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kringlopen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip past bij 'de levende natuur'?
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De oorzaak milieuvervuiling komt voor in verschillende vormen.

Welke zie je hier?
A
Luchtvervuiling
B
Bodemvervuiling
C
Watervervuiling
D
Afval

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

INDIVIDU
POPULATIE
ECOSYSTEEM
LEVENSGEMEENSCHAP

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Je kan de stappen in de kringloop van water en koolstof benoemen en uitleggen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kringloop?
In de natuur doorloopt elke stof een kringloop

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden van kringlopen.
De kringloop van water
- 75% van het aardoppervlak wordt met water bedekt (oceanen en zeeën)
*1* water in oceanen en zeeën verdampt, vooral als het warm is
*2* waterdamp stijgt op, hoe hoger hoe kouder = condensatie
Condensatie = waterdamp vormt kleine druppeltjes (wolkvorming)
Als de druppels in de wolken groter worden, gaat het regenen
*3* door neerslag keert water uit wolken terug op het aardoppervlak
Neerslag = regen, sneeuw, hagel
*4* water verzamelt zich in rivieren en stroomt terug naar oceanen en zeeën (waterafvoer)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de juiste onderdelen op de juiste plek in de kringloop van water.
Condensatie
Verdamping
Neerslag
Waterafvoer

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koolstofkringloop
Producenten

1. Kunnen koolstofdioxide (CO2) opnemen uit de lucht en gebruiken het bij fotosynthese.
Koolstof uit CO2 komt terecht in glucose
2. Glucose = energierijke stof, mens, dier en plant gebruikt die als brandstof --> energie in glucose komt vrij. Bij verbranding ontstaat CO2 --> afgegeven aan de lucht
(Planten maken 's nachts ook koolstofdioxide door verbranding, dit geven ze af aan de lucht)

Ander deel van de glucose gebruikt de plant om energierijke stoffen te maken zoals koolhydraten, eiwitten en vetten = koolstof komt terecht in plantaardige energierijke stoffen
1       2

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koolstofkringloop
Consumenten
3. Zij verbranden voedingsstoffen. Bij verbranding komt CO2 vrij. Dit ademen zij uit.
Als een plant wordt gegeten door een dier, komen energierijke stoffen uit de plant in het dier. Deel wordt gebruikt als brandstof voor verbranding, ander deel als bouwstof. Deel blijft onverteerd = poep.

Reducenten
4. Dode resten van planten en dieren worden afgebroken. Hierbij komt CO2 vrij in de lucht

3          3
4

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

koolstof kringloop

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN?

Slide 12 - Tekstslide

Wisselmoment: vragen?
kringloop
voedselketen
voedselweb

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voedselkringloop
In de voedselkringloop zie je hoe organismen van elkaar afhankelijk zijn.

De rol van producenten, consumenten en reducenten is onmisbaar.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alle organismen werken samen
Planten, dieren schimmels en bacteriën hebben elkaar nodig. 

Planten maken voedingsstoffen, die dieren, schimmels en bacteriën gebruiken

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Producenten
Planten doen aan fotosynthese. Zij maken dus voedingsstoffen (glucose).

Het maken van voedingsstoffen noem je ook wel produceren.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Consumenten
Dieren kunnen niet zelf voedingsstoffen maken. Zij moeten dus eten om dit binnen te krijgen.

Dit noem je consumeren.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten consumenten
  planteneters                   alleseters                vleeseters
    herbivoren                 omnivoren            carnivoren

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reducenten
Schimmels en bacteriën breken ongebruikte voedingsstoffen weer af zodat planten de mineralen weer kunnen gebruiken.

Dit heet reduceren.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voedselketen?
In een voedselketen zie je waar de voedingsstoffen vandaan komen en waar ze heen gaan.

Begin met een producent, dan de consument

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De voedselketen
De eerste schakel is altijd een producent. Hier worden voedingsstoffen gemaakt.

De pijl geeft aan waar de voedingsstoffen naartoe gaan.

De garnaal (consument) eet de voedingsstoffen van de algen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de producent
Madagaskar is een groot eiland voor de kust van Afrika. Op dit eiland groeien bomen, zoals de baobab. Insecten zoals Cicades zuigen sap uit de bladeren van deze bomen. Ringstaartmaki’s jagen op de cicades. Ringstaartmaki’s zijn de prooidieren van fretkatten.

Maak een voedselketen op uit basis van deze tekst.
baobab

Slide 22 - Tekstslide

Samen met leerlingen op basis van de tekst organismen in de cirkels zetten en pijlen er bij zetten.

Laat zien hoe je dit aanpakt. 
1. arceer organismen in de tekst.
2. zoek de producent
3. maak de voedselketen af.
Wie eet de producent?
Madagaskar is een groot eiland voor de kust van Afrika. Op dit eiland groeien bomen, zoals de baobab. Insecten zoals Cicades zuigen sap uit de bladeren van deze bomen. Ringstaartmaki’s jagen op de cicades. Ringstaartmaki’s zijn de prooidieren van fretkatten.

Maak een voedselketen op uit basis van deze tekst.
baobab
cicades

Slide 23 - Tekstslide

Samen met leerlingen op basis van de tekst organismen in de cirkels zetten en pijlen er bij zetten.

Laat zien hoe je dit aanpakt. 
1. arceer organismen in de tekst.
2. zoek de producent
3. maak de voedselketen af.
Wie wordt er dan gegeten?
Madagaskar is een groot eiland voor de kust van Afrika. Op dit eiland groeien bomen, zoals de baobab. Insecten zoals Cicades zuigen sap uit de bladeren van deze bomen. Ringstaartmaki’s jagen op de cicades. Ringstaartmaki’s zijn de prooidieren van fretkatten.

Maak een voedselketen op uit basis van deze tekst.
baobab
cicades
ring
staartmaki

Slide 24 - Tekstslide

Samen met leerlingen op basis van de tekst organismen in de cirkels zetten en pijlen er bij zetten.

Laat zien hoe je dit aanpakt. 
1. arceer organismen in de tekst.
2. zoek de producent
3. maak de voedselketen af.
Wie wordt er dan gegeten?
Madagaskar is een groot eiland voor de kust van Afrika. Op dit eiland groeien bomen, zoals de baobab. Insecten zoals Cicades zuigen sap uit de bladeren van deze bomen. Ringstaartmaki’s jagen op de cicades. Ringstaartmaki’s zijn de prooidieren van fretkatten.

Maak een voedselketen op uit basis van deze tekst.
baobab
cicades
ring
staartmaki
Fretkat

Slide 25 - Tekstslide

Samen met leerlingen op basis van de tekst organismen in de cirkels zetten en pijlen er bij zetten.

Laat zien hoe je dit aanpakt. 
1. arceer organismen in de tekst.
2. zoek de producent
3. maak de voedselketen af.
Voedselketen maken
Madagaskar is een groot eiland voor de kust van Afrika. Op dit eiland groeien bomen, zoals de baobab. Insecten zoals Cicades zuigen sap uit de bladeren van deze bomen. Ringstaartmaki’s jagen op de cicades. Ringstaartmaki’s zijn de prooidieren van fretkatten.

Maak een voedselketen op uit basis van deze tekst.

Slide 26 - Tekstslide

Samen met leerlingen op basis van de tekst organismen in de cirkels zetten en pijlen er bij zetten.

Laat zien hoe je dit aanpakt. 
1. arceer organismen in de tekst.
2. zoek de producent
3. maak de voedselketen af.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselweb
Een voedselweb geeft meer 
informatie. Alle organismen 
die elkaar eten staan er in. 
Een voedselweb bestaat uit 
meerdere voedselketens.


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organismen zoeken in de tekst
Madagaskar is een groot eiland voor de kust van Afrika. Op dit eiland groeien bomen, zoals de baobab. Insecten zoals Cicades  zuigen sap uit de bladeren van deze bomen. Ringstaartmaki’s jagen op de cicades. Ringstaartmaki’s zijn de prooidieren van fretkatten.

Maak een voedselketen op uit basis van deze tekst.

Slide 29 - Tekstslide

Samen met leerlingen op basis van de tekst organismen in de cirkels zetten en pijlen er bij zetten.

Laat zien hoe je dit aanpakt. 
1. arceer organismen in de tekst.
2. zoek de producent
3. maak de voedselketen af.
Voedselketen of voedselweb
Een voedselketen geeft niet alle informatie. Een zeehond eet niet alleen maar kabeljauw.
en een garnaal wordt niet alleen gegeten door een schol. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

piramide van biomassa

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energie in een voedselketen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies